Ref.
/640
PM2006-V
28
-
PMS2000 System
-
•
aPPeNDiX
•
installatietypen
Hieronder worden de belangrijkste gebruiksmogelijkheden van de
lijnbesturingseenheid PM2006-V binnen het systeem PMS2006-
VES toegelicht:
a) eén enkele versterker
De PM2006-V gebruikt één enkele versterker voor de
verspreiding van alarmmeldingen, “broadcast”berichten,
lijntests en achtergrondmuziek. De hoogste prioriteit is
toegekend aan de alarmmeldingen, de laagste aan de
achtergrondmuziek. Voor het uitvoeren van de lijntests wordt
de muziek gedurende de tijd, die nodig is voor het meten
van de impedantie op alle lijnen onderbroken (ongeveer
12 seconden). Bij tussenkomsten van de bediener voor het
verzenden van een “broadcast” (of nood-) bericht, wordt
een eventueel op dat moment uitgevoerde test onderbroken
en aan het eind van de zending herhaald. In de noodmodus
(geactiveerd door op de toets “Emergency” op de module
PM2025-V te drukken), worden de tests wel uitgevoerd
(slechts onderbroken door het uitzenden van noodmeldingen),
maar het is dan niet mogelijk om berichten om te roepen
vanaf de broadcast consoles, of om achtergrondmuziek uit te
zenden. Tijdens het omroepen van broadcastberichten naar de
zones die niet bereikt hoeven te worden door die meldingen,
wordt de muziek onderbroken
B) twee aparte versterkers
De PM2006-V gebruikt één versterker voor de achtergrondmuziek
en één voor de verspreiding van alarmmeldingen, “broadcast”
berichten en lijn tests. Zoals bij de modus waarbij één
enkele versterker wordt gebruikt, heeft de verspreiding van
alarmmeldingen de hoogste prioriteit, en de achtergrondmuziek
de laagste. Voor het uitvoeren van de lijntests wordt de
muziek gedurende de tijd, die nodig is voor het meten van de
impedantie op alle lijnen onderbroken (ongeveer 2 seconden).
Bij tussenkomsten van de bediener voor het verzenden van
een “broadcast” (of nood-) bericht, wordt een eventueel op
dat moment uitgevoerde test onderbroken en aan het eind
van de zending herhaald. In de noodmodus worden de tests
wel uitgevoerd (slechts onderbroken door het uitzenden
van noodmeldingen), maar het is dan niet mogelijk om
berichten om te roepen vanaf de broadcast consoles, of om
achtergrondmuziek uit te zenden. Gedurende de verspreiding
van broadcastmeldingen naar de zones die niet bereikt hoeven
te worden door die meldingen, gaat de muziek gewoon door.
Storingen op de “Voice” versterker worden tijdens de tests
opgespoord en gesignaleerd door de led “AMPLY” die gaat
branden.
C) Twee aparte verst reserve
De werking is identiek aan die met twee versterkers. De
derde versterker wordt gebruikt als riserve “Voice”. Indien de
PM2006-V gedurende de testcyclus de 20kHz van de “Voice”
versterker niet opspoort, schakelt hij de riserve-versterker
in en geeft de storing aan met de led “AMPLY”. Bij storingen
van de reserveversterker gaat de led “SPARE” branden.
De inschakeling van de reserveversterker kan tijdens het
configureren geforceerd worden (zie tabel op pag. 23).
D) Uitbreiding van de luisterzones
Er kunnen maximaal 6 PM2006-V eenheden onderling met
elkaar verbonden worden, waarmee 36 zones worden
bereikt.
Hieronder volgt een gedetailleerde afbeelding van de belangrijkste
installatietypes die tot stand kunnen worden gebracht.
•
aPÉNDiCe
•
tipologías de instalación
A continuación se muestran las principales modalidades de uso
del controlador de línea PM2006-V dentro del sistema PMS2006-
VES:
A) Amplificador individual
El PM2006-V explota un sólo amplificador para la difusión de
alarmas, llamadas “broadcast”, test de las líneas y música
de fondo. La difusión de alarmas tiene la mayor prioridad, la
música de fondo tiene la prioridad más baja.
Para poder efectuar los test de línea, se interrumpe la música
por todo el tiempo necesario para medir la impedancia en
todas las líneas (aproximadamente 12 segundos).
En caso de actuación del operador para difundir un mensaje
de “broadcast” (o emergencia) un eventual test en ejecución
será interrumpido y repetido al término de la difusión.
En la modalidad de emergencia (activada presionando el
pulsador “Emergency” en el módulo PM2025-V) los test serán
efectuados (interrumpidos sólo por la difusión de mensajes
de emergencia) pero no será posible efectuar llamadas desde
las consolas broadcast ni difundir música de fondo.
Durante la difusión de llamadas broadcast en las zonas
no involucradas en la difusión se interrumpe la música.
B) Dos amplificadores dedicados
El PM2006-V explota un amplificador para la música de fondo
y uno para la difusión de alarmas, “llamadas broadcast” y test
de las líneas. Como en la modalidad con un solo amplificador,
tiene la prioridad más alta la difusión de alarmas, mientras
que la música de fondo tiene la prioridad más baja. Para
poder efectuar los test de línea se interrumpe la música por
el tiempo necesario para medir la impedancia de una sola
línea (aproximadamente 2 segundos). En caso de actuación
del operador para difundir un mensaje de “broadcast” (o
emergencia) un eventual test en ejecución será interrumpido
y repetido al término de la difusión. En la modalidad de
emergencia los test serán efectuados (interrumpidos sólo por
la difusión de mensajes de emergencia) pero no será posible
efectuar llamadas desde las consolas broadcast ni difundir
música de fondo. Durante la difusión de llamadas broadcast,
en las zonas no involucradas en la difusión, la difusión musical
continúa normalmente.
En caso de avería del amplificador voz, la anomalía es
detectada durante los test y señalada con el encendido del
LED “AMPLY”.
C) Dos amplificadores ded reserva
El funcionamiento es igual que para la modalidad con dos
amplificadores. El tercer amplificador se utiliza como reserva
para voz. Si durante el ciclo de test el PM2006-V no detecta los
20 kHz del amplificador voz, activa el amplificador de reserva
señalando la avería con el LED “AMPLY”. En caso de avería
de la reserva se enciende el LED “SPARE”. Es posible forzar la
activación de la reserva durante la configuración (ver la tabla
en la pág. 23).
D) expansión de las zonas de escucha
Es posible conectar entre ellas hasta 6 unidades PM2006-V,
logrando de esta forma 36 zonas de difusión.
En las tablas siguientes se ilustran detalladamente las principales
tipologías de instalación realizables.
