122
5.5
Aansluiting van de sirene
De kabel van de buitensirene wordt via de RJ12 stekker met de
universele module verbonden. Hiervoor wordt de kabel in de RJ12
steekaansluiting gestoken.
6. Programmering
Bij de programmering van de UVM gaat u stap voor stap te werk.
Eerst wordt de universele module via accu of via de 12 V
netadapter van spanning voorzien. Vervolgens wordt de functie
van de universele module geprogrammeerd en als laatst worden
de melders in de universele module ingelezen of deze op de
draadloze alarmcentrale ingelezen. Bij bepaalde functies moeten
nu de individuele instellingen via de programmering op de
draadloze alarmcentrale worden uitgevoerd.
6.1 Programmering
starten
Om de programmering te starten, gaat u als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het dekselcontact geopend is.
De groene LED voor spanning knippert (accumodus) of
brandt (netadapter). De rode LED voor storing brandt.
2. Druk op de toets SELECT.
Bovendien gaat LED nummer 1 blauw branden.
3. U bevindt zich nu in de programmeermodus.
6.2
Menupunten in het hoofdmenu
In het hoofdmenu kunt u uit de volgende menupunten kiezen:
1. Melder inlezen
->
LED 1 brandt
2. Melder wissen
->
LED 2 brandt
3. Kanaal kiezen
->
LED 3 brandt
4. Signaalsterkte
testen ->
LED 4 brandt
5. Uitgangen instellen
->
LED 5 brandt
6. Niet in gebruik
7. Functie kiezen
->
LED 7 brandt
8. Reset
->
LED 8 brandt
In de programmeermodus drukt u op de toets SELECT om tussen
de menupunten te wisselen. Bij elke druk op deze toets springt de
weergave een menupunt verder en begint bij het bereiken van de
laatste weergave weer van voren. De weergave van LED 6 wordt
daarbij overgeslagen.
RJ12