Pagina 41 / 726
NCE(D) H, NCE(D) HQ Rev. 4 - Bedieningsvoorschrift
NL
Er is geen externe motorbeveiliging nodig.
Alle kabels moeten dusdanig worden aangebracht dat ze in
geen geval de buizen en/of het circulatorlichaam raken.
LET OP: voor diverse afstandsbedieningstoepassingen
zie NMTC module handleiding.
Deze module is standaard alleen voor NCE(D) HQ 65F-
180, 80F-120, 80F-180, 100F-80, 100F-120, 100F-180.
Voor alle andere circulatiepompen kan de module apart
worden aangeschaft.
6.5.1 Externe ingangsverbinding
U kunt een schakelaar aansluiten voor inschakeling op
afstand.
Voor de elektrische aansluiting zie (hfdst. 13.2 fig. 5).
6.5.2 Aansluiting van alarmsignalen
Een potentiaalvrij contact kan worden aangesloten
(hfdst. 13.2 fig. 5).
7 INSCHAKELEN EN GEBRUIK
7.1 Controles alvorens in te schakelen
Het apparaat mag niet ingeschakeld worden wanneer er
beschadigde onderdelen zijn.
7.2 Eerste inschakeling
LET OP: de pomp nooit droog laten lopen.
Start de pomp nadat de installatie volledig met vloeistof
gevuld is.
Het hydraulische systeem aftappen.
Door zijn speciale structuur heeft de pomp geen aftapk-
lep nodig.
Risico op brandwonden. Door de hoge
temperatuur van de vloeistof kunnen de
pompbehuizing en de motor temperaturen
bereiken van meer dan 50°C.
Raak deze onderdelen NIET aan, tenzij met
geschikte beschermingsmiddelen of wacht en
controleer of ze volledig afgekoeld zijn.
7.3. Programmering en gebruik
Wanneer de pomp voor de eerste keer wordt aangesloten
op het stroomnet, werkt hij in de automatische modus.
Wanneer de pomp een volgende keer wordt opgestart, werkt
de pomp met de laatste instelling voor hij werd uitgeschakeld.
Houd de knop (-) ingedrukt totdat “Off” wordt weergegeven
om de pomp uit te schakelen. Om de pomp in te
schakelen drukt u kort de knop (-) in.
7.4. Functies drukknoppen
(-) Met deze knop kunt u parameters verlagen, de
bedrijfsmodus wijzigen en parameters aanpassen.
(
✔
) Met deze knoppen bevestigt u de gekozen waarden.
(+) Met deze knop kunt u parameters verhogen, de
bedrijfsmodus wijzigen en parameters aanpassen.
7.5. Instelling voor de bedrijfsmodus van de pomp
Om de bedrijfsmodus van de pomp aan te passen
(behalve de nachtmodus) houdt u de knop (
✔
) 3
seconden ingedrukt, met de knoppen (+) en (-) gaat u
naar de gewenste bedrijfsmodus en bevestig met (
✔
).
Na bevestiging van de bedrijfsmodus geeft het scherm
de vereiste parameter aan voor de bedrijfsmodus weer
(behalve de automatische modus). Wijzig de parameter
zonodig met de knoppen (+) en (-) en bevestig met de
knop (
✔
).
7.6. Bedrijfsmodi
Op de pompen kunnen 4 verschillende bedrijfsmodi
ingesteld worden, alle bedrijfsmodi kunnen werken met
de nachtmodus.
1. Weergave van pompparameters
2. Numerieke weergave van waarden
3. Eenheidsdisplay
4. Weergave van de momenteel geselecteerde modus
5. Nachtmodus
6. (+) toets
7. (
✔
) toets
8. (-) toets
Automatische modus (fabrieksinstelling):
In deze modus stelt de pomp automatische de
werkdruk in, afhankelijk van het hydraulische
systeem.
Proportionele drukmodus:
De circulator wijzigt de druk in proportie met de
actuele stroming. De ingestelde druk is
gerelateerd aan de druk bij maximaal
vermogen, bij nulstroming is de druk 50% van
de ingestelde druk.
In deze bedrijfsmodus kan alleen de
drukwaarde aangepast worden met de knoppen
+ en -.
Constante drukmodus:
De circulator behoudt een constante druk
wanneer de referentiestroming verandert.
In deze bedrijfsmodus kan alleen de drukwaarde
aangepast worden met k en -.
Vaste snelheidsmodus:
De circulator werkt met een constante curve; in
deze
bedrijfsstand
kan
alleen
de
snelheidswaarde aangepast worden met de
k en -.
Nachtmodus:
Wanneer de vloeistoftemperatuur met 15-20°C
daalt, schakelt de pomp automatisch over naar
de nachtmodus. In praktijk werkt de circulator
bij een minimale curve.
Wanneer de temperatuur opnieuw stijgt,
schakelt de pomp terug naar de gekozen
modus. De nachtmodus kan gekozen worden
met elke andere bedrijfsmodus.
7.7. De nachtmodus instellen
Voor het instellen van de nachtmodus houdt u beide
knoppen (+) en (-) gedurende 3 seconden ingedrukt.
OFF
m
W
2
m
3
/h
kRPM
3 s
3 s
8
7
6
5
1
3
4
IST ND_NCE H HQ ed5_2022_MXS 11_03con gall 20/01/22 11:18 Pagina 41