112
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Demontage van slijpschijven
Schakel de slijper uit en koppel de netstekker van stopcontact los.
Druk de spilvergrendeling in en draai de onderste montage
fl
ens m.b.v. sleutel los, vervolgens verwijder de slijpschuif van de spil.
Reinig de spil en montage
fl
enzen van stof en andere verontreinigingen die tijdens het gebruik zijn ontstaan.
Soorten slijpschijven
Elke voor gebruik met haakse slijpmachines ontworpen versterkte slijpschijf met een toegestane omtreksnelheid van minstens 80
m/s en de in de tabel met technische gegevens aangegeven opspan- en buitendiameters mag gebruikt worden.
Als de slijpschijf voorzien is van een gat zonder schroefdraad voor de installatie, gebruik dan de bevestigings
fl
enzen.
Het is ook mogelijk om schijven met een in de tabel met technische gegevens aangegeven uitwendige diameter met een
M14-schroefgat te installeren. Gebruik in dit geval geen bevestigings
fl
enzen en schroef de schijf rechtstreeks op de as door
deze met een knop te vergrendelen en de schijf stevig en zeker vast te draaien met een platte sleutel (niet inbegrepen in de
slijpmachine).
Gebruik bij schijven waarbij de schuurpapierschijf met klittenband kan worden bevestigd, alleen schuurpapierschijven met de
diameter die in de tabel met technische gegevens is aangegeven. De schijven moeten concentrisch op de schijf worden geplaatst.
De rand van de schijf mag niet buiten de rand van de schijf van het toestel uitsteken.
Het is ook mogelijk om diamant slijpschijven te gebruiken met de in de tabel met technische gegevens aangegeven afmetingen,
bestemd voor droog slijpen en slijpen. De installatie moet op dezelfde manier worden uitgevoerd als bij slijpschijven. Indien ge-
segmenteerde diamantschijven worden gebruikt, mag de spleet tussen de segmenten niet groter zijn dan 10 mm, gemeten aan
de omtrek van de schijf, en moeten de segmenten een negatieve invalshoek hebben.
Het wordt aanbevolen om slijpschijven te gebruiken die gemaakt zijn van materialen die bedoeld zijn voor de behandeling van een
bepaald type metaal. Raadpleeg de meegeleverde documentatie bij de slijpschijf.
Voor de behandeling van keramische materialen mogen slijpschijven voor steenverwerking of diamantschijven voor droog gebruik
worden gebruikt.
Het wordt aanbevolen om staalborstels en schijven met schuurpapier te gebruiken om oude ver
fl
agen van metalen componenten
te verwijderen.
Het is verboden om het bevestigingsgat, de as of de reductieringen te bewerken om de diameter van het bevestigingsgat aan te
passen aan de diameter van de as. Het is verboden andere dan de in de tabel met technische gegevens vermelde slijpschijven
met bevestigingsdiameters te gebruiken. Het is verboden schijven met een zaagketting of cirkelzaagbladen te gebruiken omdat
ze het risico op een terugslag van het gereedschap richting de gebruiker verhogen.
Let op! Het is verboden andere schijven te gebruiken dan die welke in deze handleiding zijn toegestaan. Zelfs als deze op de slijpspin-
del kan worden gemonteerd. Ongeschikte schijven zijn mogelijk niet bestand tegen de belastingen die ontstaan bij het gebruik van
een haakse slijpmachine. Beschadigde, uit elkaar vallende slijpschijven vormen een risico op ernstig persoonlijk letsel of de dood.
GEBRUIK VAN DE SLIJPER
Verwijder de stekker uit het stopcontact!
Controleer voor gebruik van het gereedschap of de behuizing en het netsnoer met de stekker niet beschadigd zijn.
Bij zichtbare beschadigingen is het verboden de slijper op het voedingsnet aan te sluiten!
Monteer de beschermingkap en de hulphandgreep.
Gebruik de slijper nooit zonder de beschermkap van de slijpschijf!
Selecteer het type slijpschijf dat geschikt is voor het uit te voeren werkzaamheid en monteer de slijpschijf op de spil.
Installeer het te bewerken materiaal zodat het tijdens het werken niet kan bewegen, bijvoorbeeld met behulp van bank- of
draaischroeven. De slijpschijf draait met hoge snelheid en een verkeerde klemming van een werkstuk kan tijdens het werken tot
een ongecontroleerde beweging van het werkstuk leiden, waardoor het risico op ernstige letsels toeneemt.
Ondersteun bij het snijden het snijmateriaal aan beide zijden van de snijlijn, maar op zodanige manier dat de snijschijf tijdens het
snijden niet beklemd geraakt. De steunen moeten in de buurt van de randen van het snijmateriaal en de snijlijn worden geplaatst.
Draag veiligheidsbrillen, gehoorbeschermers en veiligheidshandschoenen.
Controleer of de schakelaar in de positie „UIT - 0” staat. Steek vervolgens het netsnoer van de slijper in het stopcontact.
Neem de juiste positie aan om het balans te behouden en bedien de slijper met de schakelaar.
Indien de schakelaar zich in de boven- of zijwand van de slijperbehuizing bevindt, druk de schakelaar op de achterkant van de machine
en beweegt u deze vervolgens naar voren zonder de druk los te laten in de met het symbool „I” aangegeven richting. De schakelaar is
voorzien van een vergrendeling, waarmee de schakelaar in deze positie kan worden vergrendelen, daardoor is het gemakkelijker om
lange tijd te werken. Om de slijper uit te schakelen drukt u op de schakelaar op de achterkant van de slijper en laat u deze los.
Let op! De schakelaar kan ook worden uitgerust met een vergrendeling om ongewild inschakelen van het product te voorkomen.
Verplaats in dit geval de vergrendeling en start het product met de schakelaar.
Als de slijper is uitgerust met een schakelaar aan de onderkant van de handgreep, houd dan de vergrendelingsknop ingedrukt
en druk vervolgens de schakelaar. De schakelaar moet tijdens het werken ingedrukt blijven, maar het houden van de vergren-
delingsknop is niet nodig. Als u de druk op de schakelaar loslaat, wordt de slijper uitgeschakeld. Een dergelijke schakelaar kan
tijdens bedrijf niet worden vergrendeld.
Begin met werken door het juiste schijfoppervlak op het werkmateriaal aan te brengen:
Summary of Contents for YT-82098
Page 29: ...29 RU residual current device RCD...
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU 10...
Page 32: ...32 RU...
Page 33: ...33 RU A A B C A B C A IV 3 2 3 2 III 80 M14...
Page 34: ...34 RU 10 0 I 30 V VI...
Page 35: ...35 RU 60 o C 80 0 3 MPa...
Page 37: ...37 UA residual current device RCD...
Page 38: ...38 UA...
Page 39: ...39 UA 10...
Page 40: ...40 UA...
Page 41: ...41 UA A A B C A B C A IV 3 2 3 2 III 80 M14 10...
Page 42: ...42 UA 0 I 30 V VI...
Page 43: ...43 UA 60 o C 80 0 3 MPa...
Page 115: ...115 GR RCD RCD...
Page 116: ...116 GR...
Page 117: ...117 GR 10 mm...
Page 118: ...118 GR...
Page 119: ...119 GR A IV 1 3 2 mm 3 2 mm III 80 m s M14 Velcro...
Page 120: ...120 GR 80 m s M14 Velcro 10 mm 30 V VI 60O C...
Page 121: ...121 GR 80 m s 0 3 MPa...