M1.3.TIG200PAC.NLFREN 21052019
16
NL
Gebruikstips
Lasboogontstekingsmodi in SMAW
• Boogontsteking onder lage stroom:
Stel de boogontstekingsstroom (I1) op een waarde kleiner dan I2, en
de machine zal in boogontsteking modus onder lage stroom treden. Raak het werkstuk met de elektrode, en til de
elektrode naar de normale positie, om te lassen na de lasboog ontstoken is.
• Boogontsteking onder hoge stroom:
Stel de boogontstekingsstroom (I1) op een waarde gelijk aan of groter
dan I2, en de machine zal in boogontsteking modus onder hoge stroom treden. Raak het werkstuk met de elektrode,
en het lassen kan beginnen zonder de elektrode te tillen.
• Keuze van de elektrode� Zie details in de tabel 8�1
Tabel 8�1 - Referentietabel voor MMA lassen
Elektrode diameter (mm) Aanbevolen lasstroom (A)
Aanbevolen lasspanning (V)
1,6
30~60
21~23
2,0
50~90
22~24
2,5
80~120
23~25
3,2
100~140
24~26
4,0
140~160
26~28
8�4�2 DC TIG lassen
22
/
50
E201 SC-A0
Fig 10.13 DC TIG Current Change Waveform
In DC TIG mode, 8 adjustable parameters are available for this machine. Describe them as below.
Current (I3):
This parameter can be set according to users’ own technical requirements.
Initial current (I1):
It is the current when arc is ignited by pushing the torch trigger, and it should be
set according to users’ own technical requirements. If the initial current is high enough, arc is easier
to ignite. However, it should not be too high when welding thin plate, so as to avoid burn through the
workpiece during arc ignition. In some operation modes, the current does not rise but stay at the
initial current value to preheat the workpiece or illuminate.
Pilot arc current (I5):
In some operation modes, the arc does not stop after current downslope but
stay in the pilot arc state. The working current in this state is called pilot arc current, and it should be
set according to users’ technical requirements.
Pre-flow time:
It indicates the time from the torch trigger being pushed to arc being ignited in
non-contact mode. Commonly it should be longer than 0.5s to make sure that the gas has been
delivered to the welding torch in normal flow before arc ignition. The pre-flow time should be
increased if the gas hose is long.
Post-flow time:
It indicates the time from the welding current being cut off to the gas valve inside the
machine being closed. If it is too long, it will lead to a waste of argon gas; if it is too short, it will result
in the oxidation of weld bead. When in AC TIG or for special materials, the time should be longer.
Upslope time (tr):
It indicates the time spent on current rising from 0 to the preset value, and it
should be set according to users’ technical requirements.
Downslope time (td):
It indicates the time spent on current dropping from the preset value to 0, and
it should be set according to users’ technical requirements.
Tungsten Electrodes Selection: see details in Table 4.2
Table 4-2 TIG Process Specification Reference Table
Electrode Dia
(
mm
)
Recommended Welding Current
(
A
)
1.0
5
~
30
1.6
20
~
90
2.0
45
~
135
Afb. 8.13 Stroomverandering golfvorm tijdens DC TIG lassen
In DC TIG modus, zijn 8 instelbare parameters op deze machine verkrijgbaar. Hieronder de omschrijving ervan:
• Stroom (I3):
Deze parameter kan aan de technische eisen van de gebruiker aangepast worden.
• Beginstroom (I1):
Dit is de stroomsterkte wanneer de lasboog ontstoken wordt door het indrukken van de
toortsschakelaar, en deze moet aan de technische eisen van de gebruiker aangepast worden. Als de beginstroom hoog
genoeg is, dan is de lasboog gemakkelijk te ontsteken. Echter mag deze niet te hoog zijn bij het lassen van dunne platen,
om een verbranding door het werkstuk tijdens de boogontsteking te vermijden. In sommige werkmodi, stijgt de stroom niet
maar blijft op de beginwaarde, om het werkstuk te verwarmen of om te verlichten.
• Pilootboogstroom (I5):
In sommige werkmodi, stopt de lasboog niet na de downslope, maar blijft in de pilootboog
toestand. De werkstroom in deze toestand wordt pilootboogstroom genoemd, en moet aan de technische eisen van de
gebruiker aangepast worden.
•
Pre-flow tijd:
Deze geeft de tijd vanaf het indrukken van de toortsschakelaar tot de boogontsteking in contactloze
modus. Normaal moet de pre-flow tijd langer dan 0,5 s. zijn, om ervoor te zorgen dat het gas naar de toorts afgeleverd
werd in normale stroom voor de boogontsteking. De pre-flow tijd moet verlengd worden als de gasslang langer is.
•
Post-flow tijd:
Deze geeft de tijd vanaf het moment dat de lasstroom uitgeschakeld werd totdat de gasklep in de
machine gesloten is. Als de tijd te lang is, leidt dit tot een argon verspilling. Als de tijd te kort is, leidt dit tot een oxidatie
van de lasnaad. In AC TIG lasmodus, of voor sommige materialen, moet de post-flow tijd langer zijn.
• Upslope tijd (tr):
Dit is de tijd die nodig is voor de stroom om van 0 naar de vooraf ingestelde waarde te stijgen, en
deze moet aan de technische eisen van de gebruiker aangepast worden.
• Downslope tijd (td):
Dit is de tijd die nodig is voor de stroom om van de vooraf ingestelde waarde naar 0 te dalen, en
deze moet aan de technische eisen van de gebruiker aangepast worden.
• Selectie van de wolfraam elektroden: zie details in de tabel 8.2
Lasstroom
Beginstroom
Upslope
Upslope tijd
Voorafgaande selectie
Downslope
Downslope tijd
Pilootboog
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC