•
Vapauta suojakannen lukitus nupilla (2).
•
Vie terä nyt hitaasti alas, niin että se leikkaa
työkappaleen ja painuu työtasossa olevaan uraan. Älä
paina terää voimalla, vaan anna laitteen katkaista
työkappale hitaasti.
•
Nosta terä varoen takaisin ylös ja pysäytä se
vapauttamalla kytkin (1).
ONGELMATILANTEET
1. Moottori ei käynnisty.
•
Pistotulppaa ei ole yhdistetty pistorasiaan.
•
Verkkojohto on vioittunut.
•
Kytkimessä on vikaa. Toimita laite Ferm-myyjälle
korjattavaksi.
2. Sahausjälki on rosoinen.
•
Terä on teroitettava.
•
Terä on kiinnitetty takaperin.
•
Terä on tukkeutunut pihkasta tai sahanpurusta.
•
Terä ei sovellu työkappaleelle.
3. Korkeuden- tai kulmansäätövipu ei liiku.
•
Poista lastut ja sahanpuru.
4. Moottori ei saavuta täyttä pyörimisnopeutta.
•
Jatkojohto on liian ohut tai liian pitkä.
•
Verkkojännite on alle 230 V.
5. Laite tärisee voimakkaasti.
•
Terä on vahingoittunut.
6. Laite kuumenee voimakkaasti.
•
Ilmanvaihtoaukot ovat tukossa. Puhdista ne kuivalla
liinalla.
7. Sähkömoottori käy nykien.
•
Hiiliharjat ovat kuluneet loppuun. Vaihda hiiliharjat
tai kysy neuvoa Ferm-myyjältä.
5. KUNNOSSAPITO
HUOLTO
Ennen kuin ryhdyt huoltamaan laitetta mitenkään,
varmista että pistotulppa on irrotettu
pistorasiasta.
Ferm-laitteet on suunniteltu toimimaan pitkän aikaa
mahdollisimman vähällä huollolla. Laitteen elinkaari
pitenee, kun se puhdistetaan säännöllisesti ja sitä
käytetään asianmukaisella tavalla.
PUHDISTUS
Puhdista laite säännöllisesti, mieluiten joka käyttökerran
jälkeen, pehmeällä liinalla. Pidä ilmanvaihtoaukot
puhtaina pölystä ja liasta. Poista pinttynyt lika
saippuaveteen kostutetulla pehmeällä liinalla. Älä käytä
puhdistukseen bentseeniä, alkoholia, ammoniakkia tai
muita liuotteita. Ne voivat vahingoittaa muoviosia.
VOITELU
Laite ei tarvitse lisävoitelua.
VIAT
Jos kone vikaantuu esimerkiksi osan kulumisen johdosta,
ota yhteys takuukortin huoltopisteeseen. Tämän
käyttöoppaan takasivulla on hajotuskuva, jossa on
lueteltu tilattavissa olevat osat.
YMPÄRISTÖ
Laite toimitetaan tukevassa pakkauksessa, jotta se ei
vahingoitu kuljetuksen aikana. Pakkauksessa on käytetty
mahdollisimman paljon kierrätettäviä materiaaleja.
Käytä hyväksesi kierrätysmahdollisuuksia. Kun laite
korvataan uudella, toimita vanha laite paikalliselle Ferm-
myyjälle, joka osaa käsitellä sen ympäristöä säästävällä
tavalla.
TAKUU
Takuuehdot ilmenevät ohjekirjan lopussa olevasta
takuukortista.
\Vakuutamme, että tuote on seuraavien standardien tai
normatiivisten asiakirjojen vaatimusten mukainen:
EN 61029-1, EN 61029-2-9, EN 55014-1,
EN 55014-2, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3
ja noudattaa seuraavien direktiivien määräyksiä:
98/37/EEC, 73/23/EEC, 89/336/EEC
01-04-2004 lähtien
ZWOLLE,
ALANKOMAAT
W. Kamphof
Laadunvarmistusosasto
CE
ı
TODISTUS STANDARDINMUKAISUUDESTA
(SF)
Ferm
41
INHOUD VAN DE VERPAKKING
1
Afkortmachine
1 Stofzak
1 Werkstukklem
2 Verlengs 2 klemmen
4 Rubbers
1 Inbussleutel
1 Sleutel voor verwisselen zaagblad
1 Gebruikershandleiding
1 Veiligheidsinstructies
1 Garantiekaart
Controleer de machine, losse onderdelen en
accessoires op transportschade.
2. VEILIGHEID
Volg bij gebruik van de machine altijd de bijgeleverde
veiligheidsvoorschriften en onderstaande
aanvullende veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op.
SYMBOLENLIJST
In deze handleiding en/of op de machine worden de
volgende pictogrammen gebruikt:
CE Conform de Europese toepasselijke standaards
op het gebied van veiligheid
Klasse II apparaat – dubbel geïsoleerd – de stekker
hoeft niet geaard te zijn
Gevaar voor lichamelijk letsel of materiële schade.
Lees de instructies
Houd omstanders op afstand.
Verwijder onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact bij beschadiging van het snoer en
tijdens onderhoudwerkzaamheden
Draag oog- en gehoorbescherming
Defecte en/of afgedankte elektrische of
elektronische gereedschappen dienen ter
verwerking te worden aangeboden aan een
daarvoor verantwoordelijke instantie.
VOOR IEDERE INGEBRUIKNAME
Controleer de afkortmachine. Wanneer enig onderdeel
van de afkortmachine ontbreekt, verbogen is of op een
andere wijze onbruikbaar is, of wanneer elektrische
gebreken optreden, schakel dan de machine uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Vervang alle
ontbrekende, beschadigde of gebrekkige onderdelen,
alvorens de machine opnieuw te gebruiken.
Om het vastklemmen van het zaagblad in de zaagsnede
en het wegslingeren van werkstukken te voorkomen
dienen onderstaande instructies opgevolgd te worden.
•
Kies een geschikt zaagblad voor het werk. Zaag met
de afkortmachine alleen hout en afgeleide producten
of licht metaal als aluminium. Andere materialen
kunnen wegspringen of zich in het zaagblad
vasthaken of andere gevaren veroorzaken.
•
De pijl op het zaagblad, die de draairichting aan geeft,
moet in de zelfde richting wijzen als de op de machine
aangebrachte pijl. De zaagbladtanden moeten aan de
voorkant van de zaag naar onder wijzen.
•
Controleer of het zaagblad scherp is, onbeschadigd
en goed uitgelijnd is. Druk de zaagkop, na het
uittrekken van de stekker, naar beneden. Draai het
zaagblad met de hand en ga na of het vrij loopt. Zet de
machine in de 45° positie en herhaal de test. Indien
het zaagblad ergens raakt dan moet deze opnieuw
afgesteld worden.
•
Houd het zaagblad en de spanvlakken van de
klemmen zuiver.
•
De zaagbladflens moet steeds met de aangedraaide
uitsparing naar het zaagblad gemonteerd zijn.
•
Controleer dat alle spaninrichtingen en
vergrendelingen vast zitten en geen enkel onderdeel
een te grote speling vertoont.
•
Nooit uit de vrije hand zagen.
•
Druk het werkstuk steeds vast tegen de aanslag,
zodat het tijdens het zagen niet kantelt of zich kan
verdraaien. Onder het werkstuk mogen zich geen
onzuiverheden kunnen verzamelen.
•
Zorg ervoor dat het werkstuk na het doorzagen niet
kan bewegen, bijv. omdat het niet op het volle
oppervlak draagt.
•
Gebruik voor het verzagen van werkstukken die niet
op het volle vlak dragen, opvullingen of een andere
machine.
•
Vervang een versleten tafel inlegstuk.
•
Werk alleen met door de fabrikant aanbevolen
zaagbladen (EN-847-1).
•
Gebruik geen HS (High Speed) zaagbladen.
•
Controleer of afgezaagde stukken zijdelings van het
zaagblad kunnen worden verwijderd. Anders
kunnen zij door het zaagblad gegrepen en
weggeslingerd worden.
•
Zaag nooit meerdere werkstukken tegelijk.
•
Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van grote,
zeer kleine en onhandige werkstukken.
•
Wees voorzichtig bij het zagen in dubbel verstek.
•
Gebruik bijkomende steunen (tafels, bokken e.a.)
voor lange werkstukken, die van de machinetafel
kiepen als ze niet worden vastgehouden.
•
Zaag met de machine geen werkstukken die zo klein
zijn, dat ze niet meer veilig kunnen worden
vastgehouden.
•
Bij het zagen van profielen moet zo gewerkt worden
dat het werkstuk niet kan wegschuiven en het
zaagblad niet vast klemt. Een geprofileerd werkstuk
moet vlak opliggen, ofwel door een hulpstuk
vastgehouden worden, waardoor kantelen of
wegschuiven tijdens het werk wordt verhinderd.
•
Ronde werkstukken als buizen moeten
vastgehouden worden, anders gaan deze verdraaien
en bestaat het gevaar dat het zaagblad zich vast hakt.
Altijd met een geschikt hulpstuk het werkstuk tegen
de aanslag en op de tafel houden.
•
Er mogen geen spijkers of andere vreemde
voorwerpen in het te bewerken werkstuk zitten.
12
Ferm