30
LADER MET AUTOMATISCHE DIAGNOSE VOOR 12,8 V / 16V LiFePO
4
-
BATTERIJEN TOT 120 Ah
NIET GEBRUIKEN VOOR NiCd-, NiMH-, andere Li-ion- OF NIET-OPLAADBARE ACCU’S.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWING EN OPMERKINGEN:
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht
staan of instructie hebben gekregen inzake het gebruik van het apparaat van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht staan om er zeker van te zijn dat ze
niet met het apparaat spelen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWING EN OPMERKINGEN:
Accu's stoten EXPLOSIEVE GASSEN uit - voorkom het ontstaan van
vlammen of vonken in de buurt van de accu.
De stekker van de lader mag niet in het stopcontact zitten, wanneer gelijkstroom-/
accuverbindingen gemaakt of verbroken worden. Accuzuur is in hoge mate corrosief. Draag beschermende kleding en oogbescherming
en vermijd contact. Bij onbedoeld contact onmiddellijk met water en zeep wassen. Controleer of de accuaansluitingen vastzitten; als dat
niet het geval is, moet u de accu door een vakman laten nakijken. Als de accuaansluitingen aangetast zijn, reinigt u ze met een
koperdraadborstel; als ze vettig of vuil zijn, reinigt u ze met een doek die bevochtigd is met reinigingsmiddel. Gebruik de lader alleen als
de ingangs- en uitgangsdraden en aansluitingen onbeschadigd en in goede staat zijn. Met het oog op uw veiligheid moet u een
beschadigde ingangskabel meteen laten vervangen door de fabrikant of een erkende reparateur. Bescherm de lader tegen zuur en
zuurdampen, en tegen damp en vochtigheid, zowel tijdens het gebruik als bij de opslag. Schade als gevolg van corrosie, oxidatie of
interne elektrische kortsluiting valt niet onder de garantie. Zorg tijdens het opladen voor voldoende afstand tussen de lader en de accu,
om contact met of blootstelling aan zuur of zure dampen te voorkomen. Als u de lader horizontaal gebruikt, plaatst u hem op een harde,
vlakke ondergrond maar NIET op plastic, textiel of leer. Onderaan in de voetplaat zitten gaten om de lader te bevestigen op een geschikt
verticaal oppervlak dat in goede staat verkeert.
BLOOTSTELLING AAN VLOEISTOFFEN:
Deze lader is ontworpen om per ongeluk gemorste of spatten van vloeistoffen van bovenaf
op de behuizing, of lichte regenval te weerstaan. Het wordt afgeraden de lader lang aan regen bloot te stellen, met het oog op een
langere levensduur. Defecten aan de lader door oxidatie die het gevolg is van eventuele insijpeling van vloeistoffen in de elektrische
onderdelen, aansluitingen of stekkers, vallen niet onder de garantie.
DE LADER AANSLUITEN OP DE ACCU
1.
De stekker van de lader mag niet in het stopcontact zitten, wanneer gelijkstroom-/accuverbindingen gemaakt of verbroken worden.
2.
Indien u een accu in een voertuig met de accuklemmen gaat opladen, dient u, voordat u de lader aansluit, te controleren of de
accuklemmen veilig en op voldoende afstand van de omringende bedrading, metalen buizen en het chassis geplaatst kunnen
worden. Sluit de lader aan in deze volgorde: sluit eerst de pool van de accu aan die niet verbonden is met het chassis (meestal
positief), sluit daarna de andere accuklem aan (meestal negatief) op het chassis op ruime afstand van de accu en de
brandstofleiding. Ontkoppel de lader in omgekeerde volgorde.
3.
Plaats de accu in een goed geventileerde ruimte wanneer u een accu met accuklemmen buiten het voertuig gaat opladen. De lader
aansluiten op de accu: RODE klem op de POSITIEVE (POS, P of +) pool en ZWARTE klem op de NEGATIEVE (NEG, N of –) pool. Zorg
dat de klemmen stevig en veilig zijn bevestigd. Een goed contact is belangrijk.
4.
Als de accu zwaar ontladen is, dient de accu uit het voertuig verwijderd en gecontroleerd te worden voordat een poging
wordt ondernomen om de accu te herstellen.
Controleer de accu visueel op mechanische defecten zoals bol staan, gescheurde
behuizing of tekenen van elektrolytlekkage. Probeer de accu niet op te laden wanneer mechanische defecten zichtbaar zijn, maar
laat de accu door een vakman nakijken.
HET LADEN STARTEN
OPLAADTIJD
: Oplaadtijd voor een platte maar onbeschadigde accu:
Voor accu's van 2,5 Ah tot 10 Ah:
60 tot 120 minuten om naar de spanningsbehoudtest te gaan.
Voor accu's van meer dan 10 Ah:
iets minder dan 20% van de capaciteit in Ah. Zo zou het voor een accu van 50 Ah maximaal 10 uur
mogen duren om tot de spanningsbehoudtest te komen. Voor diep ontladen accu's is de oplaadtijd aanzienlijk langer.
safeTº -
Het
safeTº
-programma beperkt de laadstroom wanneer de op de OptiMate Lithium gemeten temperatuur lager is dan 0 ºC / 32 ºF of
hoger is dan 45 °C / 113 °F. Wanneer de temperatuur oorspronkelijk lager was dan 0 °C / 32 °F, wordt de laadstroom alleen het eerste uur
beperkt. Daarna wordt verondersteld dat de interne temperatuur van de accu is opgelopen tot het normale temperatuurbereik. De OptiMate
Lithium kan geen stroom leveren als de omgevingstemperatuur buiten het veilige oplaadbereik van de accu ligt. Zie pagina 2 voor temperatuur (°
C / ° F) en de bijbehorende Ampère (A) waarden.
ZEER PLATTE, VERWAARLOOSDE ACCU'S:
lees aandachtig het volgende:
Een
LiFePO
4
-accu die voor lange tijd diep
ontladen is geweest, kan blijvende schade veroorzaken aan een of meer cellen. Dit soort accu's kan tijdens het opladen
uitzonderlijk warm worden. In de modus SPAREN beperkt het programma de laadstroom wanneer de spanning lager is dan
12,8 V / 16V. Het
ampmatic
™ programma detecteert zichtbare schade aan de cellen en onderbreekt het laden
automatisch, maar hoe hoger het aantal cellen in parallel, hoe moeilijker om een slechte cel op te sporen.
Controleer ALTIJD de temperatuur van de accu tijdens het eerste uur, daarna om het uur. Wanneer de accu op een bepaald
moment zo warm wordt dat je hem niet meer kunt aanraken of er zijn ongewone tekenen, KOPPEL DE LADER DAN METEEN LOS.