11
Niet compatibel met het Fusion voerdraadvergrendelinstrument.
Gebruiken met FS-OA-10 of PC-10 en GC-5.
Voor het plaatsen van het hulpmiddel is geen sfincterotomie nodig.
WAARSCHUWINGEN
INFORMATIE OVER MRI-VEILIGHEID
Dit symbool betekent dat het hulpmiddel MRI-veilig is.
De Cotton-Leung Sof-Flex biliaire stent is MRI-veilig.
In niet-klinische tests komt het door het hulpmiddel veroorzaakte beeldartefact
ongeveer 7 mm voorbij de stent uit bij beeldvorming met een gradiëntecho-
pulssequentie en een MRI-systeem van 3 T.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Zorg voorzichtig dat alle laterale flaps helemaal uitstaan.
2. Laad de positioneringshuls op het stentuiteinde met de duodenale flap.
Bij gebruik van stents van 5 tot 7 Fr:
3.a. Breng de stent, de tapse tip voorop, en de positioneringshuls over een vooraf
gepositioneerde voerdraad in.
Bij gebruik van stents van 8,5 Fr en groter:
3.b. Verwijder de Tuohy-Borst-adapter van het uiteinde van de geleidekatheter en breng
de geleidekatheter over een vooraf gepositioneerde voerdraad in het werkkanaal in.
3.c. Breng de stent, de tapse tip voorop, en de positioneringshuls in over de
geleidekatheter en de vooraf gepositioneerde voerdraad.
Zie vervolgens stap 4-7 hieronder.
4. Voer de geleidekatheter* en/of de pushing-katheter in stappen van 1-2 cm op totdat
de stent zich in de gewenste positie bevindt.
5. Bevestig de positie van de stent fluoroscopisch en endoscopisch. Breng de Tuohy-
Borst-adapter weer aan op het uiteinde van de geleidekatheter*. Injecteer desgewenst
contrastvloeistof om de positie van de stent fluoroscopisch in beeld te brengen.
6. Verwijder na bevestiging van de stentpositie voorzichtig de voerdraad en vervolgens
de geleidekatheter* uit de endoscoop en houd de stent daarbij met de pushing-katheter
in positie.
7. Verwijder de pushing-katheter voorzichtig uit het werkkanaal.
Voer de introduceronderdelen na het voltooien van de procedure af volgens de
richtlijnen voor biologisch gevaarlijk medisch afval van uw instelling.
* (indien aanwezig)