123
nl
2.3
Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en/of slechte werking!
►
Product voor ieder gebruik controleren op losse, verbogen, gebro-
ken, gebarsten, versleten of afgebroken delen.
►
Voer voor elk gebruik een functietest uit.
2.3.1
Gaten voor S
⁴
Cervical schroeven prepareren
De gaten voor zelf-borende S
4
Cervical schroeven worden gestart met de
S
4
Cervical botpriem
2
. Hierbij wordt de corticale laag van het wervelli-
chaam doorboord. De standaard botpriem
2
is voorzien van een opstaande
rand die aangeeft wanneer de ideale diepte is bereikt.
Afb. 1
Priem volledig ingebracht
De corticale laag openen met de botpriem 2
GEVAAR
Gevaar voor verwonding van ruggenmerg, zenuwwortels, de aangren-
zende tussenwervelruimte of zacht weefsel bij het invoeren van de
botpriem.
►
De priem nooit voorbij de opstaande rand inbrengen, zie Afb. 1.
2.3.2
Gaten boren voor S
⁴
Cervical schroeven
GEVAAR
Gevaar voor verwondingen door op de onjuiste plaats aangebrachte of
te diepe boringen!
►
De boor niet slijpen, omdat dit de aflezing op de dieptemeter
onnauwkeurig maakt en de aflezing vervalst.
►
Vervang een botte boor door een nieuwe.
De boor wordt aangebracht met een boorgeleider en kan handmatig wor-
den aangedreven met de spiraalboorhandgreep
1
of met een motorsy-
steem en Aesculap Intra-handstuk (bv. GD45OR/GD456R).
De boor en handgreep monteren (alleen voor handmatig boren)
Afb. 2
Monteren van de boor
►
Gebruik de spiraalboorhandgreep
1
voor handmatig boren.
GEVAAR
Gevaar voor verwonding van ruggenmerg, zenuwwortels, de aangren-
zende tussenwervelruimte of zacht weefsel bij het boren!
►
Gebruik altijd de juiste S
4
Cervical boorgeleiders tijdens het boren
van de gaten. Boren en geleiders niet verkeerd combineren.
►
Controleer de boorlengtes altijd met de gebruikte geleidehuls met
behulp van een schuifmaat (bijv. AA845R, Caspar instrument voor
anterieure cervicale fusie) voordat u begint met boren.
GEVAAR
Beschadiging van ruggenmerg en zenuwwortels door te lange boor!
►
Selecter de voor de operatie geschikte boorlengte op basis van een
röntgenfoto.
►
Het uitlijnen en plaatsen van de boren mag alleen worden uitge-
voerd onder röntgencontrole en/of met behulp van een navigatie-
systeem.
►
Selecteer een boor met een lengte die gelijk is aan de gewenste
diepte van het boorgat.
►
De boor in de spiraalboorhandgreep
1
plaatsen:
– Trek de borghuls tegen de veerdruk in terug, in de richting aangege-
ven door de pijl en houd hem daar vast.
– Duw de boor zo ver mogelijk in de adapter van de spiraalboorhand-
greep.
– Draai de boor lichtjes terwijl u de borghuls loslaat.
Afb. 3
De boor klikt hoorbaar vast
Содержание Aesculap S4
Страница 2: ......
Страница 3: ...3 2 1 4 5 7 8 6 14 mm 12 mm ...
Страница 4: ...10 9 11 12 13 14 15 17 16 18 19 20 21 22 ...
Страница 5: ...28 29 27 30 24 23 26 25 32 31 33 34 ...
Страница 6: ...35 37 42 41 39 38 40 36 47 44 43 45 46 ...
Страница 7: ...54 55 56 53 58 57 59 48 52 51 50 49 60 61 65 64 63 62 ...