NEDERLANDS
72
vervolg van voorgaande pagina
Ref.
Functie (zie referenties op de schakelschema’s)
Automatische schakelaars en stroomonderbrekers
QM1
Automatische thermische magneetschakelaar
als beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting
van de voedingslijn van de motor P1 of van de hoofdpomp, met handmatige reset.
QM2
Automatische thermische magneetschakelaar
voor beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting
van de voedingslijn van de motor P2, met handmatige reset
.
QM3
Automatische thermische magneetschakelaar
voor beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting
van de voedingslijn van de motor P3, met handmatige reset.
QM4
Automatische thermische magneetschakelaar
voor beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting
van de voedingslijn van de motor P4, met handmatige reset.
QS1
Stroomonderbreker
van de voedingslijn met handgreep voor deurvergrendeling, afsluitbaar met
hangslot.
Aansluitklemmen externe bedieningen – ref. 1-6
1 - 2
Aansluitklemmen
voor afstandsbediening.
Bij gebruik de standaard jumper weghalen die zich tussen de klemmen nr. 1 en 2 bevindt.
Elektrische kenmerken: 24V a.c 40mA.
3 - 4
Aansluitklemmen
voor druksensors.
Elektrische kenmerken: 15V a.c. 4-20mA.
5 - 6
Aansluitklemmen
voor lagedrukschakelaar P. MIN. of inductieve sensor.
Bij gebruik de standaard jumper weghalen die zich tussen de klemmen nr. 5 en 6 bevindt.
Elektrische kenmerken: 24V a.c. 40mA.
Aansluitklemmen voor alarm op afstand - ref. 31-38
31 - 32
Aansluitklemmen alarm
Druksensor defect.
Elektrische kenmerken: zonder potentieel, N.O.,
≤
250V a.c.
≤
5A
33 - 34
Aansluitklemmen algemene alarmen
: overdruk, onderdruk, minimumniveau, ingreep van de
amperometrische beveiliging van de elektropomp.
Elektrische kenmerken: zonder potentieel, N.O.,
≤
250V a.c.
≤
5A
35 - 36
Aansluitklemmen alarm bij
droogloop
.
Elektrische kenmerken: zonder potentieel, N.O.,
≤
250V a.c.
≤
5A
37 - 38
Aansluitklemmen alarm
Storing in hulpcircuits.
Elektrische kenmerken: zonder potentieel, N.O.,
≤
250V a.c.
≤
5A
Aansluitklemmen voor functiesignalering – ref. 39-40
39 - 40
Aansluitklemmen alarm
Elektropompen in gang.
Elektrische kenmerken: zonder potentieel, N.O.,
≤
250V a.c.
≤
5A
Aansluitkabels
U1-V1-W1
U2-V2-W2
P1
Aansluitkabels
elektropomp P1 of hoofdpomp.
Houd u strikt aan de voorziene combinatie.
U1-V1-W1
U2-V2-W2
P2
Aansluitkabels
elektropomp P2.
Houd u strikt aan de voorziene combinatie.
U1-V1-W1
U2-V2-W2
P3
Aansluitkabels
elektropomp P3
.
Houd u strikt aan de voorziene combinatie.
U1-V1-W1
U2-V2-W2
P4
Aansluitkabels
elektropomp
P4.
Houd u strikt aan de voorziene combinatie.
Veiligheidszekeringen
FU1
FU2
Veiligheidszekering
van de transformator tegen kortsluiting van het primaire circuit en van de
voedingslijn daarvan (zie schakelschema’s).
FU3
Veiligheidszekeringen
van de secundaire spoel van de transformator (zie schakelschema’s).
Elektronische regeleenheid
Pumps Controller
(KL1)
Elektronische regeleenheid
voor besturing, controle en rotatie van de elektropompen.