50
Microfoon
De microfoon wordt met de 6-polige stekker op de microfoonbus (14) links op de
voorkant van het toestel aangesloten. Een zenden of ontvangen is zonder microfoon
niet mogelijk. De microfoonbus komt overeen met de standaard GDCH:
Pinschema :
(Achterkant van de micro-
foonbus resp. vooraanzicht
van de stekker)
Voedingsspanning
Vebind (het toestel is uitgeschakeld) de 2-polige kabel voor de voedingsspanning
Houd bij de aansluiting van de kabel voor
de voedingsspanning rekening met de
juiste polariteit:
Sluit de zwarte kabel op de min-
Sluit de rode kabel op de plus-pool van
Een aansluiting op een verkeerde pool
kan het doorbranden van de zekering
die in de kabel ingebouwd is tot
gevolg hebben en in het ergste geval
uw toestel beschadigen.
Na de nauwgezette aansluiting van de antenne, microfoon en voedingsspanning is
de zendontvanger klaar voor gebruik.
2
1
3
4
6 5
IPN 1 Modulatie
PIN 2 Luidspreker
PIN 3 PTT
PIN 4 UP/DOWN
PIN 5 Massa
PIN 6 +12 Volt
Wenk!
Om storingen te vermijden dient de
kabel voor de voedingsspanning zo ver
mogelijk van storende aggregaten ver-
legd te worden.
U dient het toestel direct op de autobat-
terij aan te sluiten. Deze werkwijze biedt
optimale bescherming tegen storingen.
De aansluiting op het stroomnet
in de auto mag enkel door een
vakman uitgevoerd worden, die met
de hiermee verbonden voorschriften
en gevaren vertrouwd is.
11
Mikrofon
Das Mikrofon wird mit dem 6-poligen Stecker in die Mikrofonbuchse ( 14 ) an der lin-
ken Gerätefrontseite angeschlossen. Ohne Mikrofon ist kein Sende- oder Empfangs-
betrieb möglich. Die Mikrofonbuchse ist nach GDCH-Standard angeschlossen:
Pin Belegung :
Stromversorgung
Verbinden Sie, bei ausgeschaltetem Gerät, das 2-polige Stromversorgungskabel (17)
sorgfältig mit dem Kfz-Bordnetz Ihres Fahrzeuges.
Achten Sie beim Anschluß des Stromver-
sorgungskabels auf die richtige Polarität:
Schließen Sie das schwarze Kabel an
den Minus-Pol/Masse des Kfz
an.
Schließen Sie das rote Kabel an den
Plus-Pol des Kfz an.
Eine Verpolung führt zum Durchbren-
nen der im Kabel eingebauten Siche-
rung, oder im schlimmsten Falle zu
einem Defekt am Gerät!
Nachdem die Antenne, das Mikrofon und die Stromversorgung sorgfältig ange-
schlossen sind, kann der Funkbetrieb aufgenommen werden.
2
1
3
4
6 5
(Ansicht von der Lötseite der Mikrofon-
buchse bzw. Vorderansicht des Mikro-
fonsteckers)
PIN 1 Modulation
PIN 2 Lautsprecher
PIN 3 PTT
PIN 4 UP/DOWN
PIN 5 Masse
PIN 6 +12 Volt
Hinweis!
Um Störungen zu vermeiden, sollte das
Stromversorgungskabel möglichst weit
von störenden Aggregaten verlegt wer-
den.
Das Gerät sollte direkt an die Autobatte-
rie angeschlossen werden. Dies bietet
optimalen Schutz gegen Störungen.
Der Anschluß an das Stromver-
sorgungsnetz im Kfz, darf nur
von einer Fachkraft durchgeführt
werden, die mit den damit ver-
bunden Vorschriften und Gefah-
ren vertraut ist.
pool/massa van uw voertuig aan.
(17) met het boordnet van uw voertuig.
uw voertuig aan.
