31
STAP 1
CONNEC-
TEER DE
ACCU
Bescher-
ming
BMS RESET
BELANGRIJK!
Controleer
voordat u
verder gaat of
de nominale
accuspanning
overeenkomt
met de
geselecteerde
laadspanning.
1
2.
8V
16
V
B
M S rese
t
16V
24-7
24-7
Bms
Bms
12.8V
12.8V
LFP
LiFePO
4
1234
12345
16V
/oml12.8v16v
optimate1.com
/oml12.8v16v
5
4
3
1a 1b
2
8
6
7
1
2.
8V
16
V
B
M S rese
t
16V
24-7
24-7
Bms
Bms
12.8V
12.8V
LFP
LiFePO
4
1234
12345
16V
/oml12.8v16v
optimate1.com
/oml12.8v16v
5
4
3
1a 1b
2
8
6
7
HANDMATIGE
ACTIVERING OPLADEN
WAARSCHUWING:
Controleer voor en na
HANDMATIG OPLADEN de
batterijtemperatuur. Als
de batterij op enig
moment onaangenaam
heet wordt om aan te
raken of als u
ongebruikelijke tekenen
opmerkt, KOPPEL DE
LADER ONMIDDELLIJK
UIT.
Led #1a / 1b: bevestigt de AC-voeding naar de lader en de geselecteerde
accuspanning.
Spanning wijzigen: koppel de lader los van de accu. Druk de SELECT-knop in
en laat opnieuw los. De geselecteerde spanning verandert zodra de knop niet
meer ingedrukt wordt. De leds SAVE (#3), LADEN (#4) en TEST (#6,7,8)
knipperen twee keer om te bevestigen dat de selectie is opgeslagen in het
geheugen.
Led #1a => 12,8 V Led #1b => 16 V
OPMERKING: ook wanneer de stroom wordt onderbroken, blijft de selectie
opgeslagen.
Led #2 OMGEKEERDE POLARITEIT: brandt wanneer de accu verkeerd is
aangesloten.
De lader is elektronisch beveiligd, zodat er niets wordt beschadigd. De
uitgang zal uitgeschakeld blijven tot de aansluitingen correct zijn.
AUTOMATISCHE ACTIVATIE:
De modus LADEN activeert automatisch en LED
#1a wordt feller als het voltage van de aangesloten accu tenminste 0,5 volt is.
Het programma gaat direct door naar STAP 2 en 3.
HANDMATIGE ACTIVATIE:
kan vereist zijn voor accu's met een geïntegreerd
accubeheersysteem dat beschermt tegen diepe ontlading.
Druk op de drukknop.
LED # 3 knippert eenmaal per seconde als een
speciale BMS-resetpuls wordt afgegeven. Wanneer de OptiMate Lithium
detecteert dat de accu BMS is gereset, gaat LED # 3 vol aan, de reset-pulsen
stoppen automatisch en het programma gaat verder met STAP 5. Haal de
vinger van de drukknop.
LED # 3 licht kort op en gaat dan uit:
een diep ontladen accu kan mogelijk
niet voldoende spanning bevatten om zijn eigen BMS-systeem van stroom te
voorzien.
Plaats uw vinger op de BMS-resetknop gedurende 10 of meer seconden totdat
LED # 3 volledig gaat branden. Het programma gaat nu verder naar STAP 4.
Fout!
LED # 8 knippert / knippert:
1) Accu is in omgekeerde polariteit
aangesloten. Corrigeer de aansluitingen en probeer het opnieuw. 2) Het
voertuigcircuit dat wordt gevoed door de accu verhindert dat de puls wordt
doorgegeven. Koppel de accu los van het voertuig en probeer het opnieuw.
3) Het BMS van de accu of de accu zelf kan schade hebben opgelopen. Laat
de accu vakkundig beoordelen. 4) De lader kan geen stroom leveren als de
omgevingstemperatuur buiten het veilige oplaadbereik van de accu ligt. Zie
pagina 2 voor temperatuur (° C / ° F) en de bijbehorende Ampère (A)
waarden.
STAP 2
Bescher-
ming
VEILIGHEIDS
CONTROLE
SPANNING
De lader doet
niets zolang de
gebruiker niet
handelt.
Led #1a of #1b & led
#3 knipperen
tegelijkertijd
1
2.
8V
16
V
B
M S rese
t
16V
24-7
24-7
Bms
Bms
12.8V
12.8V
LFP
LiFePO
4
1234
12345
16V
/oml12.8v16v
optimate1.com
/oml12.8v16v
5
4
3
1a 1b
2
8
6
7
Accuspanning is te laag of te hoog; het komt niet overeen met het
geselecteerde voltage.
1. Controleer of de nominale spanning van de accu overeenkomt met de
geselecteerde spanning.
Zo niet, koppel dan de lader los van de accu. Selecteer de correcte spanning.
Verbind de accu opnieuw met de lader.
Als deze overeenkomt met de geselecteerde spanning (16 V), ga verder naar
punt 2.
2. Voor een volledig ontladen 16V-accu (16V geselecteerd): Houd de knop
gedurende minstens 3 seconden ingedrukt totdat led #1a / #1b en led #3
beginnen branden.
Het programma gaat automatisch verder naar STAP 3.
Laat de drukknop los.