Berker 1701 08, Руководство по эксплуатации

Страница: 30 / 41

58 59
Storingsbronnen
Niet in de onmiddellijke nabijheid van
een warmtebron, b.v. een lamp,
monteren (afb. C). De afkoelende lamp
kan door het PIR-sensorsysteem als
warmteverandering herkend worden en
opnieuw inschakelen tot gevolg hebben.
Zo nodig het detectiegebied met behulp
van het bijgeleverde opsteekmasker
inperken (zie hfdst. Opsteekmasker op
pagina 66).
Niet in de buurt van ventilatoren, radiatoren
of ventilatieschachten monteren. Lucht-
bewegingen (b.v. ook door geopende
vensters) kunnen waargenomen worden
en tot opnieuw inschakelen leiden.
5. Montage
Het toestel is standaard met een kabel-
invoer (1) voor inbouw-leidingmontage
uitgevoerd (afb. D).
Voor een extra kabelinvoer of voor
opbouw-leidingmontage het daarvoor
bestemde breekplaatje (2) in de
aansluitdoos openbreken.
De aansluitdoos met 2 schroeven op de
montagepositie bevestigen.
Bevestiging via de excentrische gaten
(3) met bijgeleverde pluggen-/ schroeven-
set. (afb. D)
C
D
4. Montage-instructies
De aanwezigheidsmelder ‘opbouw’ heeft
een opbouwbehuizing met geïntegreerde
schakelversterker.
De aanwezigheidsmelder wordt
uitsluitend op plafonds en bewaakt een
hieronder gelegen werkoppervlak (afb. A).
Combinatie met toestellen van het BLC
Systeem is niet mogelijk.
Gunstige montagepositie kiezen
Het detectieveld dient niet door meubels,
pilaren etc. onderbroken te worden (zie
tevens hoofdstuk Detectieveld).
Rechtstreekse zonnestraling op het
sensorvenster vermijden. Leg de aan-
wezigheidsmelder tijdens de montage
niet in de volle zon.
De sensor kan in dat geval door de
hoge warmtestraling vernield raken.
De helderheidssensor (1) dient op de
van het venster afgewende zijde (afb. B)
gemonteerd te worden, om ongewenste
strooilichtinvloed uit te sluiten.
De aanwezigheidsmelder trillingvrij mon-
teren, aangezien sensorbewegingen
eveneens een inschakeling kunnen
triggeren.
A
B