Gebruiksaanwijzing percutane leads
Gebruiksaanwijzing percutane leads
92469115-02 66 van 397
nl
4. OPTIONEEL: Breng de leadhuls onder fluoroscopische geleiding door de inbrengnaald in tot in de epidurale ruimte. Geleid de leadhuls om de toegang in de
epidurale ruimte te controleren en trek de huls daarna terug.
5. Houd de handgreep van de voerdraad van de lead vast en plaats de stuurdop met gematigde kracht over het proximale uiteinde van de handgreep van de
voerdraad totdat deze op zijn plaats gehouden wordt. Breng de lead met de voerdraad vervolgens langzaam door de inbrengnaald in. De voerdraad van de lead
dient door te lopen tot de punt van de lead.
6. OPTIONEEL: Als het wenselijk is om de voerdraad van de lead te wisselen, trek dan voorzichtig de bestaande voerdraad eruit en breng de gewenste voerdraad
in. Als u tijdens het inbrengen van de voerdraad in de lead weerstand voelt, trek de voerdraad dan ongeveer 3 cm terug, draai de lead en/of de voerdraad, en
geleid de voerdraad daarna voorzichtig verder. Als er nog steeds weerstand voelbaar is, herhaal dan bovenstaande procedure totdat de voerdraad volledig kan
worden ingebracht.
WAARSCHUWING:
Wissel de voerdraad van de lead niet als de elektrodenreeks van de lead in het schuine gedeelte van de inbrengnaald zit. Als de
elektrodenreeks in het schuine gedeelte zit, verwijder dan de lead uit de inbrengnaald voordat u van voerdraad wisselt. Het inbrengen van de voerdraad in de
lead terwijl de elektrodenreeks in het schuine gedeelte van de inbrengnaald zit, verhoogt het risico dat de lead en het weefsel beschadigd raken.
WAARSCHUWING:
Als de voerdraad verwijderd is en opnieuw is ingebracht, gebruik dan geen overmatige kracht wanneer u de voerdraad in de lead inbrengt.
Het gebruik van instrumenten, zoals tangen, om de voerdraad tijdens het inbrengen beet te pakken, wordt niet aanbevolen omdat dit te veel kracht op de lead zet
en de lead en het weefsel beschadigd kunnen raken.
7. Geleid de lead tot het gewenste wervelniveau onder fluoroscopische begeleiding. Er moet voldoende leadlengte (bijvoorbeeld minimaal 10 cm of ongeveer drie
wervels) achterblijven in de epidurale ruimte. Dit fungeert als hulpmiddel bij het stabiliseren van de lead.
8. Als een splitter wordt gebruikt, gaat u verder naar 'Leadaansluiting op splitter' in deze handleiding. Als geen splitter wordt gebruikt, ga dan naar de instructies voor
het aansluiten van de leads of verlengingen op de operatiekamerkabel in de betreffende gebruiksaanwijzing voor uw SCS-systeem, zoals vermeld staat in de
Referentiehandleiding
.
Infinion CX-lead-plaatsing voor SCS met de Entrada-naald
1. Positioneer, prepareer en drapeer de patiënt op de gebruikelijke, geaccepteerde manier. Injecteer een plaatselijke verdoving op de plaats waar de naald wordt ingebracht.
2. Controleer of de Entrada-naald volledig gemonteerd is door de naaf van de hoes vast te houden en voorwaartse druk uit te oefenen op de kapafdekking van de
voerdraad.
LET OP:
De Entrada-naald niet buigen. Het buigen van de Entrada-naald kan ervoor zorgen dat de voerdraad of de LOR-adapter vast komt te zitten in het
naaldsamenstel en moeilijk te verwijderen is.
3. Aanbevolen voor procedures die permanent of permanent-proef zijn: Maak een incisie voordat de Entrada-naald wordt ingebracht en steek de naald in de incisie.
Het maken van een incisie voordat de Entrada-naald wordt ingebracht, zorgt voor een duidelijke route om het anker in de incisie te schuiven.
Als na het inbrengen van de Entrada-naald een incisie gemaakt wordt, zorg dan dat de hoes op zijn plaats zit en de hoes niet beschadigt.
4. Plaats de Entrada-naald onder fluoroscopische begeleiding in de epidurale ruimte met het 14G-markering omhoog in een hoek van maximaal 45°.
LET OP:
Gebruik uitsluitend een Entrada-naald die door Boston Scientific geleverd wordt. Andere naalden kunnen de lead beschadigen. Als u de afschuining
ventraal (omlaag) draait, kan dit de lead beschadigen. Een hoek van meer dan 45° verhoogt het risico op beschadiging van de lead.
WAARSCHUWING:
De hoek van de inbrengnaald moet 45° of minder zijn. Scherpe hoeken verhogen de inbrengkracht van de voerdraad en veroorzaken ook de
kans dat de voerdraad de lead doorboort en weefsel beschadigt.
Opmerking:
Als de naald tijdens deze procedure opnieuw in positie gebracht moet worden, of als de hoes beschadigd raakt, zet de naald dan buiten het