161
NL
De volgende ondersteuningsniveaus staan tot uw
beschikking:
•
«OFF»:
de aandrijving is uitgeschakeld, de
e-bike kan net als een normale fiets alleen
voortbewogen worden door te trappen. Alle
overige functies (bv. de verlichting) blijven be
-
schikbaar
•
«ECO»:
werkzame ondersteuning bij maxima
-
le efficiëntie, voor maximaal bereik
•
«TOUR»:
gelijkmatige ondersteuning voor lan
-
ge tochten
•
«SPORT»:
krachtige ondersteuning, voor
sportief rijden op heuvelachtig terrein of in het
stadsverkeer
•
«TURBO»:
maximale ondersteuning met hoge
trapfrequentie, voor sportief rijden
Voor het verhogen van het ondersteuningsniveau
drukt u net zo vaak op de toets
«+» 13
op het
display tot het gewenste ondersteuningsniveau
verschijnt bij de indicatie b op het display, voor
het verlagen gebruikt u toets
«–» 12.
Het inge
-
stelde motorvermogen verschijnt bij de indicatie
a. De maximale motorprestatie hangt af van het
gekozen ondersteuningsniveau.
10. Bedieningseenheid
11. Toets indicatiefunctie
«i»
op het
display
12. Toets waarde verlagen/naar onder scrollen
«–»
13. Toets verhogen/naar boven scrollen
«+»
14. Toets duwhulp
«WALK»
Duwhulp/starthulp in-/uitschakelen
De duwhulp/starthulp kan het voortduwen van of
starten met de e-bike makkelijker maken.
FLYER e-bikes met een trapondersteuning tot 25
km/h zijn uitgerust met een duwhulp.
Deze is in de hoogste versnelling beperkt tot 6
km/u. Door op de WALK-toets
14
te drukken, kan
de FLYER gemakkelijk uit een diepe garage of
op een steile oprit geduwd worden. Bij modellen
met trapondersteuning van meer dan 25 km/u
14
13
11
10
12
kan met de WALK-toets de starthulp ingezet wor
-
den. Deze is beperkt op 18 km/u. De installatie
wordt uitgevoerd in overeenstemming met de lan
-
denspecifieke normen.
Voor het
inschakelen
van de duwhulp/start
-
hulp drukt u op de knop
“WALK” 14
op de be
-
dieningseenheid en houdt u deze ingedrukt. De
aandrijving van de e-bike wordt ingeschakeld. De
duwhulp/starthulp wordt uitgeschakeld zodra zich
één van de volgende gebeurtenissen voordoet:
• u laat de knop
“WALK” 14
los,
• de wielen van de e-bike blokkeren (bv. door te
remmen of door te rijden tegen een obstakel),
• de snelheid ligt hoger dan 6 km/u respectieve
-
lijk 18 km/u.
Gebruik de duwhulp niet om mee te fiet
-
sen.
Verlichting aan-/uitschakelen
In de uitvoering waarbij het fietslicht aangedreven
wordt door het e-bike-systeem, kunnen met de
knop
2
op de bediencomputer tegelijkertijd het
voor- en achterlicht in- en uitgeschakeld worden.
Versnellingsadvies
Wanneer de indicatie
g
oplicht, dient u naar een
hogere versnelling met een lagere trapfrequen
-
tie te schakelen. Wanneer de indicatie
h
oplicht,
dient u een lagere versnelling met een hogere
trapfrequentie te kiezen.
Laadtoestand van de accu
De weergave voor de laadtoestand
i
geeft de
laadtoestand van de e-bike-accu aan, niet die
van de interne accu van de bediencomputer. De
laadtoestand van de e-bike-accu kan ook afgele
-
zen worden met behulp van de LED’s op de accu.
In de weergave
i
komt elk balkje in het accusym
-
bool overeen met ongeveer 20% capaciteit:
De accu is volledig opgeladen.
De accu moet nageladen worden.
De capaciteit voor de ondersteuning
van de aandrijving is opgebruikt en
de ondersteuning wordt langzaamaan
uitgeschakeld. De resterende capaci
-
teit wordt gebruikt voor de verlichting
en de bediencomputer, het display
knippert. De capaciteit van de accu is
nog voldoende voor ongeveer 2 uur
verlichting.