NL
82
3.
Draai de sluitingsring in wijzerzin om het richtpunt en de controlelampjes te aligneren. Het
gele controlelampje knippert 5 sec. en vervolgens 1 keer om de 10 sec., waardoor de
normale werking van de detector bevestigd wordt.
4.
Ga naar hoofdstuk 3. Test van de detector.
2.5 Installatie van een detector geïntegreerd in een Daitem alarmsysteem
Dankzij het aanleren herkent de centrale de detector.
Bij het aanleren kent de centrale een detectornummer toe in chronologische orde.
Alle radiobestuurde detectoren moeten absoluut aangeleerd zijn aan de centrale en binnen
radiobereik staan radio van de centrale.
OPGELET
• Om de aanleringsprocedure te kunnen uitvoeren moet de centrale in installatiemodus staan.
In het tegenovergestelde, het volgende indrukken op het toetsenbord:
vervolgens
• Tijdens het aanleren is het onnodig het aan te leren product dicht bij de centrale te plaatsen; we
raden u in tegendeel aan om een beetje op afstand te gaan staan (het product op minstens
2 meter afstand van de centrale plaatsen).
• Het is mogelijk om een persoonlijk bericht op te nemen waardoor de rookdetector vocaal herkend
kan worden (zie de installatiegids van de centrale § Bericht vocale identificatie detectoren).
hoofdcode
installateurscode
Te aligneren
richtpunt en
controlelampjes
Sluitingsring