108
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Een niet-gemodi
fi
eerde stekker verkleint het risico op elektrocutie.
Vermijd contact met geaarde oppervlakken zoals buizen, verwarmingstoestellen of koelkasten.
Aarding van het lichaam
vergroot het risico op elektrocutie.
Stel elektrotoestellen / machines niet bloot aan atmosferische neerslag of vocht.
Water
en vocht die binnen het elektrotoestel / machine raakt, vergroot het risico op elektrocutie.
Overbelast de voedingskabel niet. Gebruik de voedingskabel niet om de stekker van de voedingskabel te dragen, te
trekken of de stekker uit de netwerkdoos te ontkoppelen. Vermijd contact van de voedingskabel met warmte, oliën,
scherpe randen of bewegende delen.
Beschadiging of verstrengeling van de voedingskabel vergroot het risico op elektrocutie.
In geval van uitvoering van de werkzaamheden buiten de gesloten ruimte dienen verlengsnoeren bestemd voor werking
buiten gesloten ruimtes te worden gebruikt.
Gebruik van een verlengsnoer die aangepast is voor buitenwerking verkleint het
risico op elektrocutie.
In geval wanneer het gebruik van het elektrotoestel / machine in een vochtig milieu niet kan worden vermeden, dient een
aardlekschakelaar (RCD) te worden gebruikt als bescherming tegen de voedingsspanning.
Gebruik van RCD verkleint het
risico op elektrocutie.
Persoonlijke veiligheid
Blijf alert, wees bewust wat er wordt verricht en gebruik gezond verstand tijdens de werking met een elektrotoestel /
machine. Gebruik het elektrotoestel / machine niet bij vermoeidheid of onder invloed van drugs of geneesmiddelen.
Zelfs een moment van onoplettendheid kan tot ernstige persoonlijke letsels leiden.
Gebruik persoonslijke beschermingsmidddelen
. Draag altijd een veiligheidsbril.
Gebruik van persoonlijke beschemringsmid-
delen zoals antistofmaskers, anti-slip veiligheidsschoenen, helmen en oorbeschermers verkleint het risico op ernstige letsels.
Zorg ervoor dat het toestel niet toevallig wordt ingeschakeld. Controleer of de elektrische schakelaar in positie „uit-
geschakeld” staat alvorens de voeding en/of de accu aan te sluiten of het elektrotoestel / machine op te he
ff
en of te
verplaatsen.
Verplaatsen van het elektrotoestel / machine met de vinger op de schakelaar of het aansluiten van het elektrotoestel
/ machine wanneer de schakelaar zich in positie „ingeschakeld” bevindt, kan tot ernstige letsels leiden.
Alvorens het elektrotoestel / machine uit te schakelen, verwijder alle sleutels en andere instrumenten die gebruikt wer-
den voor de afstelling.
Een achtergelaten sleutel op roterende onderdelen van het elektrotoestel / machine kan ernstige letsels
veroorzaken.
Reik niet en hel niet te ver over. Neem een stabiele houding gedurende de uitvoering van de werkzaamheden
aan.
Dit zal een betere controle over het elektrotoestel / machine mogelijk maken tijdens onverwachte situaties.
Draag gepaste kledij. Gebruik geen losse kledij en draag geen juwelen. Houd het haar en de kledij ver van bewegende
onderdelen van het elektrotoestel / machine.
Losse kledij, juwelen of lang haar kunnen worden vastgegrepen door de bewe-
gende onderdelen.
Indien de toestellen aangepast zijn tot het aansluiten van stofafzuiging-of ophoping, controleer of ze correct aangesloten
en gebruikt werden.
Gebruik van stofafzuiging verkleint het risico op stofgerelateerde gevaren.
Zorg ervoor dat de verworven ervaring van veelvuldig gebruik van het elektrotoestel / machine er niet toe zal leiden dat
de veiligheidsvoorschriften roekeloos worden genegeerd.
Roekeloze handelingen kunnen in een fractie van een seconde
ernstige letsels veroorzaken.
Gebruik en zorg voor het elektrotoestel / machine
Overbelast elektrotoestel / machine niet. Gebruik het elektrotoestel / machine bestemd voor de gekozen toepassing.
Een geschikt elektrotoestel / machine zal een betere en veilige werking garanderen indien het gebruikt voor de ontwikkelde
belasting wordt.
Gebruik het elektrotoestel / machine niet indien de elektrische schakelaar het in- en uitschakelen niet mogelijk maakt.
Het
elektrotoestel / machine dat niet controleerbaar is met behulp van de netwerkschakelaar is gevaarlijk en dient door de technische
dienst te worden hersteld.
Ontkoppel de stekker van de voedingskabel van de netwerkdoos en/of demonteer de accu,
indien hij van het elektrotoestel / machine kan worden ontkoppeld alvorens het elektrotoestel / machine af te stellen,
accessiores te vervangen of op te slagen.
Zulke voorzorgsmaatregelen zullen ervoor zorgen dat een toevallige inschakeling
van het elektrotoestel / machine wordt vermeden.
Bewaar het toestel op een plaats die ontoegankelijk voor kinderen is. Laat personen die niet vertrouwd zijn met de instructie het
elektrotoestel / machine niet gebruiken.
Elektrotoestellen / machines kunnen in handen van ongeschoolde gebruikers gevaarlijk zijn.
Onderhoud het elektrotoestel / machine en zijn accessoires. Controleer het elektrotoestel / machine op het gebied van
slechte aanpassingen of het klem zitten van bewegende onderdelen, beschadiging van onderdelen en om het even welke
andere omstandgiheden die de werking van het elektrotoestel / machine kunnen beïnvloeden. Schade dient te worden
hersteld alvorens het elektrotoestel / machine te gebruiken.
Vele ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhoud van
het elektrotoestel / machine.
Snijdende werktuigen dienen proper en scherp te zijn.
Snijdende werktuigen met scherpe randen die goed onderhouden zijn
zullen zich minder beklemmen en kunnen tijdens de werking beter worden gecontroleerd.
Gebruik elektrotoestellen / machines, accessoires en aanvullende werktuigen ed. overeenkomstig met deze instructie en
houd rekening met hun soort en de arbeidsomstandigheden.
Gebruik van toestellen bestemd voor andere werkzaamheden
dan hun bestemming kan een gevaarlijke situatie veroorzaken.
Houd het handvat en de oppervlakken bestemd om te worden gegrepen altijd droog, proper en vrij van olie en vet.
Gladde hand-
vaten en oppervlakken laten geen veilig gebruik toe en houden het elektrotoestel / machine niet onder controle in gevaarlijke situaties.
Summary of Contents for YT-82098
Page 29: ...29 RU residual current device RCD...
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU 10...
Page 32: ...32 RU...
Page 33: ...33 RU A A B C A B C A IV 3 2 3 2 III 80 M14...
Page 34: ...34 RU 10 0 I 30 V VI...
Page 35: ...35 RU 60 o C 80 0 3 MPa...
Page 37: ...37 UA residual current device RCD...
Page 38: ...38 UA...
Page 39: ...39 UA 10...
Page 40: ...40 UA...
Page 41: ...41 UA A A B C A B C A IV 3 2 3 2 III 80 M14 10...
Page 42: ...42 UA 0 I 30 V VI...
Page 43: ...43 UA 60 o C 80 0 3 MPa...
Page 115: ...115 GR RCD RCD...
Page 116: ...116 GR...
Page 117: ...117 GR 10 mm...
Page 118: ...118 GR...
Page 119: ...119 GR A IV 1 3 2 mm 3 2 mm III 80 m s M14 Velcro...
Page 120: ...120 GR 80 m s M14 Velcro 10 mm 30 V VI 60O C...
Page 121: ...121 GR 80 m s 0 3 MPa...