44
T
1
T
2
T
3
T
4
0%
25%
50%
75%
4
R
L
6
2
+
‒
3
5
+
‒
R
L
‒
+
1
R
L
R
L
+
‒
‒
+
100%
Secties/indicatiewaarde T
1-4
Als u de besturingsfuncties van uw Carrera RC helicopter nog niet kent, dan
gelieve u voor de eerste vlucht een paar minuten de tijd te nemen, om u met de
besturing vertrouwd te maken. De beschrijving links of rechts stemt overeen
met de kijk vanuit de cockpit (pilotenzicht).
Als de gashendel aan de onderste aan-
slag en de gashendeltrimming in de
middelste of ook onder de middelste
positie staat, zullen de rotorbladen niet
roteren. Schuif de gashendel naar
boven, om de rotatiesnelheid van de
rotoren te verhogen. Verhoog de rotatie-
snelheid van de hoofdrotorbladen en
het model begint te stijgen.
Reduceer de uitslag van de gashendel
en daarmee de rotatiesnelheid van de
hoofdrotorbladen, om de helicopter te
doen dalen. Als het model de grond
heeft verlaten, kunt u het door voorzich-
tige beweging van de gashendel naar
boven en beneden, in een stationaire
zweefvlucht brengen, zonder dat het te
plots stijgt of daalt.
Beweeg de linker hendel (staart) naar
links en de neus van de helicopter
draait zich (giert) om de as van de
hoofdrotor cirkelvormig naar links.
Beweeg de linker hendel (staart) naar
rechts en de neus van de helicopter
draait zich (giert) om de as van de
hoofdrotor cirkelvormig naar rechts.
Gebruik de trimmer voor staart, tot u
een stabiele neutrale positie van de
helicopter voor zweefvlucht, zonder
een beweging van de linker hendel
(staart) heeft bereikt.
De vooruit-/achteruithendel bestuurt de
neiging van de helicopter voorwaarts/
achterwaarts. Als u de hendel naar
voren drukt, beweegt de helicopterneus
naar onder en de helicopter vliegt voor-
waarts. Als u de vooruit-/achteruithen-
del naar achter drukt, beweegt de heli-
copter naar achter en de helicopter
Besturing van de helicopter
Rotortoerental
gascurve
Waarschuwingen! Het wijzigen van de
indicatiewaarden onder de menu-items
T1, T2, T3 en T4 wordt alleen ervaren
hobbypiloten aanbevolen!
Kies in het instelmenu het menu-item T1,
T2, T3 of T4. Druk op de knop SEL om uw
keuze van het menu-item T1, T2, T3 of T4
te bevestigen. De indicatiewaarde rechts
naast het menu-item T1, T2, T3 of T4
begint te knipperen. Met de knoppen UP of
DN kunt u de indicatiewaarde veranderen.
De standaardverdeling is T1 = 25%,
T2 = 50%, T3 = 75%, T4 = 100%.
Door de betreffende waarden aan te
passen, verandert het reactiegedrag van
de gashendel.
Door nogmaals op de knop SEL te druk-
ken, bevestigt u de indicatiewaarde. Druk
tot slot op de menuknop, om de instellin-
gen op te slaan.
Menu-item: T1-4 - gascurve
Kies in het instelmenu het menu-item C.
Druk op de knop SEL om uw keuze van
het menu-item C te bevestigen. De indica-
tiewaarde rechts naast het menu-item C
begint te knipperen. Met de knoppen UP
of DN kunt u de indicatiewaarde verande-
ren. Hoe groter de indicatiewaarde is, hoe
meer het model naar rechts neigt. De waarde kan hierbij tussen 0 en 100 liggen. Door
nogmaals op de knop SEL te drukken, bevestigt u de indicatiewaarde. Druk tot slot op
de menuknop, om de instellingen op te slaan.
Menu-item: C - rechtsneiging