17
Spelverloop
Alle spelers gaan in de startpositie, d.w.z. ze gaan met een metalen kogeltje in de hand aan hun glijbaan
staan. Op een afgesproken teken begint het spel en alle spelers laten gelijktijdig hun metalen kogeltjes
over de glijbanen op het speelveld rollen.
De kogeltjes moeten de houten schijf treffen en met schwung naar voren bewegen. Het gaat erom de
houten schijf uit het midden in het eigen doelvakje te bewegen, dat tegenover de glijbaan ligt. De ge-
kleurde cirkel markeert het doelvakje.
Zodra het eerste kogeltje in het spel is, mogen de resterende vier eveneens worden gebruikt. Mocht een
speler geen kogeltjes meer ter beschikking hebben, mag hij er een paar van het spelbord halen en deze
opnieuw in het spel brengen.
Het is belangrijk dat de speler altijd slechts vijf kogeltjes in het spel mag hebben. Deze kunnen ook gelijk-
tijdig worden gerold. Zo wordt verhinderd dat een speler alle kogeltjes voor zichzelf gebruikt. Met behulp
van de draaibare glijbanen kan de speler precies op zijn doel aansturen. Door het uit te proberen merken
de kinderen hoe hun kogeltje de meeste schwung krijgt. Ze kunnen het kogeltje ook extra schwung geven
door het op de glijbaan een beetje aan te stoten.
Zodra een speler zijn houten schijf in zijn doelvakje heeft getransporteerd, is de eerste spelronde afgelo-
pen en de speler krijgt een punt. Hij mag een houten pin uit de houten richel nemen en hem rechts naast
zijn glijbaan in de rand van het spelbord steken.
Daarna begint de jacht opnieuw! Iedere speler neemt zijn startpositie in en krijgt weer vijf metalen ko-
geltjes. Degene die als eerste vijf houten pinnen heeft verzameld, wint het spel.
1. Kogeltje rolt van de glijbaan
2. Kogeltje treft houten schijf
3. Wanneer de schijf in het er tegenoverliggende
vakje wordt gestoten, krijgt de speler een punt
Kogeltje van glijbaan
laten rollen
Kogeltje treft
houten schijf
Houten schijf komt
over de finish
Houten pin nemen
❶
❷
❸
