42
2.3. HOE TREKT U DE
tree
MOTION EVO AAN ...
Zorg ervoor dat de gespen (1 en 9) van de heup- en
beenbanden los zijn.
a. Hou de gordel bij de rugvoering (6) vast.
b. Stap tussen de touwbrug (10) en de rugvoering in
de gordel en daarbij met de benen in de linker en
rechter beenband (17).
c. Sluit de heupriemgesp zorgvuldig (1).
d. Sluit de beenbandgespen zorgvuldig (9).
(Illu. 1-4, pagina 9)
2.4. ... EN ZORGT U VOOR EEN GOEDE
PASVORM
1. Verstel de heupriem bij gesp (1) en steek het uitein-
de door de elastische lus.
2. Verstel beide beenbanden (17) en steek de uiteinden
door de elastische lussen.
3. Verstel de lengteriemen (5) en steek de uiteinden
door de elastische lussen.
4. Stel de lengte van de touwbruggen in, die het
touwbrug-bevestigingspunt dragen, door zeker
te stellen dat de stopknopen correct geknoopt,
uitgevoerd en aangetrokken zijn, voor u „in het touw“
gaat. De ring wordt normaliter aan beide touwbrug-
gen tegelijk bevestigd. De touwbruggen moeten
even lang zijn. Ze zijn extra sterk uitgevoerd zodat,
wanneer bijvoorbeeld één touwbrug doorgesneden
wordt, de andere diens functie overneemt. Het is
ook mogelijk de ring uitsluitend aan één touwbrug te
gebruiken, waarbij in dat geval de tweede touwbrug
niet gebruikt wordt. Opmerking: beide touwbruggen
moeten aan de gordel gemonteerd zijn, zelfs dan
wanneer slechts één gebruikt wordt.
Als alternatief kan één aparte ring voor elke touwbrug
gebruikt worden. Dit vereenvoudigt het wisselen van
één bevestigingspunt naar een ander bevestiging-
spunt en beide touwbruggen kunnen op verschillen-
de lengten ingesteld worden. Een tweede ring kan
bij Teufelberger gekocht worden (zie hoofdstuk over
reserveonderdelen).
(Illu. 5-6, pagina 9)
Zorg ervoor dat de gordel helemaal voorbereid is
voor de taak die ermee uitgevoerd moet worden.
Neem daarna volledig vrij hangend een aantal werk-
posities aan zodat u zeker weet dat de gordel goed
en comfortabel zit en geschikt is om het werk uit te
voeren. Been- en rugkussens zijn d.m.v. klittenband
aan de gordel bevestigd en kunnen losgemaakt en
nadien weer bevestigd worden.
2.5. VERSTELLING VAN DE GESPEN
(Illu. 7-8, pagina 10)
De “Cobra FX25”-gespen van treeMOTION evo
zijn met een eenvoudig terugschuifbare, elastische
afdekking uitgerust. Deze dient de gesp tegen ve-
rontreiniging te beschermen. Schuif de afdekking
steeds zo ver terug dat u kunt vaststellen of de gesp
zeker gesloten is. Let op twee “klik”-geluiden! Daarna
schuift u de afdekking weer op haar plaats terug.
Voor informatie m.b.t. de reiniging van de gesp zie
hoofdstuk 7.
3. GEBRUIKSVORMEN
Een neerstorting mag niet mogelijk zijn. Met een
neerstorting wordt een vrije val bedoeld, met een
val bijvoorbeeld het wegglijden van de voeten.
De hoogte van de verbinding van de gordel met een
bevestigingspunt dient zo gekozen te worden dat
de geringste totale valhoogte bereikt wordt, terwijl
het de gebruiker nog veroorlooft de noodzakelijke
werkzaamheden uit te voeren.
Wanneer een verbinding met een punt aan de gordel
gemaakt wordt die voor de drager van de gordel
niet zichtbaar is, moet deze verbinding óf voor het
aantrekken van de gordel door de gebruiker zelf
óf voor alle zekerheid door een tweede persoon
gemaakt resp. gecontroleerd worden.
Gebruik als houdgordel in de zin van EN 358
(Illu. 10, pagina 10)
Zijdelingse belasting van de gordel. Voeten moeten
goed ondersteund zijn (b.v. staand tegen een stam
op klimsporen). Het verbindingsmiddel dient zich
op de hoogte van de taille te bevinden wanneer
deze met de ringen (4) aan de gordel verbonden is.
UITSLUITEND voor treeMOTION evo
: (Illu. 11,
pagina 10)
De ring op het midden van de achterzijde (beeld
11) is GEEN bevestigingspunt volgens ASTM
F887-16. Deze dient uitsluitend voor gebruik als
terughoudsysteem volgens EN358 op arbeids-
platvormen. (De gebruiker mag geen positie be-
reiken van waar een vrije val mogelijk is). Bevestig
GeBRUik