Wilo Wilo-Control MS-L, Инструкция по установке и эксплуатации

Страница: 114 / 336

114 WILO SE 02/2018 V05 DIN A4
Nederlands UITBEDRIJFNAME/AFVOEREN
Als correcties nodig zijn, ga dan te werk zoals in
het hoofdstuk ”Elektrische aansluiting” beschre-
ven.
1. Draai de hoofdschakelaar op ”ON”. Bij schakel-
kasten met stekker, steekt u deze in het desbe-
treffende stopcontact.
2. Alle leds branden gedurende 2 s.
3. De schakelkast is bedrijfsklaar:
• Led ”auto” knippert: schakelkast is in ”stand-by”,
het automatische bedrijf is uit.
• Led ”auto” brandt: schakelkast is actief, het auto -
matische bedrijf is ingeschakeld. Om de schakel-
kast in de stand-bymodus te schakelen, drukt u
op de toets ”stop”.
AANWIJZING
Weerklinkt na het inschakelen een akoestisch
signaal en alle leds knipperen na elkaar tegen de
klok in (looplicht), dan is er een fasefout in de
netaansluiting. Gelieve hiervoor de aanwijzin-
gen in het punt ”Draairichtingscontrole” in acht
te nemen.
7.4. Draairichtingscontrole van de aangesloten
draaistroommotoren
Af fabriek is de schakelkast voor een rechtsdraai-
end draaiveld op de juiste draairichting gecontro-
leerd en ingesteld.
De aansluiting van de schakelkast alsook van de
aangesloten pompen moet volgens de aanwijzin-
gen bij de aderbenaming op het schakelschema
gebeuren.
7.4.1. Controleren van de draairichting
De draairichtingscontrole van de aangesloten
pomp kan door een korte testloop van max. 2 mi -
nuten gebeuren.
1. Druk aan het bedieningsveld op de toets ”hand”.
2. De pomp loopt zolang u de toets ingedrukt houdt.
OPGELET voor schade aan de pomp!
Een testloop van de aangesloten pomp mag
alleen onder de toegestane bedrijfsom-
standigheden gebeuren! Neem hiervoor de
inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
pomp in acht en zorg ervoor dat de benodig-
de bedrijfsomstandigheden in acht genomen
worden.
7.4.2. Bij verkeerde draairichting
Na het inschakelen weerklinkt een akoestisch
signaal en alle leds knipperen na elkaar tegen
de klok in:
De aansluiting van de schakelkast is fout en alle
aangesloten pomp loopt verkeerd.
Er moeten 2 fasen/draden van de netzijdige voe-
ding naar de schakelkast verwisseld worden.
Pomp loopt verkeerd:
De aansluiting van de schakelkast is correct.
De aansluiting van de pomp is fout. Er moeten
2 fasen van de pomptoevoerleiding verwisseld
worden.
7.5. Automatisch bedrijf van de installatie activeren
Voor het automatische bedrijf ingeschakeld
wordt, dient u de instellingen van het schakel-
niveau en van de nalooptijd te controleren.
Als alle instellingen gecontroleerd werden, kunt u
de installatie inschakelen.
1. Druk aan het bedieningsveld op de toets ”auto”.
2. De led ”auto” brandt en de installatie loopt nu in
het automatische bedrijf. Zodra de vlotterschake-
laars een desbetreffend signaal leveren, wordt de
pomp ingeschakeld.
• Niveau ”Pomp AAN”: Wordt het inschakelniveau
bereikt, schakelt de pomp in en de led ”Bedrijf
pomp” brandt permanent.
• Niveau ”Pomp UIT”: Als het uitschakelniveau
wordt bereikt, wordt de ingestelde nalooptijd
actief. Tijdens de nalooptijd knippert de led
”Bedrijf pomp”. Is de nalooptijd verstreken, wordt
de pomp uitgeschakeld en de led ”Bedrijf pomp”
gaat uit.
AANWIJZING
In het automatische bedrijf is de hoogwater-
beveiliging actief. Wordt het inschakelniveau
voor de hoogwaterbeveiliging bereikt, vindt het
volgende plaats:
• Een gedwongen uitschakeling van de pomp.
• Een optische waarschuwingsmelding, de led
”hoogwater” brandt permanent.
• Een akoestische waarschuwingsmelding door
een permanent signaal.
• Een activering van het verzamelstoringsmel-
dingscontact (SSM).
7.6. Gedrag tijdens het bedrijf
Bij het bedrijf van de schakelkast moeten de ter
plaatse geldende wetten en voorschriften voor
veiligheid op de werkplek, ongevallenpreventie
en de omgang met elektrische producten in acht
worden genomen.
Voor de veiligheid moet de gebruiker duidelijk de
bevoegdheden van het personeel vastleggen. Het
voltallige personeel is verantwoordelijk voor het
naleven van de voorschriften.
Controleer regelmatig of de instellingen aan de
actuele vereisten voldoen. Evt. moeten de instel-
lingen aangepast worden.
8. Uitbedrijfname/afvoeren
Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig
worden uitgevoerd.
8.1. Automatisch bedrijf van de installatie deacti-
veren
1. Druk aan het bedieningsveld op de toets ”stop”.
2. De led ”Bedrijf pomp” gaat uit.
3. De led ”auto” knippert
4. De schakelkast bevindt zich in stand-by.