106 | Ottobock
8E38=9, 8E39=9, 8E41=9
De proportionele DMC-besturing (Dynamic Mode Control) maakt het de patiënt mogelijk de grijp-
snelheid en grijpkracht proportioneel met de hoogte van zijn spiersignaal aan te sturen. Als de
sterkte van het spiersignaal verandert, worden de grijpsnelheid en grijpkracht onmiddellijk aan
dit gewijzigde spiersignaal aangepast.
De coaxbus van de MyoHand VariPlus Speed (8E38=9) is gemarkeerd met een groene ring en
de aansluitkabel van de MyoHand VariPlus Speed (8E39=9 resp. 8E41=9) met een groene huls.
5.1 Programmeerfunctie
Er kan gekozen worden uit zes programma’s, zodat de werking van de hand optimaal kan wor-
den afgestemd op de patiënt. Voor de programmaselectie sluit u de MyoSelect (757T13) aan.
5.2 In- en uitschakelen van de MyoHand VariPlus Speed
(afb.1, afb.2)
Door drukken op de prothesehandschoen kan de in de besturingselektronica geïntegreerde aan-/
uitschakelaar worden bediend.
Drukken op de handrug:
schakelaar AAN (afb. 1)
Drukken onder de duim:
schakelaar UIT (afb. 2)
6 Afstelling van de elektrode(n)
De MyoHand VariPlus Speed functioneert het beste, als de elektroden optimaal zijn gepositioneerd
en afgesteld. Dit kan probleemloos worden gerealiseerd met de MyoBoy (757M10) of de MyoBoy
(757M11) met usb-aansluiting.
Let op!
De patiënt moet tijdens het afstellen van de elektroden af en toe een pauze houden,
omdat er anders door spiervermoeidheid een vertekend beeld ontstaat en de therapeut
ertoe zal neigen de elektroden te gevoelig af te stellen. Zorg er zo mogelijk voor dat de
huid waarop de contactvlakken van de elektroden komen te liggen, helemaal gaaf is.
Indien er sterke storingen door elektrische apparatuur waarneembaar zijn, moet de po-
sitionering van de elektroden worden gecontroleerd en moeten de elektroden zo nodig
worden verplaatst. Als het niet lukt de storingen te verhelpen, neem dan contact op met
Ottobock Myo-Service.
7 Programma-instellingen
(afb. 3 t/m 6)
Om de hand optimaal te kunnen aanpassen aan de patiënt, zijn er 6 programmavarianten, die
met behulp van de MyoSelect (757T13) geselecteerd en ingesteld kunnen worden. Bij aflevering
is programma 1, DMC plus, geactiveerd.
Programma 1, 3 en 4:
De elektroden moeten zo worden afgesteld, dat de patiënt het betreffende elektrodesignaal ca.
2 seconden lang boven de waarde HIGH kan houden (afb. 3).
Programma 2:
De DICHT-elektrode moet zo worden afgesteld, dat de patiënt het betreffende elektrodesignaal
ca. 2 seconden lang boven de waarde ON kan houden (afb. 5). De OPEN-elektrode moet zo
worden afgesteld, dat de patiënt het betreffende elektrodesignaal ca. 2 seconden lang boven de
waarde LOW kan houden (afb. 4).