VDV-600 | NEDERLANDS
16
AANSLUITING
Wij adviseren een sterbedrading van het systeem zoals in het aanslu-
itvoorbeeld.
Sluit de klemmen A1-A4 aan op de klemmen 1-4 van de binnenunits.
In de twee-familieversie zijn de klemmen verantwoordelijk voor de
onderste drukknop (familie 1). De klemmen B1-B4 zijn bedoeld voor de
bovenste drukknop en worden aangesloten op de klemmen 1-4 van de
binnenunit(s) van familie 2.
Deuropener
Bij de apparaten zijn de aansluitklemmen opnieuw bewerkt om de
installatie te vereenvoudigen. Daarnaast werd de deuropeneraansluiting
omgebouwd tot een potentiaalvrije relaisuitgang. De deuropener kan
als volgt worden aangesloten:
1. via de bedrijfsspanning van de buitenunit
Hiervoor wordt aansluiting 1 van de deuropener aangesloten op
klem 11, aansluiting 2 van de deuropener op massa / GND
(bijv. klem A2). Er is ook een brug van +15V (bijv. A1)
naar klem 10 nodig.
2. met een externe spanningsbron (bijv. klokkentransformator,
max. 15V/1A)
Afzonderlijke kabels van de externe stroombron naar de deuropener en
naar de buitenunit zijn vereist. Poort 1 van de deuropener is direct op
poort 1 van de externe spanningsbron aangesloten. Aansluiting 2 van
de deuropener is aangesloten op klem 11, aansluiting 2 van de externe
spanningsbron is aangesloten op klem 10.
Stroomvoorziening
Wij raden u aan de voeding op het sterpunt te voeren, zoals in het
aansluitvoorbeeld. Als dit niet mogelijk is, kan de voeding ook recht-
streeks op de buiten- of binnenunit worden aangesloten. De voeding
wordt dan aangesloten op de klemmen A1 en A2 of klemmen 1 en 2.
De positieve pool wordt aangesloten op klem A1 (of 1), de negatieve
pool op klem A2 (of 2).
Als er meer dan twee binnenunits parallel geschakeld zijn, raden wij het
gebruik van de DIN-railvoeding DT 2000 aan. In individuele gevallen
kan een tweede voeding nodig zijn. Als dit het geval is, sluit dan de
tweede stroomvoorziening aan op het verste verste apparaat.
OPMERKING
: In het geval van beeld- en/of geluidsinterferentie kun-
nen de volgende maatregelen helpen om de interferentie te elimineren:
Aarding / GND-kabel op de potentiaalvereffeningsstang aansluiten.
Afscherming van de leiding op het neutrale punt op de potentiaalveref-
feningsleiding aansluiten, in dit geval mag de aarding / GND leiding
niet op de potentiaalvereffeningsleiding worden aangesloten.
In zeldzame gevallen moet de afscherming aan beide zijden op aarde
(GND) en/of op de potentiaalvereffeningsstang worden aangesloten.
Aansluiting externe camera
Op deze schroefklem (afb. 2) kan een externe camera worden
aangesloten, om bijv. een voor de hoofdcamera onzichtbaar bereik
extra te kunnen bewaken. Alle camera‘s kunnen worden aangesloten,
die een bedrijfsspanning van 12 volt DC nodig hebben en een FBAS-
videosignaal leveren.
De videoleiding wordt op de klem (VIDEO IN) en de aarding van de
klem (GND) aangesloten, de bedrijfsspanning voor de camera wordt
van de klemmen „+12V DC OUT“ (pluspool) en „GND“ (minpool)
afgenomen.
De externe camera heeft automatisch de ID 4 (zie hoofdstuk ID-code).
Bij een actieve externe camera is geen geluidsoverdracht mogelijk.
INSTELMOGELIJKHEDEN
Aan het buitenstation is het volgende mogelijk om de installatie aan te
passen aan uw persoonlijke omstandigheden:
Geluidssterkte van het buitenstation
Met de potentiometer (7) wordt het spraakvolume van het buiten-
station ingesteld. Voor volle geluidssterkte draait u de potentiometer
voorzichtig met de wijzers van de klok mee tot de aanslag. Door
het draaien tegen de wijzers van de klok in wordt de geluidssterkte
verminderd.
ID-code:
Indien er meerdere buitenstations parallel geschakeld worden ( bijv.
aan een poort en een huis), danwordt de ID-code ingesteld via de DIP-
schakelaar (9) . Daardoor is het mogelijk om de individuele buitenunits
na elkaar door een binnenunit te activeren, om bijv. het registratie-
bereik van de overeenkomstige buitenunit te bewaken. Omschakelen
gebeurt aan het binnenstation via de „Monitor“-toets.
ID1 = Schakelaar 1 „on“, schakelaar 2 „on“
ID2 = Schakelaar 1 “off”, schakelaar 2 “on”
ID3 = Schakelaar 1 “off”, schakelaar 2 “off”
Openingsduur van de deuropener
Met de DIP-schakelaar (8) kunt u instellen hoe lang de deuropener
moet worden geactiveerd. De instelmogelijkheden zijn of 1 seconde of
5 seconden. Af fabriek is de instelling al op 5 seconden gezet, wat voor
de meeste in de handel verkrijgbare deuropeners voldoet.
Wanneer de schakelaar naar links op „5S“ staat is de openingsduur 5
seconden.
Wanneer de schakelaar naar links op „1S“ staat is de openingsduur 1
seconde.
GEBRUIK
1. Druk op de beldrukknop.
2. Op het / de bijbehorende binnenstation / s is het belgeluid te
horen en het beeldscherm toont het beeld van het buitenstation.
3. Neem het gesprek op het binnenstation aan, door kort op de
gesprekstoets (MOND) te drukken.
4. Wanneer een extra camera op het buitenstation is aangesloten,
kunt u door op de knop „MONITOR“ te drukken naar die camera
overschakelen. Door nog een keer op de „monitorknop“ te
drukken, gaat u weer terug naar de interne camera.
5. Als er een deuropener is aangesloten, kunt u door kort op de toets
van de deuropener (SLEUTEL) te drukken de deuropener activeren.
6. Door kort op de spreektoets (MOND) te drukken wordt de installa-
tie weer in stand-by modus geschakeld.
Содержание VDV-610 COMPACT
Страница 2: ...VDV 600 DEUTSCH 2 2 2 Abb 1 DIAGRAM 1 ILLUSTRATION 1 AFBEELDING 1 4 6 5 1 3...
Страница 7: ......
Страница 11: ......
Страница 18: ...2 2 Abb 1 DIAGRAM 1 ILLUSTRATION 1 AFBEELDING 1 4 6 5 1 3...