DEU
ENG
NDL
FRA
ITA
ESP
74
4.5.2 Configuratie met kamerbedieningstoestel Funk Display
Nr.
Parameter
Beschrijving
Eenheid
010 Gebruikte verwarmingssysteem
per verwarmingszone instelbaar: vloerverwarming (FBH)
standaard / FBH lage energie / radiator / convector pas-
sief / convector actief
FBH st.=0
FBH NE=1
RAD=2
KON pas.=3
KON act.=4
020 Verwarmings-/koelingsblokkeringen Blokkeren van de schakeluitgangen afhankelijk van de
geactiveerde bedrijfsmodus (verwarmen/koelen)
normaal=0
Verwarmen blok-
kering=1
Koelen blokkering=2
030 Bedieningsblokkering (kinderbe-
veiliging)
Opheffen van de bedieningsblokkering paswoordbeveiligd
uitvoeren
Gedesactiveerd=0
Geactiveerd=1
Het serviceniveau van het kamerbedieningstoestel Funk Display is beveiligd door een PIN-code en
mag uitsluitend door gemachtigde vaklui gebruikt worden.
Opgelet! Foute configuraties leiden tot fouten en schade aan de installatie.
¾
Draaiknop indrukken.
¾
Menu „Serviceniveau“ selecteren en door indrukken activeren.
¾
4-cijferige PIN (standaard: 1234) door draaien en indrukken invoeren.
¾
Parameters (PAr) door opnieuw indrukken selecteren en nummercode van de gewenste
parameter (zie volgende tabel) invoeren.
¾
Parameter volgens behoefte wijzigen en door indrukken bevestigen.
De configuratie van het basisstation gebeurt naar keuze via MicroSD kaart, de softwareoppervlak-
ken van de Ethernet-variante of de serviceniveaus van het kamerbedieningstoestel Funk Display.
4.5.1 Systeemconfiguratie met microSD kaart
Via de EZR Manager SD card onder www.ezr-home.de kunnen individuele instellingen gebeuren
en per microSD-kaart in het basisstation overgedragen worden. Vanaf de softwareversie 01.70
herkent het basisstation microSD-kaarten >2 GB met de formaten FAT16 of FAT32.
¾
Open www.ezr-home.de via de webbrowser van uw PC, selecteer EZR Manager SD Card
en volg de aanwijzingen online.
¾
De microSD-kaart met de geactualiseerde gegevens in het basisstation steken.
¾
De overdrachthandeling start automatisch en kopieert de geactualiseerde gegevens in het
basisstation.
¾
Gedurende de overdrachthandeling knippert de LED „syBUS“.
¾
Bij succesvolle gegevensoverdracht gaat de LED „syBUS“ uit.
4.5 Systeemconfiguratie