BMI CarbOOOn CP, Manual

Page: 28 / 38

Senderbetrieb und Bewegung vom Servos
Gebruik van de zender en servobewegingen
Bevor Sie irgendwelche Justagen einstellen, erlernen Sie den Betrieb des Senders und
die Bewegung von jedem Servo.
Querruderbetrieb
Wenn der Querruderknüppel rechts verschoben wird, wird das rechte Querruder
angeheben und das linke Querruder wird im Verhältnis zu der Richtung rechts gesenkt.
Wenn der Querruderknüppel nach links verschoben wird, bewegen die Querruder in die
entgegengesetzte Richtung.
Höhenruderbetrieb
Wenn der Höhenruderknüppel zurückgezogen wird, wird der Höhenruder angehoben und
wird das Endstück unten gezwungen. Der Luftfluß, der auf die Flügel zugetroffen wird,
wird geändert und die anhebende Kraft erhöht. Deswegen steigt das Flugzeug.
Wenn der Höhenruderknüppel nach vorn gedrückt wird, wird der Höhenruder gesenkt
und wird das Endstück nach oben gezwungen. Der Luftfluß der auf die Flügel zugetroffen
wird, wird geändert und die anhebende Kraft verringert. Deswegeb senkt das Flugzeug.
Gashebelbetrieb
Wenn der Gashebelknüppel zurückgezogen wird, bewegt der Hebelarm des Motors sich
zu die niedrige Geschwindigkeit.
Wenn der Gashebelknüppel nach vorn gedrückt wird, bewegt der Hebelarm des Motors
sich zu die höhe Geschwindigkeit.
Seitenruderbetrieb
Wenn der Seitenruderknüppel rechts verschoben wird, bewegt sich das Seitenruder
rechts und die Nase zeigt auch nach rechts, im Verhältnis zu der Richtung des Fluges.
Wenn der Seitenruderknüppel nach links verschoben wird, bewegt sich das Seitenruder
links und die Nase zeigt auch nach links, im Verhältnis zu der Richtung des Fluges
Vooraleer de aanpassingen uit te voeren is het aangeraden eerst de functies van de
zender te leren en hoe de servo’s gecontroleerd worden. In de volgende beschrijvingen
wordt verondersteld dat de zender zich in de standby mode bevindt.
Beweging van de rolroeren : (aileron)
Wanneer de rolroerstick naar rechts gedraaid wordt, gaat het rechter rolroer omhoog en
het linker rolroer naar beneden. Dit zorgt ervoor dat het vliegtuig zich naar rechts draait.
Wordt de linkerstick gedraaid, dan bewegen de rolroeren zich in tegenovergestelde
richting.
Beweging van het hoogteroer : (elevator)
Wanneer de hoogteroerstick naar achter gedrukt wordt, heft het hoogteroer zich op.
Hierdoor zakt de staart en het vliegtuig zal door de winddruk stijgen. Wanneer de
hoogteroerstick naar voor gedrukt wordt zakt het hoogteroer en stijgt de staart. Door de
gewijzigde winddruk zal het vliegtuig dan dalen.
Beweging van de gasstick : (throttle)
Wanneer de gasstick zich in de laagste stand bevindt, draait de motor in de neutraal
stand. Wanneer de stick naar boven gebracht wordt, zal de motorsnelheid proportioneel
toenemen.
Beweging van het richtingsroer : (rudder)
Wanneer u de richtingsroerstick naar rechts draait zal het richtingsroer ook
naar rechts draaien en de neus van het vliegtuig naar rechts laten zwenken.
Draait u het richtingsroer naar links, dan zal het omgekeerde gebeuren.
www.bmi-models.com
9