5
Gebruik / Onderhoud
De werkdruk van de installatie moet minstens 5% onder de sluitdruk van de veiligheids-
klep liggen. Daardoor wordt bereikt dat de veiligheidsklep na het afblazen opnieuw
probleemloos kan sluiten.
Bij kleinere lekken, die veroorzaakt kunnen worden door verontreinigingen tussen de
afdichtingsvlakken, kan de klep voor de reiniging ook door een lichte opening tot afbla-
zen worden gebracht.
Bovendien, door gebruikmaking van een geschikte steeksleutel – voor modellen
812/412 en 813/413 dient een riemsleutel (geen pijpschroefsleutel) te worden gebruikt
– kan het gehele bovenste gedeelte van de ombouw worden geschroefd om zo
eventuele resten uit de zitting en de afdichting van de zitting te verwijderen. Door
het bovenste gedeelte weer op de ombouw te schroeven en vast te draaien, gaat het
ventiel weer bij de ingestelde druk werken. Als daarmee de lekkage niet is verholpen,
dan is waarschijnlijk het oppervlak van de afdichting beschadigd; dit kan alleen in
onze fabriek of door erkend personeel worden gerepareerd. Het verdient aanbeveling
en is overeenkomstig de relevante voorschriften om het veiligheidsventiel van tijd tot
tijd af te laten blazen door het op te lichten (afhankelijk van het systeem), om de juiste
werking van het veiligheidsventiel te controleren. Ze kunnen ten laatste vanaf een
bedrijfsdruk van >75% van de aanspreekdruk met de hand geopend worden.
Het oplichten geschiedt door de kartelmoer boven de kap naar links te draaien.
De moer dient daarna weer in de oorspronkelijke stand terug te worden gedraaid.
Veiligheidsventielen zijn de laatste veiligheidsinstrumenten voor de tank of het systeem.
Zij dienen ervoor te zorgen dat een ontoelaatbare overdruk wordt verhinderd, zelfs als
alle eerdere regel-, stuur- en controleapparatuur tekortschieten.
Om deze functieparaatheid te garanderen, eisen veiligheidsventielen onderhoud, net
als alle andere technische apparaten.
De onderhoudsintervallen moeten door de exploitant worden vastgelegd in
overeenstemming met de gebruiksomstandigheden.
Summary of Contents for 810/410
Page 67: ...GR T 810 410 811 411 812 412 813 413 1 1 U U U U 2 U 3 4 U 5 6 Q U U U 0036...
Page 69: ...5 5 U U M U U U U U U U 812 412 813 413 strap wrench 75 U U U U U U T U T U U U U U U 3 U...
Page 70: ...6 U U U U U U 7 U U Goetze KG U U Goetze KG 8 U U U U U U U U...
Page 71: ...9 T V SV xx xxxx xx D G 0 xx xx F K S T V U U D G U F K S U U U U U bar U T U U...
Page 103: ...810 410 811 411 812 412 813 413 K E E K A A RUS 1 1 2 3 4 5 6 0036...
Page 104: ...2 3 810 410 811 411 812 412 AD 2000 A2 EC 813 413 AD 2000 HP 801 No 23 AD 2000 A2 EC 4 E...
Page 105: ...5 5 812 412 813 413 75 3...
Page 106: ...6 7 Goetze KG 8...
Page 107: ...9 T V SV xx xxxx xx D G 0 xx xx F K S T V N D G F K S...