87
- gedurende een lange periode onder ongunstige omstandigheden opgeborgen is geweest of
- tijdens het vervoer aan een aanzienlijke belasting onderhevig is geweest.
• Neem ook de veiligheidsaanwijzingen in acht, zoals die beschreven zijn in de afzonderlijke hoofdstukken
resp. in de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparaten.
5. VLP 1303 USB // VLP 1405 USB // VLP 1602 USB
5.1. Doelmatig gebruik
• De laboratoriumnetvoeding wordt gebruikt als potentiaalvrije DC-spanningsbron voor het gebruik van laagspan-
ningsapparaten. Er zijn drie van elkaar onafhankelijke uitgangen beschikbaar. Een regelbare laboratoriumuitgang,
een regelbare USB-uitgang en een processorgestuurde USB-uitgang.
• Bij serieschakeling van de uitgangen van meerdere voedingsadapters kunnen contactgevaarlijke spanningen
>70 V/DC gegenereerd worden. Vanaf deze spanning moeten, uit veiligheidsoverwegingen, volledig geïsoleerde
kabels/meetkabels gebruikt worden. De aansluiting komt tot stand via 4 mm beveiligde stekkerbussen.
• De uitgangsgegevens van de laboratorium-voedingsadapter zijn als volgt:
Artikelomschrijving
Uitgang A
Uitgang B1-USB
Uitgang B2-USB
VLP 1303 USB
0 - 30 V/DC
0,01 - 3 A
4,0 - 6,2 V/DC
0 - 2,5 A
5 V/DC, max. 2,5 A
9 V/DC, max. 2,0 A
12 V/DC, max. 1,5 A
VLP 1405 USB
0 - 40 V/DC
0,01 - 5 A
4,0 - 6,2 V/DC
0 - 2,5 A
5 V/DC, max. 2,5 A
9 V/DC, max. 2,0 A
12 V/DC, max. 1,5 A
VLP 1602 USB
0 - 60 V/DC
0,01 - 1,5 A
4,0 - 6,2 V/DC
0 - 2,5 A
5 V/DC, max. 2,5 A
9 V/DC, max. 2,0 A
12 V/DC, max. 1,5 A
• De spanning en stroomsterkte is bij uitgang A en B1-USB traploos regelbaar. De spannings- en stroomwaarden van
uitgang B1-USB worden na een druk op de knop via het display van uitgang A weergegeven.
• De uitgang B2-USB is processorgestuurd en stelt altijd automatisch de beste uitgangsparameters voor het aange-
sloten eindapparaat ter beschikking.
•
De instelling voor spanning en stroom vindt plaats via fijnregelaars. De spanningsregelaar voor uitgang A is ontwor
-
pen als een 10-traps potentiometer om nauwkeurige aanpassingen uit te voeren. De waarden worden overzichtelijk
in het display weergegeven.
• De stroombegrenzing voor gebruik met constante stroomsterkte kan door een druk op de knop worden ingesteld.
Een jumper op de uitgang is tijdens de instelling niet nodig.
• Voor uitgang A kan voor de veiligheid een spanningsbegrenzing (OVP) worden ingesteld. Wanneer dit instelniveau
is bereikt, wordt de uitgang automatisch uitgeschakeld. Dit voorkomt onbedoelde vernietiging van aangesloten
verbruikers als gevolg van een te hoge uitgangsspanning.
• Het apparaat is beveiligd tegen overbelasting en kortsluiting en voorzien van een temperatuuruitschakeling voor
de veiligheid.