35
WILO SE 08/2018
NL
Nederlands
Inbouwmaten / schachtafmeting (zie ook fig. 2).
De diameter van de persleiding (leiding-/slang-
aansluiting) mag niet kleiner zijn dan de persaan-
sluiting van de pomp om een verhoogd risico op
verstopping en een groter drukverlies te voorko-
men. Om drukverlies te voorkomen wordt aange-
raden om een iets grotere leidingaansluiting te
gebruiken.
Stationaire natte opstelling
Bij een stationaire natte opstelling van de pompen
met een vaste persleiding moet de pomp zo gepo-
sitioneerd en bevestigd worden dat.
• de aansluiting van de persleiding niet het
gewicht van de pomp draagt.
• de persleiding geen kracht uitoefent op het aan-
sluitstuk.
• de pomp spanningsvrij is ingebouwd.
Ter bescherming tegen eventuele opstuwing uit
het openbare riool dient de persleiding met een
boog over het plaatselijk bepaalde rioolniveau
(meestal straathoogte) te worden geleid. Een
terugslagklep is geen garantie voor een goede
afsluiting van de opstuwing.
• Als de pomp vast geïnstalleerd wordt, moet de
meegeleverde terugslagklep worden geïnstal-
leerd.
• De leidingaansluitingen voor de persaansluiting
met Teflon-band afdichten.
AANWIJZING: permanente lekkage in dit bereik
kan vernieling van de terugslagklep en de draad-
aansluiting veroorzaken.
Transportabele natte opstelling
Bij de transportabele natte opstelling met een slan-
gaansluiting dient ervoor gezorgd te worden dat de
pomp in de schacht niet omvalt of ver- plaatst wordt
(bijv. door een lichtjes voorgespan- nen ketting /
kabel te bevestigen).
AANWIJZING: bij toepassing in gaten zonder een
vaste bodem moet de pomp op een voldoende
grote plaat worden opgesteld of in een geschikte
positie aan een kabel of ketting worden gehan-
gen.
7.2 Elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door elektrische schok-
ken.
Elektrische aansluiting uitsluitend door een
elektricien met toelating door het plaatselijke
energiebedrijf en overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften laten uitvoeren.
• De stroomsoort en spanning van de netaanslui-
ting dienen overeen te komen met de gegevens
op het typeplaatje.
• Zekering aan de netzijde: 10 A, traag.
• Installatie volgens voorschriften aarden.
• De installatie van een door de klant ter beschik-
king te stellen lekstroom-veiligheidsschakelaar
(voorschrift bij opstelling in de buitenlucht) voor
een afschakelstroom van 30 mA wordt aangera-
den.
• De pomp is stekkerklaar.
Voor de aansluiting van de pomp aan een scha-
kel- kast wordt de Schiko-stekker uitgetrokken
en de aansluitkabel als volgt aangesloten (z.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften):
3-aderige aansluitkabel: 3 x 1,0 mm²
De contactdoos resp. het schakeltoestel dienen
beveiligd tegen overstromingen en in een droge
ruimte te worden geïnstalleerd.
8. Inbedrijfname
GEVAAR! Gevaar door elektrische schokken!
De pomp mag niet worden gebruikt om zwem-
baden/tuinvijvers of soortgelijke plekken leeg te
maken, indien zich daar personen in het water
bevinden.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
De mechanische afdichting mag niet drooglo-
pen!
Droogloop verkort de levensduur van motor en
mechanische afdichting. Bij een beschadiging
van de mechanische afdichting kunnen er kleine
hoeveelheden olie in de vloeistof komen en deze
verontreinigen
.
• Bij het vullen van de schacht resp. neerlaten van
de pomp in het gat dient erop gelet te worden
dat de vlotterschakelaars zich vrij kunnen bewe-
gen. De schakelaar moet de pomp uitschakelen,
voordat de aanzuigopeningen van de pomp lucht
kunnen aanzuigen.
• Nadat de schacht gevuld en de afsluitkraan aan
de perszijde (indien aanwezig) geopend is, start
de pomp automatisch als het schakelniveau ”h”
is bereikt. De pomp schakelt uit, zodra het uit-
schakelniveau ”h1” wordt aangesproken.
• De waterstraal voor het vullen van de schacht
nooit op de zuigkorf richten. Ingesloten lucht kan
de werking van de pomp beïnvloeden, indien de
ontluchtingsspleet van het huis geblokkeerd is.
• De maximale hoeveelheid water die de schacht
inloopt, mag niet meer zijn dan de capaciteit van
de pomp. Houd de schacht tijdens de inbedrijf-
name in de gaten.
AANWIJZING: de ontluchting van de pomp is bij
een eerste inbedrijfname beter door een schuine
onderdompeling in de vloeistof resp. de pomp
een beetje schuin te zetten.
Pomp
H
min
B
min
L
D
(mm)
TM 32/7
280
350 x 350
294
165
TM 32/8
280
350 x 350
293
165
TM 32/11
280
350 x 350
323
165
Pomp
h
max
h1
min
h2
min
(mm)
TM 32/7
237
50
14
TM 32/8
250
50
14
TM 32/11
280
50
14
Ader
klem
bruin
L1
blauw
N
groen/geel
PE
Summary of Contents for TM 32/7
Page 2: ...Fig 1 Fig 2 Fig 3 TM 32 TMR 32 TMW 32 D 1 230 V 50 Hz L Bmin H min h 1 h 2 h 1 2...
Page 47: ...47 WILO SE 08 2018 10 9 h1 Wilo 11 Wilo...
Page 48: ...48 WILO SE 08 2018 12 www wilo recycling com...
Page 79: ...79 WILO SE 08 2018 7 2 10 A 30 3 3 x 1 0 8 h h1 n d 7 1 2 h2 2 TMR u h2 16 n TMW 3 2 L1 N PE...
Page 81: ...81 WILO SE 08 2018 10 9 n h1 Wilo 11 Wilo...
Page 82: ...82 WILO SE 08 2018 12 www wilo recycling com...
Page 92: ......
Page 93: ......
Page 94: ......