N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
6 NL
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
NL 7
4. OPSLAG
De machine mag niet aan vochtigheid worden blootgestelt. Het aansluitingskabel is voor de opslag van de
stroom te onderbreken en niet voor het ophangen van het gereedschap te gebruiken. Slaat U de frees
altijd
in de toebehorende transportkoffer, buiten bereik van kinderen op.
5. ONDERHOUD
BELANGR
IJK:
Let U er
altijd
op, dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat U de machine
onderhoudt!
Houdt U de machine zuiver, door regelmatige reiniging met een vochtige doek. Let U erop, dat geen
•
vreemde voorwerpen in het binnenleven van het elektrowerktuig komen. Reinigt U regelmatig de ventila-
tiegaten, omdat de motorventilatie stof in de behuizing zuigt.
Houdt U de
snijgereedschap
scherp en zuiver. Zorgvuldig onderhouden
snijgereedschap
met scherpe
•
snijkanten
klemmen minder vast en
zijn
makelijker
te voeren.
Vervangt U meteen versleten of beschadigde onderdelen en verzekert U zich voor ieder inschakelen, dat
•
het aansluitingskabel niet bechadigd is.
5.1 OPLOSSEN VAN STORINGEN
Probleem
M
ogelijke oorzaak
Oplossing
De machine funktioneerd niet.
1. De stekker zit niet in
de stopcontact.
2. Er is geen elektrische
spanning op de stekker.
3. De condenstator heeft
een functiestoring.
4. De koolborstels
zijn
versleten.
1. Controleert U, of de stekker
juist in het stopcontact zit.
2. Controleert U de zekering en
de Aan-/ Uitschakelaar op
schade.
3. Laat U de condensator door
een vakwerkplaats vervangen.
4. De koolborstels moeten
vervangen worden. (Zie 5.3)
De prestaties van de machine
bij
het afbeitelen van o.a.
stukadoorwerk is verminderd.
Eventueel
zijn
de freeswielen
versleten.
Vervangt U de freeswielen.
(Zie 5.2)
De machine maakt ongewoon-
lijke
geluiden, loopt niet rond
(„slaat“).
1. Eventueel is er een
lager beschadigt.
2. Eventueel is de motor
beschadigt.
Laat U de machine door een
vakwerkplaats repareren.
Inschakelen:
Schakelt U indien nodig eerst de stofzuiger aan. Houdt U de saneerfrees met de linkerhand aan de hand-
greep en met de rechterhand aan de hoofdgreep vast. Linkshandigen kunnen houdingsposities verwisselen.
Drukt U de schakelaar op „AAN“. Houdt U rekening met een draaieffect door de ingebruikname. Met de
schakelaarvaststelling aan de
zijkant
van de machine kunt U een permanente inschakeling instellen, zonder
dat U de Aan/Uit-schakelaar verder moet drukken.
Uitschakelen:
Drukt U de schakelaar op „UIT“.
Bij
geactieveerde schakelaarvaststelling moet U de AAN/UIT-schakelaar
kort drukken, waarop de schakelaarvaststelling en de machine uitgeschakeld worden. De frees zal nu na-
draaien. Zorgt U ervoor, dat de draaibeweging afgesloten ist, voordat U de machine weglegd.
Aanpassing van de rotatiesnelheid:
De rotatiesnelheid kann naar behoefte door de toerenregeling traploos ingesteld worden. Dit is ook
tijdens
gebruik
mogelijk.
Hogere toeren maken een hogere capaciteit
mogelijk,
terwijl
lagere meer controle over
het schuren geven.
3.2.3 Aanpassen van de werkdiepte
De saneerfrees beschikt over een in de hoogte verstelbare beschermkap. Voor de hoogteaanpassing scha-
kelt U het apparaat uit en onderbreek deze van de stroomtoevoer. Lost U nu de drie kartelmoeren en trekt
U de borstelkrans zover naar beneden, tot de diepteaanslag draaibaar is. Stelt U de gewenste freesdiepte
in en schuift U de borstelkrans weer naar boven. Nu moeten de kartelmoeren weer vast gedraait worden.
Controleert U ook voordaat U verder werkt, of de beschermkap correct bevestigd is.
3.2.4 Overbelastingsprotectie
De frees is voor de bescherming van gebruiker en machine met een elektronische en thermische overbe-
lastingsprotectie
voorzien:
De elektronische overbelastingsprotectie wordt
bij
te hoge druk geactiveerd. In dit geval reageert de elek-
tronica met een afvallend toerental en een daaropvolgende uitschakeling van de machine. Na de verminde-
ring of verringerring van de druk kan weer normaal doorgewerkt worden.
Door de thermische overbelastingprotectie wordt de motor
bij
constante overbelasting tegen beschadiging
beschermd. Wordt de motor te heet, dan schakelt de machine zich vanzelf uit en kan pas na een afkoelfase
(ongeveer 2 minuten) weer in gebruik worden genomen. De lengte van de afkoelfase hangt van de verhitting
van de motorspoel en van de omgevingstemperatuur af.
N
E
DE
RL
A
N
D
S
N
E
DE
RL
A
N
D
S