89
1 Netschakelaar voor inbedrijfname (I = aan / 0 = uit)
2 Weergave stroom (A)
3 Weergave spanning (V)
4 Spanningsinstelregelaar voor uitgang A (Volt)
5 Statusweergave uitgang A (CV = constante spanning)
6 Statusweergave uitgang A (OT = overtemperatuur)
7 Statusweergave uitgang A (CC = constante stroom)
8 Stroominstelregelaar voor uitgang A (Ampère)
9 Statusindicatie bij geactiveerde overspanningsuitschakeling (over voltage)
10 Omschakelaar voor spanningsbereikkeuze van uitgang B USB-B1
11 Knipperende statusindicatie bij gedrukte shift-knop (10)
12 Knop voor het weergeven van de spannings- en stroominstelling van uitgang USB-B1
13 Spanningsinstelregelaar voor uitgang B USB-B1 (V ADJ.)
14 Stroominstelregelaar voor uitgang B USB-B1 (A ADJ.)
15 Processorgestuurde USB-uitgang B USB-B2
16 Regelbare USB-uitgang B USB-B1
17 Instelregelaar voor het niveau voor uitschakeling bij een te hoge spanning (OVP ADJ.)
18 Knop voor de weergave van het ingestelde niveau voor de overspanningsuitschakeling
19 Aansluitbus “aardpotentiaal”
20 Aansluitbus minpool van uitgang A
21 Aansluitbus pluspool van uitgang A
22 Knop “C-LIMIT” voor de weergave en instelling van de stroombegrenzing van uitgang A
23 USB-symbool geeft de weergave van uitgang B USB-B1 aan
24 Statusindicator als het apparaat is ingeschakeld
25 Apparaatvoetjes aan de voorkant zijn opklapbaar
26 Koelelement aan de achterzijde
27 Zekeringhouder voor de netzekering
28 Beschermcontact-koude apparaataansluiting voor stroomkabel
5.2.1. Uitleg van de symbolen
De volgende symbolen zijn op enkele bedieningselementen aangebracht.
Symbool-knop ingedrukt
Symbool voor regelgebied. Pijl geeft rich-
ting van verhoging aan.
Symbol-knop niet ingedrukt