30
NL
Voer de gewenste totale uitgangsvertraging in (1 voor 10
sec. tot 6 voor 120 sec.) en bevestig dit met
.
De ingangsvertragingstijd 1 wordt via het menupunt 201
ingesteld.
In dit voorbeeld heeft u 45 seconden voor het deactiveren
van de op scherp geschakelde alarminstallatie.
U kunt waarden tussen 10 en 120 sec. kiezen. 1 staat voor
10 en 6 voor 120 seconden. Druk a.u.b naar eigen wens in
.
Nu gaan wij naar de programmering van de extra
transistoruitgangen voor de LED’s van de sleutelschakelaar.
De gele LED moet in gedeactiveerde, de rode in
geactiveerde toestand van de alarminstallatie branden. Voer
via het toetsenbord 151 in om de eerste extra
transistoruitgang OP4 of de toestand van de rode LED te
programmeren. Bevestig dit met de invoertoets
.
U ziet:
Verander a.u.b door invoer van 13 de instelling naar “Actief
volgend”. De weergave verandert in:
Bevestig uw invoer met
.
De instelling voor OP5 - in het programmeermenu van punt
152 – is “Aan” (14). Let er a.u.b. op, dat veranderingen pas
na het verlaten van het programmeermenu overgenomen
worden.
De gele LED brandt alleen in gedeactiveerde toestand van
het alarmsysteem continu en gaat na het op scherp stellen
uit. De rode LED geeft aan, of de installatie op scherp staat.
Tot besluit worden de instellingen van de relaisuitgangen 1
en 2 voor de sirene en de flits van SG 1650 uitgelegd.
Voer 081 via het toetsenbord in en bevestig met
. De
volgende weergave verschijnt:
Voer nu 08 in om “Flitser” te kiezen. Daardoor wordt de flits
pas uitgezet, als u de alarminstallatie deactiveert. Druk tot
besluit op
. Daardoor wordt de flits pas uitgezet, als u
de alarminstallatie deactiveert.
De relaisuitgang 2 moet op “Sirene” gezet worden. Kies
daarvoor het menupunt 082 en bevestig dit met
. Door
invoer van 00 en
, zet u de uitgang op “Sirene”.
Om de sirenevertraging te veranderen, voert u in het
programmeermenu 041 in en drukt u op de invoertoets
.
U ziet op het display:
Als u dat wilt, kunt u een verandering van de
sirenevertraging invoeren. U kunt kiezen uit waarden van 0
tot 20 min.
Bij de sireneduur kunt u kiezen uit waarden van 1,5 min. tot
20 min.
Kies daarvoor a.u.b. het programmeerpunt 042 en bevestig
met
. U ziet de volgende weergave:
Wij raden u aan deze waarde zo te laten of tot 1,5 minuten
te verkorten (in Duitsland mag de sireneduur niet langer dan
3 minuten zijn).
Voordat de gebruikers toegevoegd worden, willen we nog
de afzonderlijke functies van de installatie testen. Laten we
beginnen met de test van de relais-/transistoruitgangen.
Voer nu in het programmeermenu 091 in en druk op
.
U heeft nu een verbinding tussen NO1 en C1.
Als u invoertoets
opnieuw indrukt, wordt de uitgang
weer teruggezet. Met de menupunten 092 en 093 kunt u de
relaisuitgang 2 en de transistoruitgang OP3 testen.
In de volgende stap controleren we of de zoemer van het
bedieningselement goed werkt. Kies hiervoor het menupunt
095, gevolgd door
. U ziet de volgende weergave:
Summary of Contents for Terxon MX
Page 10: ...10 D 8 bersicht der Geh usekomponenten 2 4 6 5 3 7 1 8 9...
Page 104: ...104 D...
Page 114: ...10 UK 8 Overview of housing components 2 4 6 5 3 7 1 8 9...
Page 210: ...10 FR 8 Vue d ensemble des composants du bo tier 2 6 3 7 1 8 9 4 5 FR...
Page 314: ...10 NL 8 Overzicht van de componenten van het huis 2 6 3 7 1 8 9 NL...
Page 381: ...77 NL Wijzigen van het volume bij een intern alarm 46 Zone instelling 44 Zonesabotage 49...
Page 392: ...10 DK 8 Oversigt over kabinetkomponenterne 2 4 6 5 3 7 1 8 9...
Page 484: ...102 DK...