14
NL
Lees de gebruiksaanwijzingen vóór gebruik aandachtig door en neem de
volgende waarschuwingen in acht. Raadpleeg deze handleiding in geval
van twijfels over de werking.
Bewaar alle documentatie zodat iedereen die de compressor gebruikt,
deze documentatie van te voren kan raadplegen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1
Dit symbool geeft de waarschuwingen aan die aandachtig gelezen moeten
worden alvorens het product te gebruiken, teneinde mogelijk letsel van de
gebruiker te voorkomen.
Perslucht is een potentieel gevaarlijke vorm van energie. Het is dan ook nodig
om extreme voorzichtigheid te betrachten bij het gebruik van de compressor
en de accessoires.
Attentie: de compressor kan in geval van black-out en daaropvolgend herstel
van de spanning weer van start gaan.
De akoestische drukwaarde gemeten op 4 m, gemeten in het vrije veld, is
gelijk aan de potentiele akoestische waarde aangegeven op het gele label
dat is geplaatst op de compressor, waarvan dan 20 dB wordt afgetrokken.
WAAR U OP MOET LETTEN
•
De compressor moet in geschikte omgevingen worden gebruikt (goed
geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C tot +40°C) en nooit bij
aanwezigheid van stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlambare
gassen.
•
Houd altijd een veiligheidsafstand van minstens 4 meter tussen de
compressor en het werkgebied aan.
•
Eventuele verkleuringen die verschijnen op de riembeschermers van de
compressor tijdens lakspuiten, wijzen op een te geringe afstand.
•
Steek de stekker van de stroomkabel in een qua vorm, spanning en
frequentie geschikt stopcontact dat voldoet aan de geldende voorschriften.
•
Gebruik voor de stroomkabel verlengsnoeren met een lengte van
hoogstens 5 meter en met een kabeldoorsnede van niet minder dan 1.5
mm².
•
Men raadt het gebruik van verlengsnoeren met een andere lengte,
alsmede adapters en meervoudige stekkerdozen af.
•
Gebruik uitsluitend de AAN/UIT-schakelaar om de compressor uit te
schakelen.
•
Gebruik uitsluitend de handgreep om de compressor te verplaatsen.
•
De werkende compressor moet op een stabiele, horizontale ondergrond.
WAT U
NIET
MAG DOEN
•
Richt de luchtstroom nooit op mensen, dieren of op het eigen lichaam
(Gebruik een beschermbril om de ogen tegen vreemde voorwerpen die
door de luchtstroom worden verplaatst te beschermen).
•
Richt vloeistoffen die door op de compressor aangesloten gereedschappen
worden gespoten nooit op de compressor zelf.
•
Gebruik het apparaat nooit met blote voeten of vochtige handen of voeten.
•
Trek nooit aan de stroomkabel om de stekker uit het stopcontact te trekken
of om de compressor te verplaatsen.
•
Het apparaat mag niet blootgesteld aan weersinvloeden (regen, zon, mist,
sneeuw).
•
Vervoer de compressor niet met de ketel onder druk.
•
Voer op de ketel geen lassen of mechanische bewerkingen uit. In geval van
defecten of corrosie moet de ketel vervangen worden.
•
Zorg ervoor dat de compressor niet door onervaren personeel wordt
gebruikt. Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied.
•
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen
(inclusief kinderen) wiens lichamelijk, sensoriele of mentale vermogen
verminderd is of die geen ervaring of kennis hebben van het apparaat, tenzij
zij geholpen worden door een persoon die over hun veiligheid waakt en voor
toezicht zorgt of instructies geeft over het gebruik van het apparaat.
•
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met
het apparaat spelen.
•
Plaats geen ontvlambare voorwerpen of voorwerpen van nylon of stof in de
buurt en/of op de compressor.
•
Reinig de machine niet met ontvlambare vloeistoffen of oplosmiddelen.
Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
•
Het gebruik van de compressor is strikt beperkt tot de compressie van
lucht. Gebruik de compressor niet voor andere gassoorten.
•
De door het apparaat geproduceerde perslucht is zonder speciale
behandelingen niet bruikbaar voor toepassingen op farmaceutisch,
voedings- of gezondheidsgebied en mag niet gebruikt worden voor het
vullen van zuurstofflessen voor duikers.
WAT U MOET WETEN
•
Deze compressor is gebouwd om met intermitterend bedrijf te werken,
zoals aangegeven op het plaatje met technische gegevens (zo betekent
bijvoorbeeld S3-25 2,5 minuten bedrijf en 7,5 minuten rust), om overmatige
oververhitting van de elektromotor te voorkomen. Als dat mocht gebeuren,
grijpt de thermische beveiliging van de motor in door automatisch de
spanning te onderbreken wanneer de temperatuur te hoog is vanwege een
overmatige stroomabsorptie.
•
Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsklep die ingrijpt in geval
van onregelmatige werking van de pressostaat, zodat de veiligheid van de
machine is gegarandeerd.
Het veiligheidsventiel wordt ingesteld over overmatige onderdrukzetting
van de luchtreservoirs te voorkomen. Dit ventiel wordt in de fabriek
afgesteld en werkt eerst als de reservoirdruk deze druk bereikt. Tracht
niet deze veiligheidsinrichting te verstellen of te elimineren.
Elke aanpassing van dit ventiel kan ernstig letsel veroorzaken. Raadpleeg
een bevoegd servicecentrum als het nodig is de inrichting te controleren of
onderhoudswerkzaamheden erop uit te voeren.
•
De rode streep op de manometer geeft de maximumbedrijfsdruk van het
reservoir aan, en niet de geregelde druk.
•
Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap op een buis met
perslucht die door de compressor wordt geleverd, moet de luchtstroom die
uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn.
•
Controleer of het luchtgebruik en de maximale bedrijfsdruk van het
te gebruiken luchtdrukgereedschap en verbindingsleidingen (met de
compressor) geschikt zijn voor de op de drukregelaar ingestelde druk en
met de hoeveelheid door de compressor geleverde lucht.
•
Het gebruik van perslucht voor de verschillende toepassingen die mogelijk
zijn (opblazen, pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen met
reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis enz.) veronderstelt kennis en
inachtneming van de voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen gelden.
•
Sluit de luchtinlaatopeningen van de compressor niet af.
•
Probeer de compressor niet te openen of zelfstandig te repareren. Wendt u
zich hiervoor tot een erkend servicecentrum.
COMPONENTEN (fig. 1 - 2)
1. Kistbedekking
7. Drukregelaar
2. Drukvat
8. AAN/UIT-schakelaar
3. Aflaatplug voor condenswater
9. Transportgreep
4. Steunvoetje
10. Veiligheidsklep
5. Snelkoppeling (geregelde perslucht)
11. Netsnoer
6. Manometer (ingestelde druk kan worden
afgelezen)
12. Behuizing accessoires
13. Haken om snoer op te wikkelenv
STARTEN EN GEBRUIK
2
•
Controleer de overeenstemming met de gegevens op de typeplaat van de
compressor met de werkelijke gegevens van de elektrische installatie; er
wordt een spanningsvariatie van +/- 10% ten opzichte van de nominale
waarde toegestaan.
•
Steek de stekker van het snoer in het stopcontact en controleer dat de aan/
uitschakelaar die zich in de compressor bevindt in de UIT «O» -stand staat.
•
Nu is de compressor klaar voor gebruik.
•
D.m.v. de aan/uitschakelaar kunt u de compressor aanzetten, lucht in de
ontvanger pompen via de leverbuis naar de tank.
•
Zodra de bovenste afstelwaarde wordt bereikt (ingesteld door de
constructeur tijdens de keuringsfase), stopt de compressor.
Bij gebruik van lucht start de compressor automatisch op wanneer de
onderste afstelwaarde wordt bereikt (2 bar tussen bovenste en onderste
waarde).
•
The compressor zal blijven werken volgens zijn automatische cyclus totdat
de aan/uitschakelaar weer omgezet wordt.
•
Als men de compressor opnieuw wil gebruiken, dient men minstens 10
seconden na het uitschakelen te wachten alvorens de compressor opnieuw
te starten.
•
Alle compressoren zijn voorzien van een reduceerventiel (ref. 7). Met de
knop bij open kraan (door deze met de klok mee te draaien wordt de druk
vergroot en door deze tegen de klok in te draaien wordt deze verkleind)
Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging