Evolution EVOMITS, Оригинальное руководство

Страница: 139 / 244

256 www.evolutionpowertools.com 257 www.evolutionpowertools.com
® ®
SV
SK
RU
PT
PL
NO
NL
IT
GB
FR
FI
ES
EL
DE
DA
CZ
buurt tijdens het werken met elektrische
gereedschap. Afleidingen kunnen ertoe
leiden dat u de controle verliest.
2. Elektrische veiligheid
a. De stekker van het elektrische
gereedschap moet overeenkomen met
het stopcontact. Pas de stekker niet aan.
Gebruik geen verloopstekkers bij het gebruik
van (geaarde) elektrische gereedschappen.
Onaangepaste stekkers en overeenkomende
stopcontacten verminderen het risico op een
elektrische schok.
b. Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakken zoals pijpen, radiatoren,
-fornuizen en koelkasten.
Er is een
verhoogd risico op een elektrische schok
indien uw lichaam is geaard.
c. Stel de elektrische gereedschappen
niet bloot aan regen of natte
omstandigheden. Water dat het elektrische
gereedschap binnendringt, zal het risico op
een elektrische schok verhogen.
d. Ga goed om met het snoer. Gebruik
het snoer nooit voor het dragen, trekken
of het uit het stopcontact halen van het
apparaat. Houd het snoer uit de buurt van
hitte, olie, scherpe objecten of bewegende
onderdelen. Beschadigde of verwarde
snoeren verhogen het risico op een
elektrische schok.
e. Bij het gebruik van een elektrisch
gereedschap buitenshuis, dient u een
verlengsnoer te gebruiken dat geschikt is
voor gebruik buitenshuis. Door een kabel
te gebruiken voor buitenshuis vermindert u
het risico op een elektrische schok.
f. Indien het onvermijdbaar voor u is om
elektrisch gereedschap in een vochtige
omgeving te gebruiken, kunt u het best
een voeding met aardlekschakelaar
gebruiken. Door een aardlekschakelaar
te gebruiken vermindert het risico op
elektrische schokken.
3. Persoonlijke veiligheid
a. Blijf alert, let op wat u doet en gebruik
uw gezonde verstand bij het bedienen
van een elektrisch gereedschap. Gebruik
geen elektrisch gereedschap wanneer u
moe bent of onder de invloed van drugs,
alcohol of medicatie. Een moment uw
aandacht verliezen tijdens het werken met
elektrische gereedschappen kan resulteren
in ernstig lichamelijk letsel.
b. Gebruik veiligheidsuitrusting.
Draag altijd oogbescherming.
Veiligheidsuitrusting zoals stofmasker,
slipvrije veiligheidsschoenen, helm of
gehoorbescherming zullen persoonlijk letsel
verminderen, indien deze worden gebruikt
onder de juiste omstandigheden.
c. Vermijd onbedoeld starten. Verzeker dat
de schakelaar zich in de uitpositie bevindt,
voordat u de stekker in het stopcontact
stopt. Elektrische gereedschap dragen
met uw vinger op de knop, of het in het
stopcontact stoppen van elektrische
gereedschappen die aan staan, is een
uitnodiging voor ongelukken.
d. Verwijder alle aanpassingssleutels
en moersleutels voordat u het
gereedschap aanzet. Een moersleutel of
aanpassingssleutel dat aan een roterend
onderdeel van een elektrisch gereedschap
zit kan tot lichamelijk letsel leiden.
e. Reik niet te ver uit. Zorg dat u altijd
stevig in balans staat. Dit geeft u meer
controle over het elektrisch gereedschap in
onverwachte situaties.
f. Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of juwelen. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
juwelen of lang haar kunnen verstrikt raken
in bewegende onderdelen.
g. Als toestellen worden geleverd voor
de verbinding tussen stofafzuiging
en inzamelingsvoorzieningen, moet u
controleren of deze goed op elkaar zijn
aangesloten en juist worden gebruikt. Het
gebruik van deze toestellen kan het risico op
stofgerelateerde gevaren verkleinen.
4. Het gebruik en onderhoud van
elektrisch gereedschap
a. Forceer het elektrisch gereedschap
niet. Gebruik het juiste elektrische
gereedschap voor uw toepassing.
Het juiste elektrische gereedschap zal de
taak beter en veiliger uitvoeren, wanneer het
op de snelheid wordt gebruikt waarvoor het
is ontworpen.
b. Gebruik het elektrisch gereedschap
niet als de schakelaar het gereedschap
niet aan- en uitzet. Een elektrisch
gereedschap dat niet kan worden bediend
met de schakelaar is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c. Haal de stekker uit de voedingsbron
voordat u aanpassingen maakt, accessoires
verandert of elektrische gereedschappen
opslaat. Deze veiligheidsmaatregelen
verminderen de kans dat het elektrisch
gereedschap onbedoeld opstart.
d. Bewaar elektrische gereedschappen
buiten het bereik van kinderen, en
laat personen die niet bekend zijn met
elektrische gereedschappen of deze
handleiding niet hebben gelezen het
elektrische gereedschap niet bedienen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in
de handen van ongetrainde gebruikers.
e. Elektrische gereedschappen
onderhouden. Controleer op foutieve
uitlijning of het vastlopen van bewegende
onderdelen, gebroken onderdelen of
andere omstandigheden die de werking
van de elektrische gereedschappen kan
beïnvloeden. Zorg er voor dat het elektrische
gereedschap wordt gerepareerd, indien het
beschadigd is. Veel ongelukken vinden plaats
vanwege slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f. Houd snijgereedschappen scherp
en schoon.
Goed onderhouden
snijgereedschappen met scherpe randen zijn
gemakkelijker te bedienen en lopen minder
vaak vast.
g. Gebruik het elektrische gereedschap,
de accessoires en inzetgereedschappen
etc., in overeenstemming met deze
instructies en op de manier die bedoeld
is voor het specifieke soort elektrisch
gereedschap, rekening houdend met de
werkomstandigheden en het werk dat
moet worden uitgevoerd. Het elektrische
gereedschap gebruiken voor handelingen
anders dan bedoeld kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
5. Onderhoud
Zorg ervoor dat uw elektrisch gereedschap
door een gekwalificeerde reparateur wordt
onderhouden, die alleen gebruik maakt
van echte vervangende onderdelen.
Dit
verzekert dat de veiligheid van het elektrische
gereedschap goed is onderhouden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
VOOR AANGEDREVEN GENERATOREN
a. Motoren die op benzine of diesel
draaien moeten nooit in ongeventileerde
gesloten ruimtes worden gebruikt.
De uitlaatgassen die worden
geproduceerd zijn zeer giftig en kunnen
‘Koolmonoxidevergiftiging’ veroorzaken, wat
tot slaperigheid leidt en uiteindelijk de dood.
Het is alleen toegestaan om benzinemotoren
binnenshuis te te gebruiken indien het
gebouw zeer goed wordt geventileerd en de
uitlaatgassen gevangen en naar buiten geleid
kunnen worden d.m.v. een afzuigsysteem.
b. De motor/generator moet zich op een
stevig en vlak oppervlak bevinden. De
wielen moeten vergrendeld zijn, zodat de
motor zich niet kan bewegen tijdens werking.
c. De motor mag de maximale snelheid
op het typeplaatje niet overschrijden.
Het draaien van een motor op excessieve
snelheden verhoogt de waarschijnlijkheid
op het uitval van onderdelen en daaruit
voortvloeiende ongevallen.
d. Knoei niet met het onderdeel dat de
motorsnelheid reguleert. U mag de in
de fabriek ingestelde bedrijfsparameters
aanpassen.
e. Gebruik alleen de brandstof die in de
motorhandleiding wordt weergegeven.
Het gebruik van een brandstof met een lager
octaangehalte dan aangegeven kan leiden
tot overmatige slijtage van de motor en het
voortijdig uitvallen van de motor.
f. Houd het gebied rondom de motor leeg,
schoon en opgeruimd.
Laat geen brandbare
materialen (hout, plastic, karton, linnen etc.) in
de buurt van een draaiende machine.
g. Niet gebruiken in of in de nabijheid
van explosieve atmosferen.
Omgevingen
met veel stof, zoals in sommige industriële
gebouwen (meelfabrieken, houtfabrieken),
hebben een mogelijkheid tot explosies.
h. Controleer regelmatig het
brandstofsysteem voor lekkages.
Slangen en koppelingen moeten worden
gecontroleerd op beschadigingen of
schuurplekken.
Controleer de benzinetank
voor schade of voor een slecht geplaatste
of versleten tankdop. Mogelijke defecten
moeten worden gerepareerd voordat de
motor wordt gebruikt.
i. U dient de motor altijd te stoppen