49
Nederlands
BEDIENING
Brandstof
(Afb.
8)
WAARSCHUWING
○
Deze
kettingzaag
heeft
een
tweetaktmotor.
Gebruik
daarom
altijd
mengsmering,
oftewel
benzine
gemengd
met
olie.
Zorg
voor
een
goede
ventilatie
wanneer
u
tankt
of
omgaat
met
brandstof.
○
Brandsto
ff
en
zijn
uiterst
licht
ontvlambaar
en
u
kunt
ernstig
persoonlijk
letsel
oplopen
door
de
dampen
in
te
ademen
of
brandstof
op
lichaamsdelen
te
morsen.
Wees
altijd
voorzichtig
en
blijf
goed
opletten
bij
de
omgang
met
brandstof.
Zorg
altijd
voor
een
goede
ventilatie
wanneer
u
brandstof
binnen
een
gebouw
gebruikt.
Brandstof
○
Gebruik
altijd
89
octaan
loodvrije
merkbenzine.
○
Gebruik
echte
tweetaktbrandstof
of
een
benzine-oliemengsel
van
25:1
tot
50:1;
raadpleeg
voor
de
juiste
verhouding
de
verpakking
van
de
tweetaktolie
in
kwestie
of
een
o
ffi
cieel
Hitachi
servicecentrum.
○
Als
er
geen
echte
tweetaktbrandstof
beschikbaar
is,
gebruik
dan
een
kwaliteitsolie
die
uitdrukkelijk
geschikt
is
voor
gebruik
in
luchtgekoelde
tweetaktmotoren
(JASO
FC
GRADE
OIL
of
ISO
EGC
GRADE).
Gebruik
geen
BIA
of
TCW
(voor
watergekoelde
tweetaktmotoren)
mengolie.
○
Gebruik
geen
multigrade
olie
(10
W/30)
of
afgewerkte
olie.
○
Meng
de
brandstof
en
de
olie
in
een
aparte,
schone
jerrycan.
Begin
met
de
helft
van
de
gewenste
hoeveelheid
benzine
in
de
jerrycan.
Voeg
de
tweetaktolie
toe
(alle
benodigde
olie
voor
de
gewenste
hoeveelheid
brandstof).
Meng
het
brandstof-oliemengsel
(schudden).
Voeg
tenslotte
de
resterende
hoeveelheid
benzine
toe.
Meng
(schud)
het
brandstofmengsel
nog
eens
goed
voor
u
het
in
de
tank
doet.
Tanken
WAARSCHUWING
(Afb.
9)
○
Schakel
altijd
eerst
de
motor
uit
voor
u
gaat
tanken.
○
Maak
de
tank
(15)
voorzichtig
open
om
eventueel
onder
druk
staande
gassen
te
laten
ontsnappen.
○
Draai
na
het
tanken
de
dop
weer
goed
op
de
tank.
○
Ga
minstens
3
m
van
de
plek
waar
u
getankt
heeft
vandaan
voor
u
de
motor
probeert
te
starten.
○
Was
eventueel
op
uw
kleding
gemorste
brandstof
er
onmiddellijk
uit
met
zeep
of
een
wasmiddel.
○
Controleer
of
er
ergens
brandstof
lekt
na
het
tanken.
Maak
voor
u
gaat
tanken
de
tankdop
en
omstreken
netjes
schoon
zodat
er
geen
vuil
in
de
tank
kan
vallen.
Zorg
ervoor
dat
de
brandstof
goed
gemengd
is
door
voor
het
tanken
de
jerrycan
goed
te
schudden.
Kettingsmering
(Afb.
9)
Vul
het
reservoir
met
kettingsmering
(16).
Gebruik
altijd
kettingsmering
van
goede
kwaliteit.
Wanneer
de
motor
loopt,
wordt
de
ketting
automatisch
gesmeerd.
OPMERKING
Wanneer
u
brandstof
tankt
(15)
of
het
reservoir
voor
de
kettingsmering
(16)
vult,
leg
de
machine
dan
op
zijn
kant,
met
de
vuldoppen
boven.
(
Afb.
9
)
KETTINGSMERING
AFSTELLEN
De
kettingsmering
staat
standaard
op
maximum
ingesteld
op
de
fabriek.
Pas
de
hoeveelheid
aan
de
situatie
aan.
Draai
de
afstelschroef
(17)
tegen
de
klok
om
de
hoeveelheid
te
vergroten
en
met
de
klok
mee
om
de
hoeveelheid
te
verminderen.
(
Afb.
10
)
Werking
kettingrem
(Afb.
2,
11)
De
kettingrem
is
ontworpen
om
in
werking
te
treden
in
noodgevallen,
zoals
bij
een
terugslag.
De
rem
wordt
in
werking
gesteld
door
de
voorste
handbeschermer
naar
het
zwaard
toe
te
bewegen.
Wanneer
de
kettingrem
in
werking
is,
zal
ook
als
de
gashendel
wordt
ingedrukt
het
toerental
niet
hoger
worden
en
zal
dus
de
ketting
niet
beginnen
te
lopen.
Trek
de
voorste
handbeschermer
weer
in
de
richting
van
de
voorste
handgreep
om
de
rem
los
te
laten.
Als
de
motor
met
hoge
snelheid
blijft
draaien
terwijl
de
rem
aangrijpt,
zal
de
koppeling
oververhit
raken,
waardoor
problemen
zullen
ontstaan.
Wanneer
de
rem
in
werking
treedt
terwijl
u
de
zaag
gebruikt,
moet
u
onmiddellijk
de
gashendel
loslaten
om
de
motor
te
vertragen.
De
werking
van
de
kettingrem
controleren
1)
Zet
de
motor
uit.
2)
Houd
de
kettingzaag
horizontaal,
laat
de
voorste
handgreep
los
zodat
de
punt
van
het
zwaard
op
een
boomstronk
of
ander
stuk
hout
terecht
komt
en
controleer
de
werking
van
de
rem.
De
kracht
die
hiervoor
nodig
is
hangt
mede
af
van
de
lengte
van
het
zwaard.
Als
de
rem
niet
werkt,
moet
u
uw
dealer
vragen
om
inspectie
en
eventueel
reparatie.
Starten
(Afb.
11
-
16)
LET
OP
Controleer
voor
het
starten
of
de
kettingrem
los
staat
en
of
het
zwaard/de
ketting
niets
raakt.
(
Afb.
11
)
1.
Zet
de
contactschakelaar
(18)
aan
(ON).
(
Afb.
12
)
*Druk
meerdere
keren
op
de
handpomp
van
het
startgas
(20)
om
de
carburateur
van
extra
benzine
te
voorzien.
(
Afb.
13
)
2.
Trek
de
chokehendel
(19)
uit
naar
de
choke-stand.
(
Afb.
13
).
Hierdoor
wordt
de
gashendel
automatisch
in
de
halve
stand
vergrendeld.
3.
Druk
de
decompressieklep
in
(21).
De
klep
(21)
keert
automatisch
terug
naar
de
oorspronkelijke
stand
nadat
de
motor
is
gestart
(
Afb.
14
).
4.
Trek
stevig
aan
de
trekstarter
en
let
erop
dat
u
de
handgreep
goed
vast
blijft
houden
en
de
trekstarter
niet
laat
terugschieten.
(
Afb.
15
)
5.
Als
u
hoort
dat
de
motor
aanslaat,
kunt
u
de
choke
hefboom
(19)
helemaal
indrukken.
(
Afb.
13
)
6.
Druk
de
decompressieklep
in.
7.
Trek
nog
eens
stevig
aan
de
trekstarter
op
de
hierboven
beschreven
manier.
(
Afb.
15
)
OPMERKING
Herhaal
de
stappen
2
t/m
7
als
de
motor
niet
start.
8.
Zodra
de
motor
start,
de
gashendel
(23)
aantrekken
met
de
gashendelvergrendeling
(22)
en
direct
loslaten.
(
Afb.
16
)
Daarna
is
halfgas
vrijgegeven.
Trek
de
voorste
handbescherming
(2)
naar
de
voorste
handgreep
om
de
kettingrem
te
ontkoppelen.
Laat
de
motor
ongeveer
2-3
minuten
opwarmen
voor
u
hem
belast.
Laat
de
motor
niet
met
een
hoge
snelheid
onbelast
draaien
om
de
levensduur
van
de
motor
niet
te
verkorten.
WAARSCHUWING
Draag
de
machine
niet
van
de
ene
plek
naar
de
andere
met
een
lopende
motor.
Stoppen
(Afb.
17)
Neem
gas
terug
en
druk
de
contactschakelaar
(18)
naar
de
"STOP"
stand.
WAARSCHUWING
○
Reik
niet
boven
uw
macht
en
zaag
niet
boven
schouderhoogte.
○
Wees
extra
voorzichtig
bij
het
kappen
en
gebruik
de
kettingzaag
nooit
met
de
punt
omhoog
of
boven
schouderhoogte.
KETTINGVANGER
De
kettingvanger
bevindt
zich
dichtbij
de
aandrijving,
net
onder
de
ketting
en
dient
om
te
voorkomen
dat
een
gebroken
ketting
de
gebruiker
zou
kunnen
raken.
WAARSCHUWING
Sta
niet
in
één
lijn
met
de
ketting
wanneer
u
aan
het
zagen
bent.
000Book̲CS51EAP̲WE.indb 49
000Book̲CS51EAP̲WE.indb 49
2012/03/16 16:01:36
2012/03/16 16:01:36