13
NEDERLANDS
Titel van de op dit moment afgespeelde track
↓
Album Title
(titel van de CD)
↓
xx Title
(titel van tracknummer xx)
↓
xx Artist
(artiest van tracknummer xx)
↓
xx Songwriter
(tekstschrijver van tracknummer xx)
↓
xx Composer
(componist van tracknummer xx)
↓
xx Arranger
(arrangeur van tracknummer xx)
↓
xx Message
(bericht bij tracknummer xx)
↓
Disc ID
(identificatienummer van de CD)
↓
Genre
(Muzikale genre van de CD)
↓
xx Info. End
(einde informatie voor tracknummer xx)
Titel van de CD
↓
Album Title
(titel van de CD)
↓
-- Title
(titel van -- track)
↓
Artist
(artiest van CD)
↓
-- Artist
(artiest van -- track)
↓
Songwriter
(tekstschrijver van CD)
↓
-- Songwriter
(tekstschrijver van -- track)
↓
Composer
(componist van CD)
↓
-- Composer
(componist van -- track)
↓
Arranger
((arrangeur van CD)
↓
-- Arranger
(arrangeur van -- track)
↓
Message
(bericht van CD)
↓
-- Message
(bericht van -- track)
↓
Disc ID
(identificatienummer van CD)
↓
Genre
(muzikale genre van CD)
↓
All Info. End
(einde van alle tekstinformatie)
TEKSTCD informatieweergave
De tekstinformatie op TEKSTCD’s verschijnt iedere keer dat er op de CD-
teksttoets op de afstandsbediening wordt gedrukt in de hieronder
getoonde volgorde. De ingesloten informatie verschilt echter van cd tot
cd, dus niet alle informatie wordt altijd getoond. Bij deze apparatuur
worden items waarvoor geen tekstinformatie op de cd is opgenomen
automatisch weggelaten.
De getoonde tekst kan worden verschoven door op de
RECALL/SCROLL
-
toets te drukken.
• Tijdens het afspelen
De getoonde informatie verschuift iedere keer dat er op de
CD-TEXT
-
toets wordt gedrukt in de onderstaande volgorde. Tijdens het afspelen
betreft de meeste getoonde informatie de op dat moment afgespeelde
track.
• In de stopmodus
De getoonde informatie verschuift iedere keer dat er op de
CD-TEXT
-
toets wordt gedrukt in de onderstaande volgorde.
Programmabewerkingen
Met deze procedure kunt u tracks opnemen in iedere gewenste volgorde,
terwijl de tracks in de gespecificeerde bandlengte worden gepast.
1. Programmeer tracks overeenkomstig de programmeringsprocedure
in het deel “PROGRAMMEREN WEERGAVE” (pagina 9).
2. De rest van de procedure voor programmabewerkingen is hetzelfde
als stap 1 tot en met 8 van de procedure voor de eenvoudige
bewerkingsprocedure.
Wissen programmabewerkingen
Als u van een cd naar een cassettebandje opneemt, kunt u met deze
procedure de tracks weglaten die u niet wilt opnemen, terwijl de tracks
in een specifieke bandlengte worden gepast.
1. Programmeer de tracks overeenkomstig de “wis programmering”
procedure in het deel “AFSPELEN PROGRAMMA” (pagina 10).
2. De rest van de procedure van het wis programmeren is hetzelfde als
stap 1 tot en met 8 van de eenvoudige bewerkingsprocedure.
OPMERKINGEN
• Aangezien een cd meerdere pieken kan bevattten, kan de
automatische zoekoperatie naar piekniveaus iedere keer een ander
piekniveau aanwijzen.
• T i j d e n s h e t a f s p e l e n v a n e e n v o u d i g e b e w e r k i n g e n ,
programmabewerkingen en wis programmering, kunnen er afgezien
van STOP, OPEN/CLOSE, DIMMER, VOLUME, RECALL en TIME
geen handelingen worden verricht. Hiermee moet worden
voorkomen dat er per ongeluk een handeling wordt verricht waardoor
er fouten ontstaan in het opnemen.
• De display staat onder het afspelen van bewerkingen altijd in de
tijdweergavemodus. U kunt niet naar de tekstweergavemodus
schakelen.
• Als u het automatische zoeken naar het piekniveau wilt overslaan:
Druk in stap 3 van de eenvoudige bewerkingsprocedure nogmaals
op de
PLAY
-toets. De PAUSE-indicator licht op en de CD-speler
komt in de pauzestand te staan. Wanneer er later op de
PAUSE
-
stand wordt gedrukt, begint het bewerkt afspelen voor kant A
onmiddellijk zonder de automatische zoekfunctie naar piekniveaus.
Synchroon opnemen
Door deze functie is het begin van het opnemen op het cassettedeck
automatisch synchroon met het begin van het afspelen van de CD-
speler.
– Synchroon opnemen kan alleen worden begonnen wanneer er een
Marantz-autoreverse cassettedeck (ex. SD4050) met synchrone
opnamecompatibiliteit op de CD-speler is aangesloten.
– Het synchroon opnemen geschiedt door de losse kabelverbindingen
(aansluitpunten achterzijde).
1. Maak het cassettedeck klaar voor synchroon opnemen. Voor meer
gegevens over de bediening kunt u de gebruikershandleiding van het
cassettedeck raadplegen.
2. Wanneer er op de pauzetoets van de CD-speler wordt gedrukt om met
het afspelen voor kant A te beginnen, begint het cassettedeck ook
automatisch met opnemen.
OPMERKING
Wanneer het bandje minder lang is dan de ingestelde opnametijd van
de cassette, stopt de CD-speler met het afspelen van tracks die zijn
toegewezen aan kant A op het moment dat kant A is opgenomen.
Wanneer het opnemen van kant B begint, begint de CD-speler ook
met het afspelen van de tracks die zijn toegewezen aan kant B.