
NEDERLANDS
- 23 -
WIJZIGING VAN DE GEVOELIGHEID VAN DE
SENSOR
Om het gevoeligheidsniveau van de sensor te wijzigen of te
visualiseren zijn twee toetsen en 5 led aanwezig (afb. 2).
Naargelang de gewenste gevoeligheid kunnen 15 niveaus
ingesteld worden:
niveau 1 = maximale gevoeligheid
niveau 15 = minimale gevoeligheid
Op de toets
P2
drukken en hem loslaten om het ingestelde niveau
te visualiseren .
Tijdens de weergave van het ingestelde niveau op de toets
P1
drukken en hem loslaten om het niveau te verhogen.
Tijdens de weergave van het ingestelde niveau op de toets
P2
drukken en hem loslaten om het niveau te verlagen.
Om de programmering af te sluiten en de ingestelde gegevens op
te slaan de time-out afwachten (4 sec.).
Tabel 1
Voorstelling van de 15 niveaus d.m.v. led.
Niveau 5 = fabrieksinstelling.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
Niveau 11
Niveau 12
Niveau 13
Niveau 14
Niveau 15
Led uit
Led knippert traag
Led knippert snel
Led vast aan
IJKING VAN DE SENSOR
De sensor wordt geleverd met een ingesteld gevoeligheidsniveau
(tabel 1 drempel 5).
m
Na de installatie moet absoluut eerst gecontroleerd
worden of het ingestelde gevoeligheidsniveau geschikt is:
1.
Het rolluik volledig openen tot aan de eindaanslag voor de
opening.
2.
Handmatig de voorste stang van het rolluik schudden waarop
de sensor is geplaatst om de wind na te bootsen die de
sluiting van het rolluik moet veroorzaken.
3.
Na ongeveer 5 seconden kunnen twee situaties optreden:
a. Het rolluik beweegt niet
b. Het rolluik gaat dicht
4.
Als het rolluik niet beweegt, moet de drempel van de sensor
verminderd worden.
5.
Als het rolluik sluit, is de drempel correct ingesteld.
Indien nodig de ijkprocedure meermaals herhalen tot de correcte
instelling wordt bereikt.
WAARNEMING VAN DE BATTERIJSTATUS
Als de batterij op is wordt dit gesignaleerd door het knipperen van
de led L2.
Als de sensor waarneemt dat de batterij op is, zendt hij een
alarm-/windbericht zodat het systeem het rolluik in veiligheid stelt
door een stijgbevel te geven.
Het bericht zal regelmatig naar de besturingseenheid gezonden
worden en het rolluik zal sluiten.
VERVANGING VAN DE BATTERIJ
m
LET OP: alvorens de batterijen te vervangen de
motorvoeding van de automatisering van het rolluik
afsluiten.
1.
De schroef
E
op de bovenkant losdraaien
2.
De sensor verwijderen
3.
De schroef
D
losdraaien en de sensor
C
verwijderen
4.
De batterijen vervangen
5.
De sensor sluiten door in omgekeerde zin te werk te gaan
m
LET OP:
De batterijen bevatten zeer vervuilende
chemicaliën. Daarom moeten zij verwijderd worden volgens de
ecologische of milieuvoorschriften (V2 raadt aan ze te verwijderen
d.m.v. gescheiden inzameling). In geval van verlies van elektrolyt
uit de batterijen, ze onmiddellijk vervangen en zorgvuldig het
contact met deze stof vermijden.