Hella Gutmann SEG V, Руководство пользователя

Страница: 407 / 1106

NL
SEG V Werken met het apparaat
Koplamptest uitvoeren
8.7.9 Koplamptest met wand op 10 meter uitvoeren
De koplamptest met wand op 10 meter wordt voornamelijk toegepast bij voertuigen waarvan de bovenrand van
koplampspiegel hoger ligt dan 140 cm boven de opstelplaats (bodem).
OPMERKING
Neem nationale voorschriften in acht.
Ga als volgt te werk voor het instellen van de koplampen:
1. Plaats het voertuig op een vlakke ondergrond (hoeft niet horizontaal te zijn) op 10 m afstand voor een verticale,
heldere wand.
2. Teken de lijnen op de testwand zoals hieronder aangegeven.
Lijn A
Verleng de lengte-as van het voertuig tot aan de testwand en trek vanaf deze plaats een
verticale lijn op de wand.
Lijnen B en C Meet de afstand X tussen de voertuigkoplampen (midden tot aan midden) en teken op de wand
twee verticale lijnen (B en C) symmetrisch t.o.v. lijn A met afstand B-C = X.
Lijn H: Meet de afstand van midden van de voertuigkoplamp tot aan opstelplaats (bodem) en trek op
deze hoogte een (horizontale) lijn op de testwand parallel t.o.v. opstelplaats (bodem).
Lijn D:
Teken lijn D met een afstand „e” onder en parallel t.o.v. lijn H.
Bij hoofdkoplampen:
„e” = H/3 cm
Bij mistlichten vóór:
„e” = H/3 + 7 cm
3. Dek de rechter koplamp af.
4. Richt de linker koplamp verticaal uit.
Het horizontaal deel van de licht-donkergrens moet de lijn D raken.
5. Richt de linker koplamp horizontaal uit.
De knik tussen het horizontale en het stijgende deel van de licht-donkergrens moet zich bevinden op lijn B.
6. Dek de linker koplamp af.
7. Richt de rechter koplamp verticaal uit.
Het horizontaal deel van de licht-donkergrens moet de lijn D raken.
8. Richt de rechter koplamp horizontaal uit.
De knik tussen het horizontale en het stijgende deel van de licht-donkergrens moet zich bevinden op de lijn C.
407