DBI SALA ROLLGLISS R550, User Instruction Manual

Page: 372 / 568

372
Tabel 2: Inspectie- en onderhoudslogboek
Inspectiedatum: Geïnspecteerd door:
Onderdeel: Inspectie:
(Zie hoofdstuk 2 voor inspectiefrequentie ).
Gebruiker Competent
Persoon
R550 reddingsapparaat
(Afbeelding 2)
Inspecteer op losse bevestigingen en gebogen of beschadigde onderdelen.
Inspecteer de behuizing (A) op vervorming, barsten of andere schade.
Inspecteer het draaipunt (B) en het draaibare oog of de integraalverbinding
(C) op vervorming, barsten of andere schade. Het draaipunt moet veilig aan
de SRD bevestigd zijn, maar vrij kunnen draaien. Het draaibare oog of de
integraalverbinding moeten vrij kunnen draaien in het draaipunt.
De reddingslijn (D) moet soepel volledig uittrekken en weer terugtrekken
zonder aarzeling of verlies van spanning op de lijn.
Zorg ervoor dat het SRD blokkeert wanneer er krachtig aan de reddingslijn
wordt getrokken. Het blokkeren moet duidelijk optreden, zonder slippen.
Inspecteer de gehele unit op tekenen van roest.
Reddingsstroppen
(Afbeelding 3)
Inspecteer de lijn (A) op insnijdingen, rafels of gebroken vezels. Controleer
op scheuren, schuurplekken, zware vervuilingen, schimmels, brandplekken
of verkleuringen. Inspecteer het stiksel en controleer op uitgetrokken
of doorgesneden steken. Gebroken steken kunnen erop wijzen dat het
apparaat aan krachten is blootgesteld en niet langer gebruikt mag worden.
Reddingslijn
(Afbeelding 4)
Inspecteer de lijn (A) op insnijdingen, rafels of gebroken vezels. Controleer
op scheuren, schuurplekken, zware vervuilingen, schimmels, brandplekken
of verkleuringen. Inspecteer het stiksel en controleer op uitgetrokken
of doorgesneden steken. Gebroken steken kunnen erop wijzen dat het
apparaat aan krachten is blootgesteld en niet langer gebruikt mag worden.
Inspecteer de karabijnhaak (B) op vervorming, barsten, slijtage en kromming
van het metaal. Controleer of de haak vlot opengaat en soepel functioneert.
Kabelklem voor
reddingslijn
(Afbeelding 5)
Controleer of de schokdemper (A) niet is geactiveerd. Een barst in de ring
van de schokdemper (B), een open of gescheurde afdekking, singelband
dat uit de afdekking komt, gescheurde of gerafelde singelband, kapot
stiksel, enz. duiden erop dat de schokdemper geactiveerd is.
Inspecteer de Delta Link-schokdemper (C) en O-ringconnector (D) op
vervorming, barsten, slijtage en kromming van het metaal.
Inspecteer de kabelklemschoen (E) op vervorming, barsten, slijtage en
kromming van het metaal. Controleer of kabelklemschoen goed om de
kabel vastklemt.
Inspecteer de behuizing van de kabelklem (F) op vervorming, barsten,
slijtage en kromming van het metaal.
Controleer of de hendel van de kabelklem (G) soepel werkt. Controleer of
de hendel in de naar boven gerichte stand vastklikt.
Singelbandklem
voor reddingslijn
(Afbeelding 6)
Inspecteer de behuizing van de singelbandklem (A) op vervorming,
barsten, slijtage en kromming van het metaal.
Controleer of de hendel van de singelbandklem (B) soepel werkt.
Controleer of de hendel in de naar beneden gerichte stand vastklikt.
Controleer of de borgpen (C) vlot vergrendelt.
Reddingsbeugel
(Afbeelding 7)
Inspecteer de lijn (A) op insnijdingen, rafels of gebroken vezels. Controleer
op scheuren, schuurplekken, zware vervuilingen, schimmels, brandplekken
of verkleuringen. Inspecteer het stiksel en controleer op uitgetrokken
of doorgesneden steken. Gebroken steken kunnen erop wijzen dat het
apparaat aan krachten is blootgesteld en niet langer gebruikt mag worden.
Inspecteer de beugel (B) op vervorming, barsten, slijtage en kromming
van het metaal.
Microkatrol
(Afbeelding 8)
Inspecteer de katrolbeugel (A) op vervorming, barsten, slijtage en
kromming van het metaal.
Controleer of het katrolwiel (B) soepel loopt.
Inspecteer de gehele unit op tekenen van roest.
Labels
(Afbeelding 25)
Zorg ervoor dat alle labels voor alle producten aanwezig zijn en volledig
leesbaar zijn.
Serienummer(s): Aankoopdatum:
Modelnummer(s): Datum van eerste gebruik: