Nederlands (
N
L)
98
16. Datacommunicatie
De CU 361 beschikt over hardware die de communicatie met externe units zoals een computer toelaat via een externe GENIbus- of
Ethernetverbinding.
Afb. 34
Datacommunicatie via externe GENIbus- en Ethernetverbindingen
16.1 Ethernet
Ethernet is de meest gebruikte standaard voor lokale netwerken
(LAN). De standaardisatie van deze technologie heeft enkele van
de eenvoudigste en goedkoopste manieren gecreëerd om com-
municatie tussen elektrische eenheden tot stand te brengen, bij-
voorbeeld tussen computers of tussen computers en besturings-
eenheden.
De webserver van de CU 361 maakt het mogelijk om een compu-
ter te verbinden met de CU 361 via een Ethernetverbinding.
De gebruikersinterface kan op deze wijze geëxporteerd worden
van de CU 361 naar een computer, zodat de CU 361 en bijgevolg
het RCME-systeem van op afstand bewaakt en bestuurd kunnen
worden.
Om de webserver te gebruiken, moet u het IP-adres van de
CU 361 kennen. Alle netwerkunits moeten een uniek IP-adres
hebben om met elkaar te kunnen communiceren.
Het is mogelijk om het in de fabriek ingestelde IP-adres te wijzi-
gen door het configureren of activeren van een DHCP (Dynamic
Host Configuration Protocol), hetzij rechtstreeks in de CU 361
hetzij via de webserver. Zie het voorbeeld in fig. 35.
Afb. 35
Voorbeeld van Ethernetinstelling
De dynamische toewijzing van een IP-adres voor de CU 361 kan
enkel met een DHCP-server in het netwerk. De DCHP-server
wijst een aantal IP-adressen toe aan de elektrische eenheden en
zorgt dat twee eenheden niet hetzelfde IP-adres ontvangen.
Gebruik een standaard internetbrowser bij de verbinding met de
webserver van de CU 361.
Indien u het in de fabriek ingestelde IP-adres wenst te gebruiken,
is het niet nodig aanpassingen aan te brengen in het display.
Open de internetbrowser en voer het IP-adres van de CU 361 in.
Om dynamische toewijzing te gebruiken, moet de functie geacti-
veerd worden. Klik op [ok] "Use DHCP". Een vinkje geeft aan dat
de functie geactiveerd is. Open de internetbrowser en voer de
"Host-naam" van de CU 361 in in plaats van het IP-adres
(de hostnaam is weergegeven bovenaan het display 4.5.5).
De internetbrowser zal nu trachten verbinding te maken met de
CU 361.
Dit is het eerste display dat verschijnt bij verbinding met de
CU 361.
Afb. 36
Verbinding met de CU 361
TM
05
21
41
45
1
1
CIM 270
CU 361
WWW
Ethernet
N.B.
We raden aan de verbinding met de CU 361 te
beveiligen in overleg met de systeembeheerder
conform uw veiligheidsvereisten.
Displ
ay_
4
.5
.5
N.B.
Om DHCP te gebruiken, is een hostnaam vereist.
De hostnaam kan enkel gewijzigd worden door
middel van een GSC-bestand (configuratiebe-
stand) of via een webserver. Zie paragraaf Wijzi-
ging van de netwerkinstelling, pag. 99.
TM
03
20
48
35
05