130
verbonden is als draadloze sirenemodule (functie 4, zie 7.3.4).
Opmerking: In plaats van het inlezen van de universele module in
de draadloze alarmcentrale vindt hier het inlezen in de tweede
universele module plaats.
Programmeer dan pas de tweede met de alarmcentrale verbonden
universele module als volgt.
1. In het hoofdmenu van de programmeermodus kiest u punt 7
„Functie” (LED 7 brandt).
Bevestig dit punt met de toets SET.
In het submenu van het menupunt 7 „Functie” kiest u de
functie 5 met de toets SELECT. LED 5 brandt.
Bevestig dit punt met de toets SET.
LED 7 brandt weer.
2. Kies nu in het hoofdmenu van de universele module het punt 1
Melder inlezen (LED 1 brandt).
Activeer op de universele module, die als draadloze
sirenemodule werkt en met de sirene verbonden is, het
sabotagecontact.
Heeft de universele module, dat als draadloze sirenezender/-
ontvangermodule werkt, het signaal ontvangen, dan knipperen
de blauwe LED’s 1-3 aan deze universele module.
Verlaat de programmeermodus door op de toets ESC/DEL te
drukken.
De LED voor spanning brandt/knippert en de LED voor storing
brandt. De universele module piept met korte tussenpozen.
Sluit beide sabotagecontacten van de UVM en wacht tot deze
een dubbel signaal heeft afgegeven.
De universele module werkt nu als draadloze
sirenezender/ontvanger. Bij het sluiten van ingang 1(2) wordt
uitgang 1(2) op de andere universele module (verbonden met
de sirene) geactiveerd.
3. Sluit nu de universele module zoals afgebeeld op de
alarmcentrale aan.