Voor u in onze kookstudio uitgetest.
nl
131
Tips voor het bakken
Braden en grillen
Bij de tabellen
Temperatuur en braadtijd zijn afhankelijk van de
kwantiteit en de kwaliteit van de gerechten. In de
tabellen zijn bereiken aangegeven. Begin met de
laagste waarde en stel zo nodig de volgende keer
hoger in.
Bijkomende informatie vindt u onder
"Tips voor het braden
en grillen"
na de tabellen.
Vormen
U kunt elke vorm gebruiken die hittebestendig en
geschikt voor de magnetron is. Braad- en bakvormen
van metaal zijn alleen geschikt voor gebruik zonder de
magnetronfunctie.
De vorm kan heel heet worden. Gebruik pannenlappen
wanneer u hem uit de oven haalt.
Zet hete vormen van glas op een droge keukendoek.
Wanneer u deze op een natte of koude ondergrond zet,
kan het glas knappen.
Aanwijzingen voor het braden
Aanwijzingen
■
Gebruik voor het bakken en braden van vlees en
gevogelte een hoge vorm.
■
Controleer of de vorm in de binnenruimte past. Deze
mag niet te groot zijn.
■
Vlees:
Zorg ervoor dat de bodem van de vorm net met
vloeistof bedekt is. Voeg aan stoofvlees wat meer
vloeistof toe. Keer stukken vlees na de helft van de
bereidingstijd. Als het vlees klaar is, moet het nog
10 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven
blijven. Het vocht kan zich dan beter verdelen.
■
Gevogelte:
Keer de stukken vlees na
Z
van de bereidingstijd.
Aanwijzingen voor het grillen
Aanwijzingen
■
Gril altijd met de ovendeur dicht, zonder
voorverwarmen.
■
Gebruik zoveel mogelijk stukken van gelijke dikte
voor het grillen. Steaks moeten minstens 2 tot 3 cm
dik zijn. Zo worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze
lekker mals. Zout de steaks pas na het grillen.
■
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u
met een vork in het vlees prikt, verliest het sap en
wordt het droog.
■
Donker vlees, bijv. rundvlees, wordt sneller bruin dan
licht kalfs- of varkensvlees. Grillstukken van licht
vlees of vis zijn vaak alleen aan de oppervlakte
lichtbruin, maar van binnen gaar en sappig.
■
Het grillelement schakelt automatisch uit en weer in.
Dit is normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk
van de ingestelde grillstand.
U wilt bakken volgens uw eigen recept.
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
U wilt een vorm van silicone, glas, kunststof of
keramiek gebruiken.
De vorm moet tot 250 °C hittebestendig zijn. In deze vormen wordt het gebak minder bruin. Wan-
neer u de magnetron inschakelt, wordt de tijdsduur eventueel korter dan wat in de tabel staat aan-
gegeven.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Steek ongeveer 10 minuten voor het einde van de opgegeven baktijd een houten prikker in op de
plek waar het gebak het hoogst is. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het gebak
klaar.
Het gebak zakt in.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager in en
houd een langere baktijd aan. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager
bij de randen.
Vet nu de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een
mes.
Het gebak wordt te donker.
Kies een lagere temperatuur en een wat langere baktijd.
Het gebak is te droog.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt u het met
vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger in en houd kortere
baktijden aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) ziet er
goed uit, maar is van binnen klef (zacht, doortrok-
ken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temperatuur.
Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor, deze bestrooit u met amande-
len of paneermeel en vervolgens brengt u de bovenste laag erop aan. Let op recepten en baktij-
den.
Het gebak laat niet los wanneer u het uit de vorm
wilt storten.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen, dan komt het gemakkelijker los uit
de vorm. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de rand voorzichtig los met een mes. Stort
het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte, koude doek. Vet de vorm de
volgende keer goed in en strooi er ook paneermeel in.
U heeft met uw eigen thermometer de oventem-
peratuur gemeten en daarbij een afwijking vast-
gesteld.
De oventemperatuur wordt door de fabrikant met een testrooster na een bepaalde tijd in het mid-
delpunt van de binnenruimte gemeten. Alle vormen en toebehoren hebben invloed op de gemeten
waarde, zodat u altijd een verschil zult vaststellen wanneer u zelf meet.
Tussen vorm en rooster ontstaan vonken.
Controleer of de vorm van buiten schoon is. Verander de positie van de vorm in de binnenruimte.
Als dat niet helpt, bakt u zonder magnetron verder. De bakduur wordt dan langer.
Содержание CC4W91860
Страница 137: ......
Страница 138: ......
Страница 139: ......
Страница 140: ... RQVWUXFWD 1HII 9HUWULHEV PE DUO HU 6WUD H 0 QFKHQ 50 1 9001277759 9001277759 970510 ...