Zenit APE 200/2/G50H A0CM(T)-E, Use And Maintenance Instructions

Page: 58 / 218

56
7. DE ELEKTRISCHE POMP AFDANKEN
Wanneer de pomp dermate versleten of beschadigd is dat een reparatie niet meer rendabel is, moet de pomp
worden afgedankt overeenkomstig de plaatselijke milieureglementen.
Volg de volgende instructies wanneer u de pomp afdankt:
- verwijder de olie uit de oliekamer en breng de olie naar een speciaal inzamelpunt,
- scheidt de plastic en rubber onderdelen en breng deze naar een speciaal inzamelpunt,
- verschroot de metalen onderdelen in overeenstemming met de milieuvoorschriften.
Zorg dat geen deel van de pomp in het milieu terecht komt.
8. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
8.1 EENFASIGE ELEKTRISCHE AANSLUITING
De eenfasige pompen model APS - APE, geleverd met Shuko stekker, worden aangesloten door de stekker in een
geschikt stopcontact te steken. De eenfasige pompen model APS - APE die zonder Shuko stekker geleverd zijn
worden aangesloten door de groen-gele aardedraad aan te sluiten op de aarde en de aansluitdraden van de pomp
op de stroomdraden van de voedingslijn. De 1-fasige pompen model GRS - GRI - GRE sluit u aan door de groen-
gele aardedraad aan te sluiten op de aarde en de draden die uit de doos met de condensator/lijnschakelaar komen
op de voedingsdraden van het elektra. Als de draden die uit de doos met de condensator/lijnschakelaar van de 1-
fasige pomp model GRS - GRI - GRE komen zijn losgeraakt, moet u deze als volgt verbinden:de ZWARTE draad
sluit u aan op een draad van de voedingslijn, de BLAUWE draad op de andere draad van de voedingslijn en op
een contact van de condensator. De BRUINE draad op het andere contact van de condensator.
EENFASIGE elektrische aansluiting Fig. 3-4-5
8.2 DRIEFASIGE ELEKTRISCHE AANSLUITING
Verbind de groen-gele draad met de aarde en voed de overige draden elektrisch. Als de pomp 3 aansluitdraden
heeft, dan moeten deze worden aangesloten op een driefasige voedingslijn met een spanning en frequentie die
overeenstemt met de gegevens op het typeplaatje of op een schakelbord met een aan/uit schakelaar en eventueel
een voorziening voor de beperking van de aanloopstroom. Als de pomp 6 aansluitdraden heeft, dan moeten deze
worden
aangesloten op een schakelbord met een aan/uit schakelaar en een omschakelaar
ster/driehoekaansluiting. Als de pomp rechtstreeks met een driehoekschakeling wordt aangesloten, dan moet de
voedingsspanning overeenstemmen met de laagste spanning die op het typeplaatje is vermeld en bij een
sterschakeling met de hoogste spanning. De voedingsdraden zijn als volgt gemarkeerd:
- 3 draden: U – V – W;
- 6 draden: U1 – U2 – V1 – V2 – W1 – W2;
DRIEFASIGE elektrische aansluiting Fig. 6-7
8.3 TEMPERATUURVOELERS
De thermische beveiliging is ingebouwd in de motoren en hun reset is automatisch bij alle eenfasige uitvoeringen
en bij de driefasige uitvoeringen die voorzien zijn van een thermistor en een afstandsschakelaar. Bij de driefasige
uitvoeringen zonder afstandsschakelaar is de thermische beveiliging (indien aanwezig) aangesloten met de draden
die gemarkeerd zijn met de letter T. De thermische beveiliging moet worden aangesloten op de speciale terminal
van het schakelbord.
8.4 GELEIDINGSVOELERS
De geleidingsvoeler (indien aanwezig) bevindt zich in de oliekamer en is aangesloten op de draad die gemarkeerd
is met de letter S. De voeler moet met het schakelbord verbonden worden.