Ga als volgt te werk:
• Schakel het product met de draaischakelaar (3) in en
zet de draaischakelaar (3) op stand NCV.
• Leid de magneetveld-(NCV)-sensor aan de rechterkant
van de stroomtang zo dicht mogelijk bij een geleider.
De afstand moet tot ca. 10 mm bedragen.
- Zolang er geen wisselspanning wordt herkend,
wordt "EF" op het lcd-display weergegeven.
- Als een wisselspanning van ≥ 100 V/AC rms bij
een meetafstand van <10 mm wordt herkend,
beginnen alarmtonen te klinken en begint de NCV-
signaalweergave (11) snel te flikkeren.
- Overeenkomstig de gedetecteerde wisselspanning
wordt de sterkte van de gedetecteerde spanning via
4 lijnsymbolen weergegeven "―", "――", "―――"
of "――――". De sterkte van de gedetecteerde
spanning stijgt met het aantal streepjes.
• Verwijder na het afsluiten van de meting de stroomtang
van het meetobject en schakel het product uit.
Door de grote gevoeligheid van de NCV-sensor kan de NCV-signaalaanduiding (11)
ook bij statische ladingen verschijnen. Dit is normaal en geen defect.
10. Extra functies
a) Automatische uitschakeling
• Het meetapparaat schakelt zich na 15 minuten automatisch uit, als geen knop of
draaischakelaar wordt bediend. Deze functie beschermt en spaart de batterijen en verlengt
de gebruiksduur. Voor het opnieuw inschakelen, drukt u op een knop van het apparaat of
zet u de draaischakelaar in de stand OFF en selecteert u vervolgens opnieuw de gewenste
meetfunctie.
115