Nederlands (
N
L)
100
17. Onderhoud
17.1 CU 361
De CU 361 is onderhoudsvrij. De unit moet proper en droog
gehouden worden. Bescherm de unit tegen direct zonlicht.
De temperatuur van de CU 361 mag de omgevingstemperatuur-
grenzen niet overschrijden. Zie hoofdstuk
17.2 Regelmatige inspecties
Het RCME-systeem moet met regelmatige intervallen geïnspec-
teerd worden. Deze inspecties moeten uitgevoerd worden, nadat
het systeem uitgeschakeld werd.
Controleer het volgende:
•
Controleer het inwendig leidingwerk, de pomp en de buffer-
tank op lekken.
•
Controleer de voordruk van het drukvat en pas deze zo nodig
aan. Zie paragraaf
•
Controleer of de stuwpomp stil en zacht werkt zonder trillingen
of hinderlijk lawaai.
Indien er storingen zijn, zie hoofdstuk
Zorg na de inspectie dat de isolatiekleppen volledig open zijn en
dat de voeding naar het RCME-systeem terug ingeschakeld
wordt.
17.3 Geïntegreerd drukvat
Controleer de voordruk van het vat en pas deze zo nodig aan,
voordat de stuwpomp met water gevuld wordt. Indien het systeem
al gevuld is en de pomp draait, ga dan als volgt te werk:
1. Schakel de voeding naar het RCME-systeem uit.
2. Verminder de waterdruk door een kraan te openen in de pers-
leiding van het systeem. Laat de kraan open terwijl de voor-
druk gecontroleerd en aangepast wordt.
3. De voordruk kan nu gecontroleerd worden met een autoband-
drukmeter. De luchtklep bevindt zich in de rechter bovenhoek
van de montageplaat van de pomp.
Voor kleine drukaanpassingen kan een voetpomp gebruikt
worden. Indien grote hoeveelheden gas vereist zijn, gebruik
dan droge stikstof om corrosie in het vat te voorkomen.
Instelvoorbeeld:
Indien de persdruk ingesteld is op 4,5 bar, moet de voordruk
4,5 x 0,7 = 3,15 bar bedragen.
18. Buiten werking stellen van het
RCME-systeem
Stel het RCME-systeem buiten werking door de hoofdschakelaar
uit te zetten.
19. Technische specificaties
19.1 Druk
Maximale werkdruk: 5 bar.
19.2 Temperaturen
Vloeistoftemperatuur: +3 °C tot +40 °C.
Maximale omgevingstempe40 °C.
19.3 Relatieve luchtvochtigheid
Maximaal 95 %.
19.4 Geluidsbelasting
65 dB(A).
19.5 Beschermingsklasse
IP54.
19.6 Volume van de buffertank
Nominaal volume: 160 liter.
Effectief watervolume: 108 liter.
Minimaal bedrijfsvolume van de stuwpomp: 41 liter.
19.7 Gewicht van de RCME-unit
Gewicht met gevulde buffertank: 200 kg.
Het opgegeven gewicht omvat de grondplaat, stuwpomp en buf-
fertank.
19.8 Afmetingen
20. Elektrische gegevens
20.1 Voedingsspanning
3 x 400 VAC - 10 %/+ 10 %, 50 Hz, PE.
Waarschuwing
Vooraleer werkzaamheden aan de pompen, klem-
menkasten of besturingskast uit te voeren, moet
de voeding ten minste vijf minuten uitgeschakeld
zijn; er moet ook gezorgd worden dat deze niet
toevallig terug ingeschakeld wordt.
N.B.
Stel de voordruk van het vat in op 70 % van de
instelwaarde geselecteerd op het besturingspa-
neel van de stuwpomp (persdruk van de stuw-
pomp).
Meet de voordruk terwijl het systeem niet onder
druk staat.
Indien de voordruk niet correct ingesteld wordt,
kan dit leiden tot foutieve werking van de RCME-
unit.
Waarschuwing
De geleiders naar de hoofdschakelaar staan nog
steeds onder spanning. Vergrendel de hoofd-
schakelaar, zodat de voeding niet per ongeluk
ingeschakeld kan worden.