Berker 1701 08, Руководство по эксплуатации

Страница: 33 / 41

64 65
8. Testen van het detectiegebied
•
Potentiometer „time“ (inschakeltijd) op
kortste tijd (test, ca.1 sec.) instellen
(zie afb. L).
•
Potentiometer „lux“ (helderheid) op
dagbedrijf (symbool zon) instellen (zie
afb. L).
•
Netspanning inschakelen.
De aanwezigheidsmelder schakelt de aangesloten verlichting voor een inmeetcyclus
gedurende ca. 30 seconden in. Het toestel schakelt vervolgens uit en staat dan in de
testmodus.
Iedere gedetecteerde beweging schakelt nu het toestel ca. 1 seconde in. Iedere
volgende herkende beweging bewerkstelligt opnieuw inschakelen van de verlichting.
Nu kan een looptest worden uitgevoerd en het detectieveld gecontroleerd worden.
Zo nodig het opsteekmasker gebruiken (zie Opsteekmasker, pagina 66).
Aanwijzing:
Parallelschakeling van aanwezigheidsmelders, zie hoofdstuk 6.
L
Helderheid
Minimumhelderheid op het bewaakte
detectieveld.
Wordt de minimumhelderheid onder-
schreden, wordt de verlichting bij detectie
van een beweging ingeschakeld.
Met de potentiometer „lux“ (2) kan de
minimumhelderheid van ca. 10 lux
(symbool maan) bis 1000 lux (symbool
zon) ingesteld worden.
De uitschakelhelderheid bedraagt het
tweevoudige van de ingestelde waarde,
doch minstens ca. 400 lux, ook wanneer
een kleinere waarde werd ingesteld.
Aanwijzing:
Bij instelling op markering 0 schakelt de
aanwezigheidsmelder alleen via bediening
van de impulsgever in (zie Impulsgever-
bediening pagina 73).
Hiermee is de automatische initiële
detectie gedeactiveerd.
K