Oleo-Mac OM 106, Инструкция для оператора

Страница: 247 / 344

247
PROBLEMEN MET HET MAAIMECHANISME,(vervolg)
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
DE AANDRIJFRIEM
VAN HET
MAAIMECHANISME
STOPT TIJDENS HET
MAAIEN
Beschadigde aandrijfriem van het
maaimechanisme
► Controleer de toestand van de riem. Misschien
is de riem losgesprongen van de riempoelie of is
beschadigd. Vervang de riem als dat nodig is.
De aandrijfriem is onvoldoende
gespannen
► Controleer de spanning van de aandrijfriem ( 6.3.8
en 6.3.9 ) en span de riem, als dat nodig is. Controleer
ook de loop van de riem.
Ongeschikte maaihoogte
► Controleer de ingestelde maaihoogte en pas deze
aan, als dat nodig is.
Een voorwerp belemmert de beweging
van de riem ► Controleer de beweging van de riem en verwijder alle
voorwerpen en vuil, als dat nodig is.
Beschadigde riempoelies
► R Controleer alle riempoelies opnieuw. Gedeukte of
gescheurde poelies kunnen problemen veroorzaken.
Vervang deze, als dat nodig is. Controleer het
oppervlak aan de binnenzijde van de poelie op de
motor. Als het oppervlak ruw is of gescheurd, moet de
riemschijf worden vervangen.
Versleten onderdelen van het
spanmechanisme ► Controleer de onderdelen van het spanmechanisme
op slijtage, vervang onderdelen, als dat nodig is.
DE AANDRIJFRIEM
VAN HET
MAAIMECHANISME
SLIPT
Het gras is te hoog of nat
► Als het gras te hoog staat of nat is, kan de aandrijfriem
van het maaimechanisme slippen. Controleer dat de
riem niet versleten is. Vervang de riem als dat wel zo is.
De aandrijfriem is onvoldoende
gespannen ► Controleer de spanning van de aandrijfriem ( 6.3.8
en 6.3.9 ) en span de riem, als dat nodig is.
Versleten of beschadigde spanveer van
de riem van het maaimechanisme
► Controleer de spanveer van het spanmechanisme van
de riem. Vervang de veer als deze te ver is uitgerekt of
beschadigd is.
DE AANDRIJFRIEM
VAN HET
MAAIMECHANISME
SLIJT HEEL ERG
Een voorwerp belemmert de beweging
van de riem
► Controleer alle punten langs de weg die de riem aflegt.
Controleer of de riem misschien in zijn bewegingen
wordt belemmerd door een voorwerp. Verwijder dit, als
dat het geval is.
Beschadigde riempoelies
► Controleer de poelies en vervang ze als ze beschadigd
zijn.
Ongeschikte maaihoogte
► Controleer de ingestelde maaihoogte en pas deze
aan, als dat nodig is.
De aandrijfriem is onvoldoende
gespannen ► Controleer de spanning van de aandrijfriem ( 6.3.8
en 6.3.9 ) en span de riem, als dat nodig is.
DE MAAIMESSEN
KUNNEN NIET IN
BEWEGING WORDEN
GEZET
Beschadigde of versleten aandrijfriem
van het maaimes ► Controleer de conditie van de riem - vervang de riem
als dat nodig is. Span de riem als deze te los is.
Beschadigde veer van het
spanmechanisme ► Controleer de conditie van de veer van het
spanmechanisme en vervang de veer als dat nodig is.
Een voorwerp belemmert de beweging
van de riem
► Controleer of de snaar misschien in zijn bewegingen
wordt belemmerd door een voorwerp. Verwijder dit, als
dat het geval is.
DE MAAIMESSEN
STOPPEN MET EEN
VERTRAGING
De aandrijfriem is onvoldoende
gespannen
► Controleer de spanning van de aandrijfriem ( 6.3.8
en 6.3.9 ) en span de riem, als dat nodig is. Als de
riem niet kan worden gespannen, als gevolg van
aanzienlijke slijtage, vervang de riem dan.
Een voorwerp belemmert de beweging
van de riem
► Controleer of de snaar misschien in zijn bewegingen
wordt belemmerd door een voorwerp. Verwijder dit, als
dat het geval is.
Onjuiste werking van de
elektromagnetische koppeling
► Controleer dat de elektromagnetische koppeling goed
overschakelt. Laat de koppeling, als deze niet goed
werkt, vervangen of repareren in een geautoriseerde
servicewerkplaats.