20
NL
1. Voorafgaande instructies
1. Alvorens dit toestel te installeren en te gebruiken, is
het voor de gebruiksveiligheid en de doeltreffendheid
ervan noodzakelijk kennis te nemen van deze
handleiding en zich te houden aan de voorschriften.
Een exemplaar van deze handleiding moet ter
beschikking van elke operator bewaard worden.
Bijkomende exemplaren kunnen op aanvraag
geleverd worden.
2. Gebruik dit toestel niet als één van de etiketten,
bevestigd op het toestel, of als één van de
accessoires, of als één van de opschriften niet langer
aanwezig zijn of leesbaar zijn, zoals aangegeven
aan het einde van deze handleiding. Identieke
etiketten kunnen op aanvraag geleverd worden en
moeten bevestigd worden voordat men het toestel
verder gebruikt.
3. Zorg ervoor dat alle personen aan wie u het gebruik
van dit toestel toevertrouwt de hantering ervan kent
en in staat is de veiligheidsvoorschriften die deze
hantering met zich meebrengt, kan naleven. Deze
handleiding moet ter beschikking van de gebruiker
gesteld worden. Bescherm uw materiaal tegen alle
ongecontroleerde ingrepen.
4. Het opstellen en de inbedrijfstelling van dit toestel
moeten uitgevoerd worden onder omstandigheden
die de veiligheid van de installateur garandeert,
conform de van toepassing zijnde reglementering.
5.
Controleer, vóór elk gebruik van dit toestel, of
het in ogenschijnlijk goede staat verkeert, net als
de accessoires die bij dit toestel gebruikt worden.
Een toestel mag nooit gebruikt worden als het
niet in schijnbare goede staat verkeert. Stuur het
toestel terug naar de fabrikant voor controle als het
bedrijfstoringen vertoont.
6. Bescherm uw toestel tegen alle schokken.
7. Dit toestel mag nooit voor andere doeleinden gebruikt
worden dan deze beschreven in deze handleiding.
Het toestel mag niet gebruikt worden voor een last
die groter is dan de maximale gebruikslast (MGL),
aangegeven op het toestel. In de standaardversie
mag het toestel nooit in een explosieve omgeving
gebruikt worden.
8. Dit toestel mag niet gebruikt worden in een lijn voor
het hijsen van personen zonder de toepassing van
de gebruikscoëfficiënten die vereist zijn voor de
veiligheid van de personen, en meer in het algemeen,
de toepassing van de veiligheidsreglementeringen
toepasbaar op de lastlijn waarvan het toestel deel
uitmaakt.
9. Tractel
®
ontkent alle verantwoordelijkheid voor de
werking van dit toestel in een montageconfiguratie
die niet in deze handleiding beschreven wordt.
10.
Elke wijziging, uitgevoerd buiten de controle
van Tractel
®
, of het verwijderen van een
samenstellend onderdeel stelt Tractel
®
vrij van alle
verantwoordelijkheid.
11. De demontage van dit toestel die niet in deze
handleiding beschreven is, of herstellingen,
uitgevoerd buiten de controle van Tractel
®
, stellen
Tractel
®
vrij van elke verantwoordelijkheid, in
het bijzonder in het geval van vervanging van
onderdelen door onderdelen die van andere
herkomst zijn.
12. Bij een definitieve onderbreking van het gebruik
van het toestel, dient het afgedankt te worden zodat
het gebruik ervan onmogelijk is. Respecteer de
reglementering omtrent de milieubescherming.
13.
Het gebruik van dit toestel met aanvullende
onderdelen die de signalen op een
besturingssysteem doorsturen, moet voorafgegaan
worden door een analyse van de risico’s met
betrekking tot de opgestelde besturingsfuncties,
uitgevoerd door de gebruiker van dit systeem, en
alle aangepaste maatregelen moeten naar behoren
genomen worden.
14. Dit toestel, gehomologeerd volgens de Europese
reglementering, moet gecontroleerd worden
conform de reglementering van elk land waarin
het gebruikt kan worden, vóór de inbedrijfstelling
en het gebruik ervan. Zich houden aan deze
reglementering.
2. Definities en pictogrammen
2.1. Definities
“Product”
: Element of geheel van de uitrusting
bepaald op de eerste pagina, volledig geleverd in de
standaardversie of in de verschillende beschreven
modellen.
“Installatie”
: Geheel van alle werken die nodig zijn
om het volledig product in bedrijf te stellen (of aan te
sluiten op andere elementen voor de inbedrijfstelling)
vertrekkende van de staat waarin het product geleverd
werd.
“ Gebruiker”
: Persoon of verantwoordelijke dienst van
het beheer en de gebruiksveiligheid van het product
beschreven in deze handleiding.
“Integrator”
: Gekwalificeerde persoon of dienst
die ervoor zorgt dat het huidige beveiligingssysteem
compatibel is met de installatie en compatibel is met de
gebruiksvoorwaarden.
“Technicus”
: Bevoegd persoon, belast met de
beschreven onderhoudswerken en door de handleiding
toegestaan aan de gebruiker, die vakbekwaam en
bekend is met het product.
“Opérator”
: Persoon of dienst die ingrijpt op het
gebruik van het product conform de bestemming ervan.