Tormatic TAD MS 230V, Руководство по сборке и эксплуатации

Страница: 90 / 128

88 - NL TAD MS 400V / 230V
2. Aan de deur een testgewicht (aanbevolen ca. 20 kg) beves-
tigen en de deur volledig openen en sluiten.
3. Op het LED-display verschijnt de gemeten waarde, die als
uitschakelwaarde worden overgenomen. De uitschakel-
waarde kan worden gewijzigd (dubbele waarde is gelijk aan
dubbele kracht).
4. Verwijder het testgewicht weer en daarna de deur opnieuw
volledig openen en sluiten.
Controle van de werking van de krachtbewaking
Na het afsluiten van krachtmeetbeweging een controle van de
werking van de krachtbewaking uitvoeren. Hiervoor het testge-
wicht weer aan de deur bevestigen. De aandrijving moet uitscha-
kelen!
LET OP De krachtbewaking is niet geactiveerd bij de
controle van de werking
Is de krachtbewaking niet geactiveerd, moeten
de instellingen bij menupunt 48 worden gecon-
troleerd. De krachtmeetbeweging moet worden
herhaald.
Inschakelduur (menupunt 49 )
De ingestelde inschakelduur verhindert oververhitting van de aan-
drijfmotor en voorkomt schade.
LET OP
Motor 5.24 met kunststofoverbrenging
Bij het gebruik van de motor 5.24 met kunststof-
overbrenging, moet de inschakelduur op de
waarde 1 (3~) of 2 (WS, 1~) worden ingesteld.
Menu 5 diverse instellingen
Externe commandogever (menupunt 51)
Bij het gebruik van externe commandogevers, moet afhankelijk
van de aansluiting en het type commandogever de betreffende in-
stelling bij menupunt 51 worden uitgevoerd. De waarde als volgt
instellen:
Gebruikt u een commandogever op de ingang J1.3 voor het ge-
ven van de puls DICHT en op de ingangj1.4 voor het geven van
de puls OPEN, moet de waarde 1 worden ingesteld.
Gebruikt u een commandogever met een schakelvolgorde OPEN-
STOP-DICHT op J1.3 (1/2 deuropening), J1.4 (volledige deurope-
ning), moet de waarde 0 worden ingesteld.
VOORZICHTIG
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
deur
Personen kunnen bij het sluiten van de deur wor-
den aangestoten of botsen met de deur.
•
De deur moet zichtbaar zijn vanaf de bedie-
ningslocatie.
RWA-functie (menupunt 55)
Bij menupunt 55 de betreffende deurpositie instellen. De brand-
meldinstallatie aansluiten op J7 en kies bij menupunt 50 de waar-
de 7.
Keuze besturingstype (menupunt 59)
Bij menupunt 59 worden verschillende besturingsvarianten gese-
lecteerd. De betreffende instellingen kunt u vinden in de aanvul-
lingsbladen.
LET OP
Zorg voor correcte instellingen
Verkeerde instellingen kunnen tot schade of sto-
ringen van de besturing leiden.
Menu 6 instellingen draadloos
Draadloze handzender inleren
Houd er rekening mee dat elke individuele handzender moet wor-
den ingeleerd.
De volgende versleutelingstypen kunnen worden ingeleerd:
KeeLoq, 12 Bit Multibit. De eerste ingeleerde code bepaalt het
versleutelingstype.
Startpuls (menupunt 60)
1. Kies bij menupunt 60 "Handzender startknop inleren".
2. Druk op de knop van de handzender voor het openen van
de deur.
ð
Zodra de code is ingeleerd, knippert de punt op het
LED-display 5 keer.
3. Ga naar exit voor het afsluiten van de instelling.
Lichtfunctie (menupunt 62)
Kies menupunt 62 en druk op de knop van de handzender voor
de lichtfunctie. Zodra de code is ingeleerd, knippert de punt op
het display 5 keer.
Draadloze codes wissen (menupunt 63)
Voor het wissen van de ingeleerde codes als volgt te werk gaan:
1. Kies het menupunt 63.
2. De knop ca. circa 5 seconden ingedrukt houden.
Zodra alle codes zijn gewist, knippert de punt op het dis-
play 5 keer.
Menu 7 DU-instellingen
DU-functie
Bij de eerste inbedrijfstelling moet de besturing bij menupunt 99
worden gereset naar de fabrieksinstellingen. De functie "Ope-
ningskrachtbevestiging" in de DU kan bij menu 4 onder menu-
punt 48 worden geselecteerd:
Waarde = 0 Krachtbegrenzing uit
Waarde = 1- 99 Krachtbegrenzing is geactiveerd
LET OP
Aandrijving tegen oververhitting beschermen
Voor het beschermen van de aandrijving tegen
oververhitting, moet de inschakelduur bij menu 4
onder het menupunt 49 worden ingesteld op de
waarde 5.
Menugedeelte 71-78 wordt automatisch vrijgegeven als een aan-
drijving met een DU-functie wordt herkend.
Draadloze sluitkant RadioBand
Het RadioBand-systeem controleert voor elke beweging de wer-
king van het systeem met een testsignaal en komt overeen met
PL c conform EN 13849-1.
De module insteken bij J14 en kies bij menupunt 35 de waarde 4,
evenals waarde 5 bij menupunt 53. De werking van klem J3 wordt
geactiveerd. Volg ook de aanwijzingen in de handleiding van de
RadioBand.
WAARSCHUWING
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
deur
Houd er rekening mee dat op J3 aangesloten
sensoren niet werken.
Proefdraaien
Na het afsluiten van de programmering proefdraaien, door het uit-
voeren van alle bedieningsfuncties. Kunnen alle bedieningsfunc-
ties probleemloos worden uitgevoerd, is de aangesloten deurin-
stallatie, evenals de laadbrug bedrijfsgereed.