La programmation se fait en quatre étapes, briè-
vement résumée ici.
Démarrage de la programmation manuelle
Interrompre l‘alimentation en courant
- Attendre au moins 20 s - Rétablir
l‘alimentation en courant.
La LED du champ du détecteur clignote en
rouge et jaune pendant le démarrage du
circuit électronique.
Ne rien placer dans la zone de détection
pendant cette phase!
La LED reste ensuite allumée en rouge pen-
dant max. 7 s. Pendant cette phase, couvrir
le champ du détecteur et la maintenir cou-
verte. Le mode de programmation démarre.
Sélection d‘une fonction (F1 - F6)
Les fonctions sont alors signalisées l‘une
après l‘autre par le clignotement de la LED
jaune (cf. tableau). Pour sélectionner une
fonction, découvrir la zone de détection
pendant que le code correspondant clignote.
Paramètres:
Fonctions
F1
Temps de
rinçage
1 s
2 s
3 s ..15 s
P1
P2
P3
F2
Portée
Courte
Moyenne *
Longue **
F3
Rinçage de
stagnation
Arrêt *
Marche, 24 h
après la dernière
utilisation
Marche, en journée
Toutes les 24 heures
F4
Prérinçage
1 s
Arrêt *
Marche
F5
Mode
„Stade“
Arrêt *
Marche
F6
Rinçage
siphon
Arrêt *
Marche
*
*
Réglage par défaut
**
Exemple de programmation
Handmatige programmering
38
Handmatige programmering
Bedieningselementen voor de program-
mering:
1 LED (geel / rood)
2 Sensorveld
De volgende tabel geeft een overzicht van
de hoofdprogramma´s en de beschikbare
parameters voor de handmatige program-
mering van de kraan:
1 2
50 - 100 mm
De programmering gebeurt in vier stappen, die
hier kort worden samengevat.
Handmatige programmering starten
Stroomtoevoer onderbreken — minstens
20 s wachten — en stroomtoevoer weer
herstellen.
Tijdens het starten van de elektronica knip-
pert de LED in het sensorveld rood/geel.
Kom in deze fase niet met uw handen in
het sensorbereik!
Vervolgens brandt de LED gedurende max.
7 s rood. Bedek binnen deze rode fase
het sensorveld en houd hem bedekt. De
programmeermodus wordt gestart.
Functie (F1 - F6) selecteren
De functies worden nu na elkaar door
knipperen van de gele LED gesignaleerd
(zie tabel). Om een functie te selecteren
geeft u het sensorbereik tijdens de betref-
fende knippercode vrij.
Parameters instellen
Door knipperen van de rode LED wordt u
geïnformeerd over de momenteel ingestel-
de parameters (zie tabel).
Door het sensorveld opnieuw te bedekken
kunt u de betreffende parameters instellen.
Deze worden na elkaar door knipperen van
de rode LED gesignaleerd (zie tabel).
Om een parameter in te stellen geeft u
het sensorbereik tijdens de betreffende
knippercode vrij.
Operationeel maken
Na verlaten van het sensorveld begint de
programmeermodus opnieuw met het tijd-
venster van 7 seconden (continu branden
van de rode LED).
Als het sensorveld binnen de 7 seconden
niet wordt bedekt, dan is de programme-
ring afgesloten. De kraan is nu operatio-
neel.
Parameters:
Functies
F1
Spoeltijd
1 s
2 s
3 s ..15 s
P1
P2
P3
F2
Reikwijdte
Kort
Gemiddeld *
Lang **
F3
Stagnatie-
spoeling
Uit *
Aan, 24 h na
laatste gebruik
dagelijks Aan,
om de 24 h
F4
Voorspoeling
1 s
Uit *
Aan
F5
Stadion-
bedrijf
Uit *
Aan
F6
Geur-
sluiting-
spoeling
Uit *
Aan
*
*
Werkseinstellung
**
Programmierbeispiel
In de afbeeldingen op pagina 42 en 43 is de hand-
matige programmering stap voor stap voorgesteld.
Bij wijze van voorbeeld wordt hier getoond hoe de
functie
„Reikwijdte“ (F2) op „Lang“ (P3)
wordt
ingesteld..