NL
O N D E R H O U D
DiBO 40
7
Olie aftappen en vullen motor
• Aftappen van olie
Verwijder de aftapdop (1) van de motorblok. Koppel een aflaatslang aan het
motorblok (eventueel via een nippel), de olie loopt weg via de slang. Andere
mogelijkheid is om via de oliepeilstok (3) de olie weg te pompen via een
slang tot op de motorbodem en een aftappompje. Vang alle gebruikte olie
op in een lekbak. Vervang of reinig de oliefilter (2) indien nodig (zie ook
motorhandleiding). Duw de plug terug in het motorblok (bij einde van olie
onderhoud).
Let op: verwijder de olie uit de lekbak op milieuvriendelijke wijze.
• Vullen van olie
Verwijder de vuldop bovenaan de motor. Vul het carter met olie (type olie:
zie
“6 Onderhoud CNG motor algemeen” op pagina 39
).
Controleer het oliepeil aan de hand van de merkstreep op de oliepeilstok.
Breng de vuldop (5) weer aan.
8
Koelvloeistof motor vervangen
Het koelvloeistofreservoir bevindt zich bovenaan de motor (6) (om te vullen).
Onderaan is een leegloopkraan voorzien (4) voor het koelvloeistof om het
motorblok leeg te maken. Aanbevolen koelvloeistof: 1.836.075. Inhoud
koelvloeistofleidingen/motoblok: xx Ltr. Koelvloeistof van de motor indien nodig
(zeker jaarlijks) vervangen (indien mogelijk) of bijvullen.
9
Luchtfilter motor
De luchtfilter bevindt zich aan de motor en is gesitueerd net boven de
hogedrukpomp. Een vacuümdetector bevindt zich achteraan deze filter en
signaleert wanneer de luchtfilter vervuild geraakt. Bij vervuiling gaat op het
controlepaneel een indicatie verschijnen. Na het aangaan van de indicatie
dient de luchtfilter zo snel mogelijk gereinigd of vervangen te worden. Het
is eveneens aan te raden de luchtfilter te laten vervangen/controleren zoals
omschreven in het onderhoudsschema:
“2 Periodiek onderhoud” op pagina
38
. Bij het inschakelen van de machine wordt de filterstatus automatisch
gecontroleerd en de indicatie dooft van zodra de filter vervangen of weer zuiver
is
10
Aanbevolen smeermiddelen
• CNG motor: 1.836.055
• Pomp: 1.836.042
• Reductiekast: 1.836.015
• Koelvloeistof motor: 1.836.075
11
Onderhoud van aanhanger
Glij- en scharnierpunten van de oploopinrichting om de 12 maanden smeren
resp. oliën (zie foto). Stekker regelmatig controleren op corrosie, vuil,
beschadigingen. Kogelkoppeling regelmatig controleren op goede werking,
eventueel invetten/schoonmaken. Controleer na de eerste rit (en na 100km) of
de wielbouten vast genoeg zijn aangedraaid, zo nodig vaster aandraaien. Volg
hierbij de aandraaimomenten. Herhaal dit telkens als er een wiel los geweest
is, bijvoorbeeld als een band verwisseld is (wielbouten kruiselings vastzetten).
Witroestvorming bij vuurverzinkte voertuigonderdelen brengt de veiligheid niet
in gevaar en kan door de volgende maatregelen worden gereduceerd:
2
1
3
4
5
6
1
aflaatplug olie
2
Oliefilter
3
oliepeilstok
4
aflaatkraan koelvloeistof
5
olievuldop
6
koelvloeistofvulreservoir